Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
3.
[eiser 3],
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter op 4 december 2024 een vonnis gewezen in een arbeidsrechtelijke geschil tussen [eiser 2] en Jumbo Supermarkten B.V. De zaak betreft een loonvordering van [eiser 2] over de periode van 7 november 2017 tot april 2021. In een eerder tussenvonnis van 21 februari 2024 was Jumbo al in de gelegenheid gesteld om een loonberekening over deze periode over te leggen. De kantonrechter heeft in het vonnis van 4 december 2024 Jumbo veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.692,23 bruto aan loon, vermeerderd met wettelijke rente, en een wettelijke verhoging van € 1.138,45 bruto. Daarnaast is Jumbo veroordeeld tot correctie van het vakantiegeld en pensioenafdrachten, en tot afgifte van een gecorrigeerde salarisspecificatie.
De kantonrechter heeft in de beoordeling van de zaak vastgesteld dat Jumbo in het ongelijk is gesteld en moet opdraaien voor de proceskosten, die zijn begroot op € 569,81. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat Jumbo niet tijdig heeft gereageerd op de vorderingen van [eiser 2], wat heeft geleid tot de veroordeling in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Jumbo direct aan de veroordelingen moet voldoen, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Borm.