Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
1: een automatisch vuurwapen heeft gehad;
2: munitie voor het automatische vuurwapen heeft gehad;
3: harddrugs heeft gehad;
4: softdrugs heeft gehad.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot een vuurwapen van
categorie II;
en munitie, terwijl het feit is begaan met betrekking tot munitie van categorie
III;
de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
de Opiumwet gegeven verbod;
gevangenisstraf van 26 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren;
algemene voorwaardedat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden. Dit alles geldt zolang de reclassering dit nodig vindt;
mr. M.E.I. Beudeker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. van Eekelen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 december 2024.