ECLI:NL:RBZWB:2024:8733
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. Oomes
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake partneralimentatie in het kader van echtscheiding
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een voorlopige voorziening voor partneralimentatie. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.L.P. Heuts, verzocht om een onderhoudsbijdrage van € 3.537,= per maand van de man, die werd bijgestaan door advocaat mr. E.J.A. van den Hoogen. De mondelinge behandeling vond plaats op 1 november 2024, waarbij beide partijen hun standpunten en financiële gegevens hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de behoefte van de vrouw aan alimentatie vastgesteld op basis van het netto besteedbaar gezinsinkomen ten tijde van de samenleving, waarbij de rechtbank de aanbevelingen van de Expertgroep Alimentatie heeft gevolgd. De vrouw heeft een netto besteedbaar inkomen van € 3.859,= per maand, terwijl de man een gemiddelde winst uit onderneming heeft van € 192.920,= bruto per jaar, wat resulteert in een netto inkomen van € 9.202,= per maand. Na het in aanmerking nemen van de onderhoudsbijdragen voor kinderen uit eerdere huwelijken en zorgkosten, heeft de rechtbank de huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw vastgesteld op € 6.729,= netto per maand. De rechtbank heeft ook de draagkracht van de man beoordeeld, die na aftrek van zijn eigen verplichtingen en kosten, in staat werd geacht om een bijdrage van € 658,= bruto per maand te betalen. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw tot zover toegewezen en de verplichting tot betaling van de alimentatie vastgesteld met ingang van 24 september 2024.