9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:medeplegen van oplichting;
feit 2:medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een werkstraf van 100 uren;
- beveelt dat indien verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
50 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de uitvoering van de werkstraf naar rato van twee uur per dag;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde]van
€ 1.450,-, waarvan € 950,- aan materiële schade en € 500,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 3 juli 2023 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde] (feiten 1 en 2), € 1.450,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 3 juli 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
24 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Breeman, voorzitter, mr. D.H. Hamburger en mr. P.A.M. Wijffels, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. van Spelde, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 december 2024.
De griffier, mr. Hamburger en mr. Wijffels zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
1
hij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 3 juli 2023 tot en met 4 juli 2023 te Middelburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, meerdere personen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten:
- [benadeelde] tot afgifte van een pinpas en/of pincode en/of sieraden,
- voornoemde persoon op te bellen, en/of
- zich voor te doen als bankmedewerker, en/of
- aan te geven dat er geld was afgeschreven van haar rekening, en/of
- aan te geven dat er fraudeurs in de buurt actief waren, en/of
- aan te geven dat de bankpas(sen) en/of pincodes en/of sieraden opgehaald zouden worden om veilig te bewaren in een kluis, en/of
- aan te geven dat een medewerker de bankpas en/of pincode en/of sieraden zou komen ophalen en/of de volgende dag terug gebracht zou worden, en/of
- vervolgens voornoemde goederen zijn opgehaald en/of
- met de meegenomen bankpas te pinnen;
( art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 4 juli 2023 te Middelburg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel een valse sleutel door gebruikmaking van een middels oplichting verkregen bankpas en/of zonder toestemming van voornoemde persoon;
( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )