ECLI:NL:RBZWB:2024:8764

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 december 2024
Publicatiedatum
18 december 2024
Zaaknummer
C/02/429319 / FA RK 24-5627
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking verzoek tot voortzetting crisismaatregel door officier van justitie

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 december 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure met zaaknummer C/02/429319 / FA RK 24-5627. De officier van justitie had op 2 december 2024 een verzoek ingediend voor een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel voor de duur van drie weken. Echter, op 4 december 2024 heeft de officier van justitie per e-mail het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel ingetrokken. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat er geen procesbelang meer bestaat bij het verzoek, wat leidt tot de conclusie dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De rechtbank heeft deze beslissing openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Brok. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/429319 / FA RK 24-5627
Datum uitspraak: 16 december 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats],
advocaat mr. F.E.R.M. Verhagen te Breda.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 2 december 2024;
  • het e-mailbericht van de officier van justitie inhoudende intrekking van het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel, binnengekomen op 4 december 2024.

2.Het verzoek

2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

3.De beoordeling

3.1.
De officier van justitie heeft op 4 december 2024 te kennen gegeven het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel betreffende betrokkene in te trekken.
3.2.
Uit het hiervoor genoemde blijkt dat er geen procesbelang meer bestaat bij het verzoek, waardoor de officier van justitie niet-ontvankelijk zal worden verklaard.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in het verzoek.
Deze beschikking gegeven door mr. Meyboom, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2024, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.