ECLI:NL:RBZWB:2024:8787

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
C/02/428318 / KG ZA 24-536 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • Van der Weide
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis ontruiming in kort geding tussen Stichting Amarant en gedaagde

Op 27 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding tussen Stichting Amarant en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, Stichting Amarant, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.C. Beijering-Beck, vorderde als voorlopige voorziening de ontruiming van een woning en een gebiedsverbod tegen de gedaagde. De procedure begon met een dagvaarding op 11 november 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 22 november 2024. De voorzieningenrechter oordeelde dat de dagvaarding rechtsgeldig was betekend, ondanks dat de gedaagde niet op de zitting aanwezig was. De voorzieningenrechter overwoog dat voldoende aannemelijk was dat de gedaagde tijdig op de hoogte was van de zittingsdatum en de inhoud van de dagvaarding. De vordering van Amarant werd toegewezen, en de gedaagde werd veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen 24 uur na betekening van het vonnis, met een gebiedsverbod van 500 meter rondom de woning voor een periode van één jaar. Tevens werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 1.717,72, inclusief wettelijke rente indien niet tijdig betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: C/02/428318 / KG ZA 24-536
Vonnis in kort geding 27 november 2024
in de zaak van
STICHTING AMARANT,
te Tilburg,
eisende partij,
hierna te noemen: Amarant,
advocaat: mr. A.C. Beijering-Beck,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 11 november 2024 met producties 1 t/m 20,
- de mondelinge behandeling van 22 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2.Het geschil

2.1.
Amarant vordert als voorlopige voorziening, samengevat, [gedaagde] (A) te veroordelen tot ontruiming van de woning [adres 1] te [plaats] en (B) haar een gebiedsverbod op te leggen, op straffe van primair lijfsdwang, subsidiair dwangsom, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
2.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Amarant de vordering toegelicht en verklaard dat de gevorderde lijfsdwang en dwangsom alleen betrekking hebben op het onder B. gevorderde.

3.De beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat verstek zal worden verleend. De voorzieningenrechter overweegt daartoe het volgende.
3.2.
De dagvaarding is betekend aan het adres [adres 2] te [plaats] . Op dit adres staat [gedaagde] in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven. Omdat de deurwaarder de dagvaarding kennelijk niet in persoon kon betekenen op het adres [adres 1] te [plaats] heeft de deurwaarder de dagvaarding in een gesloten envelop achtergelaten op het adres [adres 2] te [plaats] . De dagvaarding is daarmee op grond van artikel 47 lid 1 Rv rechtsgeldig betekend.
3.3.
Bovendien is voldoende aannemelijk geworden dat [gedaagde] tijdig bekend was met de inhoud van de dagvaarding en dus met de datum en het tijdstip van de mondelinge behandeling. Amarant heeft daartoe gesteld dat:
  • de brief met de zittingsdatum van dit kort geding op 6 november 2024 door de begeleider van Amarant op het adres [adres 1] te [plaats] is afgegeven. Omdat [gedaagde] niet aanwezig was heeft de begeleider haar een whatsappbericht gestuurd om te laten weten dat de brief was afgeleverd. In het whatsappbericht waren foto’s van de brief opgenomen, waarbij datum en tijdstip blauw gearceerd waren. Diezelfde dag is de zittingsdatum ook bekend gemaakt aan mr. Ross, de laatst bekende advocaat van [gedaagde] ,
  • bij brief van 7 november 2024 die, zowel aangetekend als per gewone post, naar het adres [adres 1] te [plaats] is gestuurd, de zittingsdatum door de advocaat van Amarant aan [gedaagde] bekend is gemaakt,
  • de begeleider van Amarant op 12 november 2024 tweemaal heeft geprobeerd telefonisch met [gedaagde] in contact te komen om onder meer te spreken over de zitting van 22 november, wat niet is gelukt, en hierover een rapportage heeft opgemaakt. Omdat [gedaagde] altijd haar rapportages meeleest is het aannemelijk dat zij daardoor bekend was met de zittingsdatum,
  • Bemoeizorg op 19 november 2024 bij [gedaagde] langs is geweest en dat toen werd bevestigd dat [gedaagde] de dagvaarding met producties per post had ontvangen en dat zij daarover inmiddels contact had met een nieuwe advocaat, mr. Van Riel.
3.4.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet ongegrond en onrechtmatig voor, zodat dit zal worden toegewezen.
3.5.
[gedaagde] moet als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten (inclusief de nakosten) van Amarant betalen. De proceskosten worden begroot op:
− dagvaarding € 136,72
− griffierecht € 688,00
− salaris advocaat € 715,00
− nakosten
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.717,72
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen als vermeld in de beslissing

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen vierentwintig (24) uur na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres 1] te [plaats] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Amarant zijn, en de woning bezemschoon onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking aan Amarant te stellen,
4.2.
verbiedt [gedaagde] om zich, vanaf vierentwintig (24) uur na betekening van dit vonnis, gedurende een periode van één (1) jaar zich te bevinden dan wel op te houden binnen een straal van vijfhonderd (500) meter rondom de woning, gelegen aan de [adres 1] te [plaats] , zulks op straffe van lijfsdwang voor de duur van achtenveertig (48) uur bij iedere overtreding van dit verbod,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van Amarant van € 1.717,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Wordt bij niet betaling het vonnis daarna betekend, dan moet zij € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van der Weide en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2024