3.7.1.Voor het overige stelt [eiser] dat de sorteerkast zijn ontwerp is door te wijzen op overige vrije en creatieve keuzes die door [eiser] zijn gemaakt. De opsomming van deze keuzes zal hierna per onderdeel worden besproken.
T.a.v. de “BinMaster”
[eiser] meent dat sprake is van auteursrecht op de BinMaster wegens:
-
de plaatsing en de behuizing linksboven in elk vak.Volgens [eiser] is dat logisch omdat de meeste mensen rechtshandig zijn en de linkerbovenhoek meer ruimte geeft om medicijndoosjes in het vak te plaatsen.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt hieruit dat de plaatsing van de BinMaster functioneel is ingegeven en daarmee technisch is bepaald. Wat betreft de plaatsing van de behuizing van de BinMaster links boven in een vak (waardoor in belangrijke mate haar vorm wordt bepaald) en de vorm van de voorkant van de Binmaster, verwijst de rechtbank naar hetgeen zij daarover reeds hiervoor heeft overwogen (r.o. 3.6. sub c.).
-
de plaatsing van de sensor aan de voorkant.Volgens [eiser] zelf wordt daardoor het plaatsen van een medicijndoosje door de sensor altijd goed opgemerkt. Verder geeft [eiser] aan, dat als de sensor verder naar voren zou worden geplaatst, dat sensor dan mogelijk andere bewegingen zou opmerken buiten het sorteervak. Naar het oordeel van de rechtbank houdt de keuze voor de plaats van de sensor dan ook verband met de deugdelijke werking ervan en is dus technisch/functioneel is ingegeven. Dat daarnaast sprake is van een creatieve keuze waaruit het persoonlijk stempel van [eiser] blijkt is niet onderbouwd
-
de afmetingen van de breedte van de BinMaster. Deze is volgens [eiser] aangepast aan de (zelf gekozen) diepte van de kast.
Zonder nadere toelichting - die ontbreekt - valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt. Wat betreft de afmetingen van de kast, is reeds overwogen dat die zijn bepaald in de tekeningen/schetsen die door [gedaagde 1] zijn gemaakt (r.o. 3.6. sub a.), terwijl ten aanzien van de kastdiepte voorts geldt dat er voldoende ruimte moet zijn om alle medicijndoosjes uit één recept in één vak te plaatsen.
-
de belichting over de volle diepte.Dit zorgt volgens [eiser] voor een egaal resultaat.
Ook hier geldt dat zonder nadere toelichting - die ontbreekt - valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt. De egale verlichting lijkt veeleer een functionele keuze omdat daarmee voor de apotheekmedewerker snel zichtbaar wordt in welk vak een bepaald medicijn gelegd moet worden.
-
de hoek waaronder de BinMaster-printplaat is geplaatst.Deze is volgens [eiser] optimaal ten aanzien van de gekozen vak grootte en leidt tot het beste resultaat van de sensor.
De rechtbank is van oordeel dat ook de hoek van de printplaat kennelijk is ingegeven door deugdelijke werking daarvan en is dus een praktische (functionele) keuze, die niet creatief van aard is.
-
de montage van de printplaat door middel van drie schroeven.Daarvoor is volgens [eiser] gekozen enerzijds om te zorgen voor een mechanisch solide verbinding zonder dat er spanning komt op de printplaat, en anderzijds om het aantal schroeven te beperken zodat blokkade van licht wordt geminimaliseerd. Voorts zou vrijheid van keuze blijken uit de
afstanden en plekken van de schroeven, aldus [eiser] .
De rechtbank is van oordeel dat ook hier het aantal schroeven en de positie daarvan kennelijk grotendeels een praktische en functionele keuze vormt en overigens voor wat afstanden en plekken een banale keuze betreft die zich niet leent voor auteursrechtelijke bescherming.
-
de plaatsing van de elektronica van de BinMaster.Deze is volgens [eiser] zo geplaatst
dat de lichtverdeling zo egaal mogelijk is, en er geen schaduwwerking optreedt.
Ook hier geldt dat deze plaatsing een praktisch/functioneel belang dient, aangezien duidelijk zichtbaar moet zijn in welk vak een medicijn gelegd moet worden en of een recept al dan niet gereed is voor uitgifte terwijl voorts niet blijkt van een creatieve keuze.
-
het gebruik van de Ri-45 stekkers om apparaten onderling te gebruiken.Volgens [eiser] is daarvoor gekozen zodat niet geschakeld hoeft te worden tussen protocollen en zodat functionaliteiten van één printplaat ook op meerdere printplaten werken.
Zonder nadere toelichting - die ontbreekt - valt niet in te zien welke creatieve keuzes hieraan ten grondslag liggen en lijkt het gebruik van de stekkers functioneel bepaald.
-
de keuze om de RJ-45 en de 12C-procotol los te koppelen.Deze keuze licht [eiser] niet verder toe dan dat deze “inventief is”
Bij gebreke van een deugdelijke toelichting, valt niet in te zien welke creatieve keuzes hieraan ten grondslag liggen.
-
op de printplaat van de BinMaster is een dubbele concentrische cirkel getekend rond de sensor.Dit is volgens [eiser] gedaan om de locatie van de kegel van de behuizing aan te geven.
Ook hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat deze keuze niet creatief maar functioneel van aard is.
-
de mechanische specificaties van de printplaat.
De rechtbank stelt vast dat iedere toelichting ontbreekt ten aanzien van welke vrije en creatieve keuzes op dit onderdeel zijn gemaakt, terwijl dit te meer noodzakelijk is omdat de mechanische specificaties van een printplaat normaliter vooral technisch/functioneel bepaald zijn.
De rechtbank merkt voorts nog op dat bij een normaal gebruik van de kast, de printplaat niet zichtbaar is. Bovendien geldt dat de printplaat die thans door [gedaagde 1] wordt gebruikt in de kast (na beëindiging van de leveranties door [eiser] ) wezenlijk verschilt van de printplaat van [eiser] , zo heeft de rechtbank ter zitting geconstateerd na vergelijking ter zitting van de printplaten die door beide partijen zijn gedeponeerd.
T.a.v. de bewegingssensor.
[eiser] meent dat sprake is van auteursrecht op de bewegingssensor wegens:
-
de keuze voor de VL53LOX-sensor.
Ook hier geldt dat iedere toelichting ontbreekt ten aanzien van welke vrije en creatieve keuzes op dit onderdeel zijn gemaakt. Daarbij komt, dat [gedaagde 1] onweersproken heeft gesteld dat het gaat om een kleine sensor waardoor hij altijd goed in de vakkenkast past en aan de voorzijde gemonteerd kan worden om alle beweging te detecteren.
Bij gebreke van stellingen die tot een andersluidend oordeel nopen, lijkt de keuze voor deze sensor dan ook veeleer functioneel bepaald.
-
de positionering van de sensor op de print.Volgens [eiser] is hiervoor weliswaar gekozen om een functioneel optimaal resultaat te behalen, maar is de keuze ook vrij en creatief omdat er ook andere keuzes gemaakt hadden kunnen worden.
De rechtbank is van oordeel dat het enkele bestaan van alternatieve keuzemogelijkheden geen doorslaggevende factor is bij de vraag of er vrije en creatieve keuzes zijn gemaakt. [eiser] heeft ook geen stellingen ingenomen die duiden op vrije en creatieve keuzes, integendeel, uit zijn eigen stellingen volgt dat de positionering van de sensor functioneel is bepaald.
-
het gebruik van een bewegingssensor in combinatie met het gebruik van ledverlichting in de kast.Volgens [eiser] heeft de plaatsing van de sensor op de betreffende plek in de kast als voordeel dat de medicatie niet dieper in het vak hoeft te worden geplaatst, om er zeker van te zijn dat de producten gedetecteerd worden.
De rechtbank is van oordeel dat ook hier geldt dat het gaat om een keuze die
praktisch en functioneel is van aard.
-
het gebruik van dit type sensor.Volgens [eiser] hadden er ook andere typen sensoren gebruikt kunnen worden om medicijndoosjes te detecteren.
Ook hier geldt, dat het enkele feit dat er alternatieve keuzemogelijkheden zijn geen doorslaggevende factor is bij de vraag of er vrije en creatieve keuzes zijn gemaakt. Nu [eiser] nalaat stellingen in te nemen die duiden op vrije en creatieve keuzes, is de enkele omstandigheid dat er ook andere type sensoren gebruikt hadden kunnen worden daartoe ontoereikend.
T.a.v. de behuizing van de BinMaster
[eiser] meent dat sprake is van auteursrecht op de behuizing van de BinMaster wegens:
- de kwartronde cilindrische vorm van de BinMaster-behuizing en de bolvormige voorkant van de behuizing van de BinMaster.
Ten aanzien van dit onderdeel verwijst de rechtbank naar hetgeen zij in r.o. 3.6. sub c reeds heeft overwogen.
- het kegelvormige sensorgat in de BinMaster-behuizing.Volgens [eiser] is daarvoor gekozen om de dit vrij te houden van optische blokkades.
De rechtbank is van oordeel dat de vorm van het gat van de sensor praktisch van aard is (ten einde de sensor voldoende scanruimte te geven om alle bewegingen te detecteren, zonder optische blokkades) en dus functioneel is bepaald.
-
de plaatsing van het sensorgat aan de voorkant.Volgens [eiser] is daarvoor gekozen zodat het plaatsen van het medicijndoosje door de sensor altijd wordt opgemerkt. Verder geeft [eiser] aan, dat als de sensor verder naar voren zou worden geplaatst, dat sensor dan mogelijk andere bewegingen zou opmerken buiten het sorteervak.
Zoals eerder overwogen, houdt de keuze voor de plaats van de sensor verband met de deugdelijke werking ervan en is dus technisch/functioneel ingegeven.
-
de afmetingen van de behuizing van de BinMaster. Deze is volgens [eiser] aangepast aan de (zelf gekozen) diepte van de kast.
Zonder nadere toelichting - die ontbreekt - valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt. Wat betreft de afmetingen van de kast, is reeds overwogen dat die zijn bepaald in de tekeningen/schetsen die door [gedaagde 1] zijn gemaakt.
- de straal van de ronding van de BinMaster-behuizing.Volgens [eiser] is hiervoor gekozen om een maximale belichting te krijgen bij een minimaal volume.
Zoals hierboven reeds is overwogen, is het oplichten van het gehele vlak vooral praktisch en functioneel van belang voor de apotheekmedewerker omdat daardoor meteen duidelijk is in
welk vak een medicijn gelegd moet worden en of een recept al gereed is of niet. Wat betreft het volume geldt dat er zoveel mogelijk ruimte over dient te blijven om medicatie in ieder vak te plaatsen. Ook hieruit volgt weer dat deze keuzes van functionele aard zijn.
- de montagemethode van de BinMaster-behuizing door middel van sleuven.Volgens [eiser] is dat “een handige vondst” omdat je dan geen schroeven nodig hebt en het ook materiaal en componenten bespaart.
De rechtbank is van oordeel dat deze wijze van monteren kennelijk hoofdzakelijk uit kostenefficiënte en functionele overwegingen is gedaan. Zonder nadere toelichting - die ontbreekt - valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt.
-
het materiaal en de dikte en transparantie van de BinMaster-behuizing. Volgens [eiser] vormt dit het optimum ten aanzien van de stevigheid, belichting en visuele aantrekkelijkheid.
Naar het oordeel van de rechtbank is het feit dat de behuizing stevig moet zijn en tegelijkertijd goed moet kunnen belichten van belang voor de functionaliteit van de kast. Zonder nadere toelichting - die ontbreekt - valt niet in te zien in welk opzicht deze keuze de visuele aantrekkelijkheid zou verhogen, noch welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt.
de afstanden en plekken voor de schroefuitsparingen.[eiser] licht dit niet verder toe dan te stellen dat dit allemaal vrije ontwerpkeuzes zijn geweest. Zonder nadere toelichting - die ontbreekt - valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt, temeer nu afstanden en plekken voor schroefuitsparingen normaliter functioneel van aard zijn (bijvoorbeeld om twee elementen duurzaam met elkaar te verbinden) en hier kennelijk zijn ingegeven door de bevestiging van de printplaat (zie voorts ook de overweging als hiervoor bij -
de montage van de printplaat door middel van drie schroeven)
de ruimte aan de achterzijde van de BinMaster-behuizing voor plaatsing van een RJ-45 stekker aan de achterzijde van de printplaat.[eiser] licht deze keuze niet verder toe. Zonder een dergelijke toelichting valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt, temeer niet nu het creëren van ruimte voor een stekker normaliter functioneel van aard is.
de hoek van de behuizing.Volgens [eiser] zou plaatsing in een hoek van 26 graden het beste zijn.
Ook hier geldt dat - bij gebreke van enige toelichting - niet valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt, temeer niet nu de hoek van de
behuizing lijkt te zijn gekozen op grond van de gewenste functie.
T.a.v. de Controller
[eiser] meent dat sprake is van auteursrecht op de Controller wegens:
-
de plaatsing van de 12C-connecties en Ri45-connector in het schema op pins 1 en 3.
[eiser] licht deze keuze niet toe.
Zonder een dergelijke toelichting valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt, temeer niet nu het lijkt te gaan om technische aspecten.
- de afmetingen van de Controller.Volgens [eiser] was het achteraf gezien mogelijk om de controller smaller te maken, maar heeft hij “voor het gemak” besloten om de vormgeving van de controller te behouden zoals initieel gekozen, omdat deze aansloot op de reeds ontwikkelde behuizing.
Uit de toelichting van [eiser] volgt niet dat - en zo ja welke - welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt, nu daaruit veeleer volgt dat de keuze voor de afmeting functioneel is bepaald, dan wel vanuit een logische en/of kostefficiënte gedachte is gemaakt.
-
de keuze voor de aansluitmogelijkheid voor 64 LED-balken op de controller, de
aansluitmogelijkheid door middel van RJ-45 blokconnectors op de controller, de nummering van de elementen op de controller alsmede de plaatsing van de connectors op de printplaat.[eiser] licht al deze keuzes niet toe.
Zonder een dergelijke toelichting valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake deze onderdelen zijn gemaakt, temeer niet nu het elementen lijken te betreffen die het behoorlijk functioneren van de sorteerkast mogelijk moeten maken en dus doorgaans functioneel bepaald zijn.
-
de adressering op basis van de aansluiting aan de controller in plaats van bijvoorbeeld
daisy chaining, software-programmeerbare adressering, hardware-programmeerbare
adressering of Unique ID.
Ook het creatieve karakter van deze keuze licht [eiser] niet toe. Bij gebreke daarvan valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt. Dat er ook andere keuzes gemaakt hadden kunnen worden is – zoals reeds eerder overwogen – niet doorslaggevend en bovendien is niet gebleken tot welke uiterlijke gevolgen “de adressering” hebben geleid, terwijl de “adressering” kennelijk tot doel om de controller naar behoren te laten functioneren.
de keuze voor een PCA9548 12C multiplexer, 10k Ohm pull-up weerstanden en 47 Ohm op de 12C aansluitingen op de blokconnector.Hiervoor is volgens [eiser] gekozen vanwege de keuze voor 12C over netwerkkabels en vanwege het multiplexed adresseren van de LED-balken en voor signaalkwaliteit en interferentieondervanging. De PCA9548A kan volgens [eiser] aangestuurd worden door 12C of door SMBUS. Wat hiervan ook zij, ook hier geldt dat het creatieve element van deze keuze niet door [eiser] wordt toegelicht terwijl deze toch vooral technisch lijkt te zijn bepaald, zodat ten aanzien van dit onderdeel hetzelfde geldt als hiervoor reeds is overwogen.
T.a.v.. de Ledverlichting
[eiser] meent dat sprake is van auteursrecht op de Ledverlichting wegens:
-
de ledverlichting is bestuurbaar door middel van een aansturingsprotocol.[eiser] licht deze keuze niet toe.
Zonder een dergelijke toelichting valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel is gemaakt, temeer niet nu [gedaagde 1] onweersproken heeft gesteld dat het aansturingsprotocol er met name voor zorgt dat de ledverlichting de juiste kleuren weergeven in het sorteerproces en dus functioneel is bepaald.
-
het laten knipperen van de ledlichtjes om de aandacht van de operator te verkrijgen.[eiser] licht deze keuze niet toe.
Dat had wel op zijn weg gelegen, temeer nu het knipperen van de lichten er voor moet zorgen dat een bepaald sorteervak extra opvalt en het dus wederom een functionele keuze lijkt te zijn. Ook hier geldt dat - bij gebreke van enige toelichting - niet valt niet in te zien welke creatieve keuzes ter zake dit onderdeel zijn gemaakt.
-
de kleur lampen (groen, rood, blauw en geel).[eiser] licht deze keuze niet toe.
Dat had wel op zijn weg gelegen, temeer nu enkel de keuze voor gebruik van effen (primaire) kleuren zodanig banaal en triviaal is dat - zonder nadere toelichting, die ontbreekt - daarin geen creatieve arbeid valt aan te wijzen.
T.a.v. het protocol
[eiser] stelt dat het ‘tussenprotocol’, dus de aansturing van de lampen en de sensoren, de systeemopzet (controller met 64 losse LED + sensor elementen) en de verdeling tussen LED/sensoren en de sorteersoftware door [eiser] is bedacht, net als het kunnen kiezen van kleur en knipperen en het uitlezen van de sensoren.
De rechtbank is van oordeel dat het enkele feit dat het ‘tussenprotocol’ door [eiser] is bedacht, nog niet met zich brengt dat dit ook gepaard is gegaan met het maken van vrije en creatieve keuzes. [eiser] stelt en onderbouwd ook niet dat sprake is geweest van dergelijke creatieve keuzes, terwijl uit de gegeven omschrijving van het ‘tussenprotocol’ veeleer volgt dat het gaat om technische/functionele elementen.