11.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
medeplegen van het opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 36 (zesendertig) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd meldt bij de reclassering zo lang en zo frequent als deze dit nodig acht. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak. Verdachte dient telefonisch en per post bereikbaar te zijn. De reclassering controleert de behandelvoortgang en woont evaluaties bij;
* dat verdachte zich laat behandelen voor zijn beïnvloedbare gedrag door een forensische polikliniek van de verslavingszorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Indien ten tijde van de meldplicht ook een behandeling ten behoeve van het middelengebruik nodig blijkt, krijgt verdachte de inspanningsverplichting deze op positieve wijze te volgen, zolang de reclassering dit nodig acht;
*dat verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk met een vaste structuur;
* dat verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik beter in beeld te krijgen en zo mogelijk beter te beheersen. De reclassering urineonderzoek gebruiken voor de controle welke bij voorkeur plaats dient te vinden met de RUMA-marker. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd. Bij ernstige bezwaren tegen het gebruik van de RUMA-marker kan de reclassering overgaan tot het doen van visuele controles;
* dat verdachte zich niet bevindt in de [straat] in [plaats] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden)en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
van rechtswege gelden voorts als voorwaarden:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
Beslag
Onttrekking aan het verkeer
- verklaart onttrokken aan het verkeer de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
- 1 STK Fust (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815199 Gripzak gevuld met 26 ponypacks);
- 78 STK Opium (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815200 pillen, Blauw);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815201 gripzak gevuld met brokjes 2MMC);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815179 gripzak met LSD zegels);
- 340 GR Hennep (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815181 sigarettendoos met hennepgruis);
- 8 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815158 mthylfenidaat pillen, Wit);
- 14,2 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815159 mannitol in gripzakje, Wit);
- 7 GR Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815165 MDMA in een gripzakje, Wit);
- 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815166 onbekend poeder in gripzakje, Grijs);
- 1 STK Wapen (Omschrijving: PL2000-ZB3R024009_815122, werpsterren);
- 1 STK Wapen (Omschrijving: PL2000-ZB3R02009_815123, werpsterren);
- 1 Bus Pepperspray (Omschrijving: PL2000-ZB3R02009_815168);
- gelast de teruggave aan [naam 2] van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
- 1 STK Bankpas (Omschrijving: PL2000-ZB3R02009_815169, INGpas op naam: [naam 2] ( [geboortedag 2] -2000))
- 1 STK Identiteitsbewijs (Omschrijving: PL2000-ZB3R02009_815170, ID kaart
op naam: [naam 2] ( [geboortedag 2] -2000))
Vordering tenuitvoerlegging
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 02-191801-22 af;
Benadeelde partij [benadeelde 1]
-
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 5.129,86, waarvan € 129,81 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
-
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] , € 5.129,81 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 60 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 2]
-
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van € 5.129,86, waarvan € 129,81 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
-
legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2] , € 5.129,81 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 16 februari 2024 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 60 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. van Beelen, voorzitter, mr. E.B. Prenger en mr. D.L.J. Martens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Verdult, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 17 december 2024.
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 februari 2024 te [plaats] (aan [het adres] ),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door
- een explosief aan te steken en/of
- een (stoep)tegel, althans een hard voorwerp door de ruit van
voornoemde woning te gooien (waardoor een gat in die ruit ontstond)
en/of
- (vervolgens) dat explosief in de woning (door dat gat) te gooien
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten die woning en/of
de inboedel/inrichting van die woning aan [het adres] en/of
een of meer omliggende woning(en) en/of de inboedel/inrichting van
die omliggende woning(en) en/of een of meerdere voertuigen (te weten
in ieder geval een personenauto, Mercedes-Benz B 180, [kenteken]
[kenteken] , geheel of gedeeltelijk toebehorend aan [naam 1] ) en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander,
te weten de bewoners van [het adres] en/of bewoner(s) van
omliggende woning(en) te duchten was;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek
van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )