ECLI:NL:RBZWB:2024:8723

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
BRE 23/3995 WMO
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag voor ophoging van individuele begeleiding op grond van de Wmo

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verhoging van het aantal uren individuele begeleiding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Eiser, die lijdt aan chronische rugklachten, oorsuizen en psychiatrische problematiek, ontvangt sinds 1 november 2017 een maatwerkvoorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) voor vijf uur begeleiding per week, verleend door zijn vrouw. Op 26 oktober 2022 heeft eiser verzocht om verlenging van deze maatwerkvoorziening en op 16 januari 2023 om meer uren begeleiding. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom heeft deze aanvragen afgewezen, met de motivatie dat de huidige begeleiding voldoende is en dat de extra gevraagde uren niet onder de Wmo vallen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het college niet heeft aangetoond dat de begeleidingsbehoefte van eiser is toegenomen en dat de taken die zijn vrouw uitvoert grotendeels niet onder de definitie van begeleiding zoals bedoeld in de Wmo vallen. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser, waaronder de stelling dat hij volledig arbeidsongeschikt is en 24 uur per dag zorg nodig heeft, niet overtuigend geacht. De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft besloten om de aanvraag voor meer uren begeleiding af te wijzen, omdat de bestaande ondersteuning voldoet aan de eisen van de Wmo. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zijn situatie is veranderd en dat er meer begeleiding nodig is dan momenteel wordt geboden.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om benoeming van een deskundige af, omdat het college voldoende inzicht heeft in de problematiek van eiser. Eiser kan binnen zes weken na deze uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/3995 WMO

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 december 2024 in de zaak tussen

[eiser], uit [plaats], eiser

(gemachtigde: mr. I.M. van den Heuvel),
en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom(het college), verweerder
(gemachtigde: mr. S.H.J. Aarts).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor ophoging van het aantal uren individuele begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
1.1.
Het college heeft eisers aanvraag met het besluit van 20 april 2023 (het primaire besluit) afgewezen. Met het bestreden besluit van 22 juni 2023 op het bezwaar van eiser is het college bij de afwijzing gebleven.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 5 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, zijn vrouw, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of het college op goede gronden tot de conclusie is gekomen dat eiser niet in aanmerking komt voor meer uren individuele begeleiding. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten en omstandigheden
4. Eiser is bekend met chronische rugklachten, oorsuizen en psychiatrische problematiek. Vanwege zijn aandoeningen en de daaruit voortvloeiende beperkingen ontvangt hij sinds 1 november 2017 een maatwerkvoorziening begeleiding individueel op grond van de Wmo van het college. Hij ontvangt deze voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb). Zijn vrouw verleent de begeleiding. Het gaat om vijf uur begeleiding per week (één uur per (werk)dag).
5. Op 26 oktober 2022 heeft eiser verzocht om verlenging van de maatwerkvoorziening. Het college heeft daarop Stichting SAP gevraagd om onderzoek te doen naar de noodzaak en omvang van de begeleiding.
Verzekeringsarts [naam 1] van Stichting SAP heeft op 23 december 2022 gerapporteerd dat eiser is beperkt ten aanzien van plannen, organiseren en structureren, handhaven van een dagstructuur, het initiëren van eenvoudige en complexe taken, en het kunnen oplossen van problemen en nemen van besluiten. Begeleiding is hierop gericht en op het vergroten van de sociale zelfredzaamheid, het houden van toezicht en aansturen van gedrag en het geven van een zinvolle dagbesteding op maat. Individuele begeleiding wordt geadviseerd met als doel eiser te activeren en ondersteuning te bieden bij zijn dagelijkse activiteiten en hem stabiel te houden. De begeleiding door zijn vrouw is hierin adequaat. De verwachting van de verzekeringsarts is dat de situatie voorlopig stationair blijft.
Mede op basis van dit rapport heeft het college de maatwerkvoorziening individuele begeleiding bij besluit van 27 december 2022 verlengd voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024.
6. Op 16 januari 2023 heeft eiser het college gevraagd om meer uren individuele begeleiding. Ter onderbouwing van deze aanvraag heeft hij een brief van zijn psychiater [naam 2] van 22 december 2022 overgelegd.
Het college heeft onderzocht of de te bieden begeleiding is toegenomen ten opzichte van de eerdere toekenning. Er heeft daartoe diverse malen telefonisch contact plaatsgevonden met zowel eiser als zijn psychiater. Daarnaast zijn ook de stukken van de psychiater van 22 december 2022 en 16 februari 2023 en van eisers huisarts [naam 3] van 7 februari 2023 bij de beoordeling betrokken. Geprobeerd is inzichtelijk te krijgen welke concrete taken door de vrouw van eiser worden uitgevoerd. Het college heeft op basis van de verkregen informatie geconcludeerd dat niet alle omschreven taken waarvoor (extra) begeleiding wordt gevraagd, vallen onder begeleiding als bedoeld in de Wmo. Uit de overgebleven taken blijkt onvoldoende dat een ophoging van de uren noodzakelijk is om de ondersteuningsbehoefte van eiser te compenseren.
Eiser is vervolgens nog in de gelegenheid gesteld om een overzicht te geven van de taken die zijn vrouw voor hem doet om ondersteuning te bieden. Eiser heeft dat overzicht ook overgelegd.
7. In het primaire besluit heeft het college zich op het standpunt gesteld dat eiser niet in aanmerking komt voor meer uren individuele begeleiding. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
8. Bij het bestreden besluit is het bezwaar van eiser door het college ongegrond verklaard. Daarbij is uiteengezet dat voor sommige taken al begeleiding is toegekend en andere taken onder gebruikelijke hulp vallen. Tot slot is voor sommige taken begeleiding niet geïndiceerd omdat begeleiding is gericht op het bieden van hulp bij het doornemen van de dag- of weekstructuur en niet in het daadwerkelijk bieden van die structuur (artikel 21 van de Beleidsregels), het samen opwerken bij het uitvoeren van huishoudelijke hulp niet valt onder de maatwerkvoorziening begeleiding (artikel 22 van de Beleidsregels), en omdat volgens geen van de medisch specialisten hulp bij die zaken noodzakelijk is.
Beroepsgronden
9. Eiser stelt dat hij zodanige lichamelijke en psychische gebreken heeft dat hij volledig arbeidsongeschikt is en is aangewezen op 24 uur per dag zorg. Dit zou ook blijken uit de overgelegde verklaringen van zijn psychiater [naam 2] en zijn huisarts [naam 3]. Volgens eiser heeft hij aangetoond dat de benodigde zorg het beste verleend kan worden door zijn vrouw in de thuissituatie. Het college heeft niet weersproken dat hij een hulpvraag heeft en zij heeft de verklaringen van de behandelaars niet weerlegd. Met de SAP-rapportage wordt het oordeel van de behandelaars niet gemotiveerd bestreden. De verzekeringsarts komt daarin bovendien niet verder dan een voorlopig oordeel, wat gelet op de structurele aard van de ernstige gebreken geen antwoord is op de relevante vraag.
Tot slot stelt eiser dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is.
Relevante wet- en regelgeving
10. De voor de beoordeling van het beroep relevante wet- en regelgeving is te vinden in een bijlage bij deze uitspraak.
Beoordeling door de rechtbank
11. De rechtbank stelt allereerst vast dat het college Stichting SAP niet heeft gevraagd de begeleidingsbehoefte van eiser te onderzoeken in het kader van het besluit dat in deze zaak centraal staat. Dit is namelijk gedaan in het kader van eisers aanvraag tot verlenging van zijn pgb van 26 oktober 2022. Het rapport van de verzekeringsarts van Stichting SAP is dan ook niet ingebracht ter weerlegging van de informatie van de behandelaars van eiser, zoals hij wel stelt.
12. Het rapport van de verzekeringsarts van Stichting SAP is wel relevant voor deze zaak, omdat daaruit ook blijkt waarvoor eiser momenteel begeleiding van zijn vrouw ontvangt. Het gaat onder meer om zaken waarin eiser beperkt is zoals plannen, organiseren en structureren. Daarnaast richt de begeleiding zich op het houden van toezicht en het bieden van dagbesteding. De verwachting van de verzekeringsarts was dat de situatie van eiser stationair zou blijven. Eiser heeft zich hierna echter bij het college gemeld, omdat hij van mening is dat ophoging van het aantal uren begeleiding door zijn vrouw nodig is. Het is dan aan eiser om aan te tonen dat de situatie gewijzigd is en te concretiseren waarvoor een ophoging noodzakelijk is.
13. Ter onderbouwing van de stelling dat meer uren begeleiding noodzakelijk zijn, heeft eiser een brief van zijn psychiater [naam 2] van 22 december 2022 overgelegd. In die brief stelt de psychiater inderdaad dat er meerdere uren per dag begeleiding en ondersteuning geboden moet worden, maar niet waarvoor. Desgevraagd heeft de psychiater vervolgens in een brief van 16 februari 2023 uiteengezet waaruit de begeleiding en ondersteuning door de vrouw van eiser bestaat. Het gaat om het bieden van afleiding (al dan niet bij toename van oorsuizen), hulp bij verplaatsing naar het toilet in de nacht, eiser mee naar buiten nemen om te wandelen, eiser concrete taken geven voor het huishouden en het gezinsleven met drie kinderen, en actie ondernemen als er iets met eiser gebeurt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college terecht gesteld dat dit grotendeels taken zijn die niet onder begeleiding als bedoeld in de Wmo vallen. Er is hiermee immers geen sprake van bevordering van de participatie of zelfredzaamheid als bedoeld in artikel 2.3.5, derde lid, van de Wmo. Voor de hulp bij de verplaatsing naar het toilet is het bestaande pgb bovendien ook toegekend.
14. Eiser heeft op verzoek van het college zelf ook een overzicht gemaakt van de taken die zijn vrouw op dagelijkse basis verricht en de tijd die daarmee gemoeid zou zijn. Het college heeft in het bestreden besluit gemotiveerd uiteengezet waarom deze taken niet kunnen leiden tot de toekenning van meer uren begeleiding. Ten eerste is voor een deel van de genoemde taken het bestaande pgb van vijf uur per week bedoeld, bijvoorbeeld voor het maken van een dagindeling. Een ander deel van de taken die zijn vrouw verricht, zijn aan te merken als gebruikelijke hulp: hulp die in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenote (artikel 1.1.1. van de Wmo). Het gaat dan bijvoorbeeld om samen wandelen, contact zoeken met anderen, postverwerking en administratie. Tot slot zijn er taken genoemd zoals het samen klaarmaken van ontbijt en avondeten en samen opruimen en afwassen. Het samen uitvoeren van deze taken is niet aan te merken als begeleiding als bedoeld in de Wmo.
15. Tot slot ziet de rechtbank geen aanleiding voor het benoemen van een deskundige, zoals eiser ter zitting wel heeft verzocht. Het college heeft een voldoende helder beeld van eisers problematiek en ondersteuningsbehoefte. Eiser heeft voldoende gelegenheid gehad om aan te tonen dat er meer uren begeleiding noodzakelijk zijn en heeft daarvan ook gebruik gemaakt door stukken van zijn behandelaars en een overzicht van de taken die zijn vrouw verricht te overleggen. Deze stukken geven de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de conclusies van het college en daarmee aan het bestreden besluit. Om die redenen wordt het verzoek tot benoeming van een deskundige afgewezen.

Conclusie en gevolgen

16. Het beroep is ongegrond. Het college heeft eisers aanvraag om ophoging van het aantal uren individuele begeleiding door zijn vrouw terecht afgewezen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier op 16 december 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.

Bijlage: relevante wet- en regelgeving

Wet maatschappelijke ondersteuning

Artikel 1.1.1

  • begeleiding:activiteiten gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van de cliënt opdat hij zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven.
  • gebruikelijke hulp:hulp die naar algemeen aanvaarde opvattingen in redelijkheid mag worden verwacht van de echtgenoot, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten;
  • mantelzorg:hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.

Artikel 2.3.5 van de Wmo

3. Het college beslist tot verstrekking van een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Verordening maatschappelijke ondersteuning [plaats] 2022

Artikel 4.2 Afwijzingsgronden

1. Algemeen: in de volgende situaties wordt de maatwerkvoorziening afgewezen;
c. indien er sprake is van een voorziening waar op grond van een andere wettelijke regeling, zoals de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet, aanspraak op gemaakt kan worden en dit leidt tot voldoende compensatie om het gewenste resultaat te bereiken;
d. indien de beperkingen en/of belemmeringen van de cliënt door middel van een algemeen gebruikelijke, algemene, of voorliggende voorziening, of door ondersteuning van het sociale netwerk kunnen worden opgeheven.

De Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning [plaats] 2023

Artikel 21 Productcategorieën

Binnen de maatwerkvoorziening begeleiding maken we het onderscheid tussen de producten begeleiding individueel (waakvlam, licht, midden, zwaar en offerte), begeleiding groep (licht, midden en zwaar), en kortdurend verblijf. Of de cliënt is aangewezen op begeleiding individueel of begeleiding in groepsverband, wordt bepaald door de afweging wat zorginhoudelijk het meest doelmatig is. Begeleiding in groepsverband is voorliggend op begeleiding individueel als hetzelfde doel wordt beoogd.
Begeleiding individueel
Begeleiding individueel (licht, midden, zwaar en offerte) is de aangewezen vorm van begeleiding voor cliënten waarbij de zorgbehoefte gelegen is in bijvoorbeeld het één of meerdere keren per week bieden van hulp bij het doornemen van de dag- of weekstructuur en niet in het daadwerkelijk bieden van die dagstructuur. Begeleiding individueel waakvlam is bedoeld voor cliënten binnen de Wmo doelgroep, die minder ondersteuning nodig hebben dan 4 uur per 4 weken. Het gaat hier in de regel om cliënten die één keer in de drie of vier weken een gesprek hebben met hun zorgaanbieder. Of cliënten waarbij de zorg en ondersteuning minimaal is, en er eens in de zoveel tijd op oproep van de cliënt, een de-escalerend gesprek nodig is, waarna de cliënt zelfstandig vooruit kan.

Artikel 22 Afbakening van de ondersteuning

Behandeling
Activiteiten gericht op het verbeteren van de aandoening worden gezien als behandeling en vallen niet onder de maatwerkvoorziening begeleiding binnen de Wmo, maar onder de Zvw.
Huishoudelijke taken
Samen opwerken bij het uitvoeren van huishoudelijke taken valt niet onder de maatwerkvoorziening begeleiding, maar onder de maatwerkvoorziening huishoudelijke ondersteuning.