Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
2.Het geschil
3.De beoordeling
- de brief met de zittingsdatum van dit kort geding op 6 november 2024 door de begeleider van Amarant op het adres [adres 1] te [plaats] is afgegeven. Omdat [gedaagde] niet aanwezig was heeft de begeleider haar een whatsappbericht gestuurd om te laten weten dat de brief was afgeleverd. In het whatsappbericht waren foto’s van de brief opgenomen, waarbij datum en tijdstip blauw gearceerd waren. Diezelfde dag is de zittingsdatum ook bekend gemaakt aan mr. Ross, de laatst bekende advocaat van [gedaagde] ,
- bij brief van 7 november 2024 die, zowel aangetekend als per gewone post, naar het adres [adres 1] te [plaats] is gestuurd, de zittingsdatum door de advocaat van Amarant aan [gedaagde] bekend is gemaakt,
- de begeleider van Amarant op 12 november 2024 tweemaal heeft geprobeerd telefonisch met [gedaagde] in contact te komen om onder meer te spreken over de zitting van 22 november, wat niet is gelukt, en hierover een rapportage heeft opgemaakt. Omdat [gedaagde] altijd haar rapportages meeleest is het aannemelijk dat zij daardoor bekend was met de zittingsdatum,
- Bemoeizorg op 19 november 2024 bij [gedaagde] langs is geweest en dat toen werd bevestigd dat [gedaagde] de dagvaarding met producties per post had ontvangen en dat zij daarover inmiddels contact had met een nieuwe advocaat, mr. Van Riel.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)