ECLI:NL:RBZWB:2024:8811

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
02-008733-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel met 24 maanden voor een minderjarige veroordeelde met complexe problematiek

Op 23 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in de zaak van een minderjarige veroordeelde, geboren in 2006, die momenteel verblijft in een justitiële jeugdinrichting. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) met 24 maanden te verlengen, toegewezen. De PIJ-maatregel was oorspronkelijk opgelegd voor een periode van maximaal zeven jaar, en is op 8 januari 2023 ingegaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde nog steeds lijdt aan een ontremd-sociaalcontactstoornis, ADHD, en een normoverschrijdende gedragsstoornis, wat een hoog recidiverisico met zich meebrengt. Tijdens de zitting op 9 december 2024 is besloten de behandeling achter gesloten deuren voort te zetten, met toestemming voor de aanwezigheid van nabestaanden en de mentor van de veroordeelde.

De rechtbank heeft overwogen dat de verlenging van de PIJ-maatregel noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van de veroordeelde, die zich in een vroeg stadium van behandeling bevindt. Er zijn positieve signalen van ontwikkeling, maar de rechtbank benadrukt dat er nog veel werk aan de winkel is. De deskundige van de jeugdinrichting heeft aangegeven dat de veroordeelde goed meewerkt aan therapieën, maar dat er nog veel aandacht nodig is voor zijn emotionele en gedragsmatige ontwikkeling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eisen, en dat dit in het belang is van de verdere ontwikkeling van de veroordeelde.

De beslissing om de PIJ-maatregel met 24 maanden te verlengen is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee kinderrechters, en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft de noodzaak van de verlenging onderbouwd met de huidige problematiek van de veroordeelde en de noodzaak voor verdere behandeling en begeleiding.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Locatie Middelburg
Parketnummer: 02-008733-22
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 23 december 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van
[veroordeelde] ,
geboren op [geboortedag] 2006 te [geboorteplaats] ,
verblijvende te RJJI [locatie] , [adres] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 12 november 2024, die strekt tot verlenging van de termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) met 24 maanden;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van veroordeelde tot en met 8 oktober 2024;
- het rapport van RJJI [locatie] (hierna: de jeugdinrichting) d.d. 23 oktober 2024, waarin het advies van de inrichting is vermeld.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 15 november 2022 is veroordeelde als schuldig aan het medeplegen van moord en het medeplegen van handelen in strijd met artikel 26 lid 5 van de Wet wapens en munitie veroordeeld tot een jeugddetentie van één jaar en een PIJ-maatregel.
Veroordeelde is toen verminderd ontoerekeningsvatbaar geacht.
De rechtbank heeft overwogen dat de PIJ-maatregel zal worden opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit betekent dat verlenging van deze maatregel mogelijk is voor zover de maatregel daardoor de duur van zeven jaar niet te boven gaat.
De PIJ-maatregel is op 8 januari 2023 aangevangen.
De maatregel zal – behoudens verdere verlenging – voorwaardelijk eindigen op 7 januari 2025.
Tijdens het onderzoek ter zitting van de rechtbank van 9 december 2024 zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. I.M. Peters;
- veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C.W.L. Grootjans, advocaat te Middelburg;
- als deskundige [naam] , psycholoog bij de jeugdinrichting.
De rechtbank heeft ter zitting van 9 december 2024 beslist tot behandeling van de vordering achter gesloten deuren op grond van artikel 6:6:4, eerste lid, Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) juncto 269 Sv, met dien verstande dat wel toestemming is verleend voor de aanwezigheid van de nabestaanden (en een aantal betrokkenen bij hen) en voor de mentor van veroordeelde.

3.Het advies van de justitiële jeugdinrichting

De jeugdinrichting heeft geadviseerd de PIJ-maatregel te verlengen met 24 maanden. Uit het advies volgt dat bij veroordeelde in 2022 een ontremd-sociaalcontactstoornis, een
aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis van het gecombineerde type, een normoverschrijdende gedragsstoornis met beperkte prosociale emoties en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale, narcistische en borderline trekken zijn vastgesteld. Verder volgt uit het advies dat veroordeelde zich goed inzet binnen zijn therapieën en daarmee werkt aan het verlagen van zijn risicofactoren. Er is een eerste voorzichtige ontwikkeling te zien, maar die is nog in een vroeg stadium. Het afgelopen jaar zijn er geen incidenten met fysieke agressie geweest en veroordeelde laat een goede werkhouding zien. Hij werkt aan verschillende thema’s binnen zijn therapieën en op de afdeling met het behandelteam. Hij is in staat een werkrelatie op te bouwen met het behandelteam en durft steun en hulp te vragen. Het risico op vergelding wordt erkend en besproken, maar heeft nog verdere behandeling nodig. Doordat veroordeelde middels de therapie heeft gewerkt aan zijn zelfregulatievaardigheden, is hij beter in staat om met triggers om te gaan. Daarnaast wordt er op de groep en in therapie gewerkt aan het mentaliseren en ervaren van empathie. Ook moet nog verder gewerkt worden aan differentiatie van meerdere emoties, erkennen en verwerken van kwetsbare gevoelens en het adequaat én niet vijandig oplossen van moeilijke gebeurtenissen of situaties waarbij er minder toezicht en begeleiding is. Er is tijd nodig om de voorzichtige ontwikkeling die op gang is gekomen te laten beklijven en uit te breiden. Daarnaast is nog veel tijd nodig om inzicht te krijgen in het gezinssysteem en moet er aandacht zijn voor parentificatie van veroordeelde en zijn grenzeloze loyaliteit naar zijn moeder en broer. Op dit moment wordt met het wegvallen van behandeling het recidiverisico nog ingeschat als hoog. Voortzetting van de behandeling is noodzakelijk om verder te werken aan het bewerken van de kernproblematiek van veroordeelde. De therapieën en de behandeling op de leefgroep en binnen onderwijs zullen voortgezet worden en er zal worden gekeken welke therapie nog meer noodzakelijk is. Uiteindelijk is er ook het voornemen om middels verlof verder te werken aan het verlagen van de risicofactoren en het vergroten van de beschermende factoren, zodat het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau zakt. De komende periode zal onderzocht moeten worden wanneer veroordeelde toe is aan een eerste begeleide verlofstatus. Wanneer hij toe is aan begeleid verlof zal na verloop van tijd onderzocht worden of hij toe is aan een onbegeleide verlofstatus. Als hij dat traject goed heeft doorlopen kunnen de mogelijkheden voor het vormgeven van een STP onderzocht worden. De snelheid waarmee de stappen doorlopen kunnen worden blijft afhankelijk van de ontwikkeling en het gedragsbeeld van veroordeelde. Verlenging van de PIJ-maatregel met 24 maanden is noodzakelijk om hier voldoende tijd voor te hebben en om dit goed vorm te geven.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog toegevoegd dat er sprake is van forse problematiek, waardoor de voorzichtige ontwikkeling moeilijk te duiden is. Er wordt wel een positieve vooruitgang gezien, maar met kleine stapjes. Het is lastig een ontwikkeling concreet te beschrijven, omdat moeilijk is in te schatten of het daadwerkelijk stappen zijn of aangepast gedrag en of de ontwikkeling vasthoudt. Ten aanzien van de diagnostiek zijn er geen grote wijzigingen, behalve dat de stoornis in het gebruik van cannabis weg is gelaten nu er geen positieve urinecontroles worden gezien. Ontwikkelpunten zijn dat veroordeelde zich verbindt aan de behandeling en meer inzicht krijgt in risicofactoren. Hij toont wel zijn medewerking. Het perspectief wordt op een gegeven moment gevormd als een jongere in de verloffase zit en stappen maakt. Dat punt is nog niet bereikt, maar wel het punt van het schrijven van het eerste begeleide verlofplan. Het verlof kan bijdragen aan verdere ontwikkeling en behandeling. Dit zal nog een lang traject zijn dat in het gunstigste geval anderhalf jaar duurt, maar naar verwachting langer de tijd nodig heeft. Om die reden, maar ook omdat er nog genoeg te bewerken is, wordt geadviseerd de PIJ-maatregel met 24 maanden te verlengen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de PIJ-maatregel met 24 maanden te verlengen gebleven. Er is in het rapport voldoende onderbouwd dat nog steeds sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en dat daarmee een hoog recidiverisico gepaard gaat. Er is voldaan aan de wettelijke criteria voor verlenging van de PIJ-maatregel, namelijk dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eist, en dat de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte. Het is positief dat er een ontwikkeling gaande is bij veroordeelde, maar uit de toelichting van de deskundige blijkt dat sprake is van forse problematiek en dat het gaat om kleine stapjes die zijn gezet. Veroordeelde toont zich gemotiveerd. Therapieën lopen nog en de eerste stap van begeleid verlof is in beeld. Dit moet langzaam opgebouwd worden en een verlofmachtiging is nog niet aangevraagd. In het gunstigste geval is daarna nog anderhalf jaar nodig voor het traject. Er is nog geen zicht op resocialisatie en hoe dit kan worden vormgegeven. Gelet op het traject dat nog doorlopen moet worden, is verlenging van de PIJ-maatregel met 24 maanden noodzakelijk.

5.Het standpunt van de verdediging

Veroordeelde heeft ter zitting verklaard dat het goed gaat op de huidige afdeling. Hij werkt aan zijn leerdoelen, volgt therapieën en wil diploma’s halen. Hij staat open voor behandeling en begeleiding. Hij herkent zich in het rapport dat over hem is opgesteld.
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

6.Het oordeel van de rechtbank

Het misdrijf waarvoor aan veroordeelde de PIJ-maatregel is opgelegd zijn misdrijven die gericht zijn tegen en/of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen waardoor verlenging van de PIJ-maatregel mogelijk is.
Verder stelt de rechtbank vast dat uit de inlichtingen van de jeugdinrichting blijkt dat
dat bij veroordeelde nog steeds sprake is van een ontremd-sociaalcontactstoornis, een
aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis van het gecombineerde type, een normoverschrijdende gedragsstoornis met beperkte prosociale emoties en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale, narcistische en borderline trekken. Er is dus nog steeds sprake van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
De PIJ-maatregel kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de
algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist en die verlenging ook
in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van veroordeelde is.
Uit de inlichtingen van de jeugdinrichting volgt dat er een eerste voorzichtige ontwikkeling bij veroordeelde is te zien, maar deze ontwikkeling zich nog in een vroeg stadium bevindt en dat er tijd nodig deze ontwikkeling te laten beklijven en uit te breiden. Op dit moment wordt met het wegvallen van behandeling het recidiverisico nog ingeschat als hoog. Voortzetting van de behandeling is noodzakelijk om verder te werken aan het bewerken van de kernproblematiek van veroordeelde. Daarnaast is het voornemen van de jeugdinrichting om middels verlof verder te werken aan het verlagen van de risicofactoren en het vergroten van de beschermende factoren, zodat het recidiverisico tot een aanvaardbaar niveau zakt. De komende tijd zal een verlofplan worden geschreven en zal een begeleid verlofstatus worden aangevraagd. Voor het gehele verloftraject met begeleid verlof, onbegeleid verlof en vervolgens STP, is in het gunstigste geval een termijn van anderhalf jaar nodig, maar naar verwachting langer. Daarbij blijft de snelheid waarmee de stappen doorlopen kunnen afhankelijk van de ontwikkeling en het gedragsbeeld van veroordeelde. Gelet daarop, maar ook omdat er verder moet worden gewerkt aan de kernproblematiek van veroordeelde, is voorzienbaar dat voor het hele traject minstens 24 maanden zal duren.
Gelet op wat hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, en het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van veroordeelde eisen dat de termijn van de PIJ-maatregel wordt verlengd met 24 maanden.

7.De beslissing.

De rechtbank:
- verlengt de termijn van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van veroordeelde met 24 maanden.
Deze beslissing is gegeven door mr. I. de Graaf, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. P.W.G. de Beer en mr. C.A.F. van Ginneken, kinderrechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.J. van der Welle en is in het openbaar uitgesproken op 23 december 2024.
Mr. De Graaf en mr. Van Ginneken zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.