De man verzoekt nu, bij wijze van zelfstandig verzoek, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. Het geregistreerd partnerschap van partijen van partijen te ontbinden;
II. Te bepalen dat de man aan de vrouw met ingang van de datum van de inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand aan de vrouw een bedrag van € 1.018,- bruto per maand voldoet als bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud;
III. De inboedel van partijen aan de man toe te delen onder de verplichting van de man om aan de vrouw uit hoofde van overbedeling een bedrag van € 3.300,- te voldoen;
IV. De belastingteruggave van 2022 op naam van de man aan de man toe te delen en de belastingaanslag op naam van de vrouw aan de vrouw en de man te veroordelen tot het voldoen van een bedrag van € 1.474,- aan de vrouw uit hoofde van overbedeling;
V. Het saldo op de bankrekening van de man (bij partijen bekend) aan de man toe te delen en de man te veroordelen tot het voldoen van een bedrag van € 6.526,40 aan de vrouw uit hoofde van overbedeling;
VI. De gezamenlijke bankrekening van partijen aan de man toe te delen en de vrouw te veroordelen tot het voldoen van een bedrag van € 1.590,- uit hoofde van verrekening van het door de vrouw opgenomen bedrag;
VII. De auto aan de vrouw toe te delen en de vrouw te veroordelen tot het voldoen van een bedrag van € 500,- aan de man uit hoofde van overbedeling;
VIII. Vast te stellen dat partijen over en weer niets meer van elkaar te vorderen hebben;
IX. Deze beschikking, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren;
X. Kosten rechtens.