ECLI:NL:RBZWB:2024:8852

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
C/02/429635 / FA RK 24-5790
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van drie weken, waarbij de noodzaak van verplichte zorg werd onderbouwd door de ernstige toestand van betrokkene, die lijdt aan een forse depressieve stemmingsstoornis. Betrokkene, geboren in 1946, verblijft in een accommodatie en heeft eerder ECT-behandelingen ondergaan die effectief bleken. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel is, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade, en dat de voortzetting van de ECT-behandeling noodzakelijk is om verdere verslechtering van de gezondheid van betrokkene te voorkomen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling de medische verklaring van de psychiater en de mondelinge behandeling in aanmerking genomen. Betrokkene heeft aangegeven dat zij zich 'down' en 'deprie' voelt en niet meer weet hoe lang zij is opgenomen. De psychiater heeft verklaard dat betrokkene een lange voorgeschiedenis heeft met recidiverende depressies en dat de huidige situatie levensgevaarlijk is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de verplichte zorg evenredig en effectief is. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend tot en met 1 januari 2025, met de mogelijkheid tot het treffen van verschillende maatregelen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/429635 / FA RK 24-5790
Datum uitspraak: 11 december 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1946 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats 1] ,
verblijvende in de [accommodatie] aan [het adres] [plaats 2] ,
advocaat: mr. G.H.M. van Laarhoven te [plaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 10 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 11 december 2024 in de [accommodatie] aan [het adres] te [plaats 2] . Daarbij zijn aanwezig en gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- psychiater, de heer [naam].

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in voornoemde accommodatie. De burgemeester van [plaats 2] heeft de crisismaatregel op 9 december 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene brengt, samengevat, naar voren dat zij zich ‘down’ en ‘deprie’ voelt. Zij weet niet meer hoe lang zij is opgenomen. Ook andere dingen, zoals dat betrokkene heeft gedoucht, kan zij zich niet meer herinneren. Volgens betrokkene gaat het eten en drinken momenteel goed. Ook probeert zij ECT-behandelingen te ondergaan. Betrokkene zegt voorlopig nog opgenomen te willen blijven. Zij wil niet terug naar haar woning in [plaats 1] .
4.2.
De psychiater verklaart, samengevat, dat betrokkene een lange voorgeschiedenis kent met recidiverende depressies. Op dit moment kampt betrokkene weer met een ernstige depressie, zodanig dat zij niet meer at en dronk en dit levensgevaarlijke gevolgen voor haar heeft. Betrokkene heeft eerder ECT-behandeling gehad en dat was effectief. Ook nu wordt gezien dat ECT-behandeling resultaat heeft. Tijdens de crisismaatregel is die behandeling toegepast en gezien wordt dat betrokkene nu weer eet en drinkt, meer spraakzaam is en zij samenwerkt. Vanuit heden en verleden kan dus gezegd worden dat de ECT-behandeling effectief en proportioneel is. Betrokkene heeft tot nu toe drie ECT-behandelingen gehad, waarvan twee vrijwillig. In 2023 heeft betrokkene in totaal 23 behandelingen nodig gehad. Daarna ging het een tijd goed met haar. Naast de ECT-behandeling krijgt betrokkene ook antidepressiva. Zij kan niet zonder. Een voortzetting van de ECT-behandeling is nodig, omdat de depressie van betrokkene zo ernstig en acuut is dat het levensgevaar oplevert. Een uitstel van de ECT-behandeling kan schade opleveren. Omdat betrokkene niet in het vrijwillig kader meewerkte en er sprake was van ernstig nadeel, is de crisismaatregel aangevraagd.
4.3.
De advocaat voert, samengevat, aan dat betrokkene heeft gezegd dat zij alles doet wat de dokter in haar belang vindt. ECT-behandeling ondergaat zij en ook medicatie neemt zij in. Als de dokter een voortzetting van de ECT-behandeling noodzakelijk acht, dan gaat betrokkene daar in mee. Ook zegt betrokkene vrijwillig te zullen eten en drinken. Bij betrokkene is aldus sprake van vrijwilligheid en dat maakt dat er een minder verstrekkende oplossing voorhanden is.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade.
5.3.
De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene niet meer at of dronk. Verder werd gezien dat betrokkene zeer nihilistisch was, zij op bed lag en aangaf dat het leven voor haar niet meer hoeft.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk depressieve-stemmingsstoornissen. Gebleken is dat betrokkene al jaren bekend is met een psychotische depressie.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
Gelet op de overlegde stukken en de toelichting daarop van de psychiater, waarnaar de rechtbank hier kortheidshalve verwijst, acht de rechtbank alle verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk. Hieronder valt dus ook het voorzetten van de ECT-behandeling van betrokkene. Immers, genoegzaam is gebleken dat betrokkene hier baat bij heeft. Het effect van de ECT-behandeling op het toestandsbeeld is direct waarneembaar. Daar komt bij dat betrokkene in het verleden ECT-behandelingen heeft ondergaan en daar ook positief op reageerde. Uit de toelichting van de psychiater is ook gebleken dat een stopzetting van de ECT-behandeling bij betrokkene juist negatieve effecten zal hebben, terwijl deze behandeling nodig is om de forse depressieve stemmingsstoornis van betrokkene te behandelen.
5.7.
Hoewel betrokkene nu aangeeft mee te zullen werken aan verplichte zorg, heeft zij zich daar eerder duidelijk tegen verzet. De rechtbank twijfelt niet aan de stelling van de psychiater dat betrokkene nu kan instemmen met de behandeling, maar wanneer het zover is, zij gelet op haar toestandsbeeld toch gaat weigeren. De rechtbank heeft er dan ook geen vertrouwen in dat betrokkene ECT-behandeling zal voortzetten in het vrijwillig kader. De rechtbank betrekt daarin ook dat betrokkene nu drie ECT-behandelingen heeft ondergaan en zij daarmee net aan het behandeltraject is begonnen.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.10.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1946 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- opnemen in een accommodatie.
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 1 januari 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2024 door mr. Pulskens, rechter, in aanwezigheid van mr. Vos, griffier en op schrift gesteld op 19 december 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.