ECLI:NL:RBZWB:2024:8881

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
BRE 24-3210
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen afwijzing verzoek om afschriften van overlijdensakten niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 december 2024, wordt het beroep van eiser, dr.ir. [eiser], tegen het besluit van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Borsele (de abs) van 6 februari 2024, behandeld. Het bestreden besluit betreft de afwijzing van het verzoek van eiser om afschriften van de akten van overlijden van mevrouw [naam 1] en mevrouw [naam 2]. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 187,- niet is betaald. De rechtbank wijst erop dat de eiser in de gelegenheid is gesteld om het griffierecht te betalen, maar dat hij dit niet tijdig heeft gedaan. De griffier heeft eiser meerdere keren, zowel per gewone als aangetekende post, geïnformeerd over de betalingstermijnen, maar zonder resultaat. Eiser heeft geen verontschuldiging gegeven voor het niet betalen van het griffierecht, waardoor de rechtbank geen aanleiding ziet om het beroep inhoudelijk te beoordelen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/3210

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 december 2024 in de zaak tussen

dr.ir. [eiser] , uit [plaats] , eiser

en
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Borsele (de abs), verweerder.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van de abs van 6 februari 2024. Bij dit besluit is het bezwaar van eiser tegen de afwijzing van het verzoek om afschriften van de akten van overlijden van mevrouw [naam 1] en van mevrouw [naam 2] ongegrond verklaard.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 187,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiser het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eerst bij gewone brief en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 12 mei 2024 eiser in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
De enveloppe waarin deze aangetekende brief is verzonden, is ongeopend terugontvangen met de vermelding “niet afgehaald; retour afzender”. Blijkens de na de retourontvangst ingewonnen informatie staat eiser in de basisregistratie personen ingeschreven op het adres zoals vermeld op de brief.
Bij brieven van 17 juli 2024 en 9 oktober 2024 is de nota nogmaals gestuurd, nu per gewone post en met een laatste termijn voor voldoening van het griffierecht van twee weken na die dagtekeningen.
5. Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van G.A. Klop, griffier, op 27 december 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.