ECLI:NL:RBZWB:2024:8661

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/02/428036 / FA RK 24-4967
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornissen en verslavingsproblematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2024 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren op [geboortedag] 1988 in [geboorteplaats]. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden. De rechtbank heeft de procedure gestart op basis van een verzoekschrift dat op 24 oktober 2024 is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond achter de woning van betrokkene, zijn betrokkene, zijn advocaat mr. Ph. van Kampen, een psychiater en een medewerker van het FACT-team gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en verslavingsstoornissen. De rechtbank oordeelt dat deze stoornissen ernstig nadeel veroorzaken, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. Betrokkene heeft in het verleden suïcidepogingen gedaan en vertoont tekenen van decompensatie bij stress. De rechtbank concludeert dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de voorkeur van betrokkene voor opname in een accommodatie als verplichte zorg. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met het rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/428036 / FA RK 24-4967
Datum uitspraak: 14 november 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1988 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. Ph. van Kampen te Goes.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 24 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 november 2024 achter de woning van betrokkene. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. Ph van Kampen;
  • de heer [naam 1] , psychiater, behandelaar;
  • mevrouw [naam 2] , medewerker FACT-team.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging verleend tot en met 27 november 2024.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan weinig problemen te hebben met de zorgmachtiging. Hij is in het afgelopen jaar vrijwillig opgenomen geweest. Betrokkene stelt [zorginstelling] een fijn vangnet te vinden voor de momenten waarop hij niets meer heeft. Betrokkene geeft de voorkeur aan een verblijf bij [zorginstelling] boven een verblijf in de gevangenis. Betrokkene geeft bovendien aan dat hij een verplichte opname als een goede hooiberg ziet om in te vallen voordat de situatie verder uit de hand loopt. Hij kent zichzelf ondertussen een beetje en ziet in dat het niet ondenkbaar is dat hij in de toekomst nogmaals opgenomen dient te worden. Betrokkene vertelt daarnaast dat het in het vrijwillig kader nog wel eens lang kan duren voordat een opname daadwerkelijk plaatsvindt, terwijl dit bij een verplichte opname vele malen korter duurt. In een situatie waarin betrokkene denkt opname nodig te hebben, heeft hij liever dat dit snel kan plaatsvinden.
4.2.
De advocaat van betrokkene bepleit primair afwijzing van het verzoek. Hij heeft aan dat betrokkene het afgelopen jaar voorbeeldig is geweest in de zorg, ook bij crisismomenten. De advocaat geeft hierbij aan dat er geen sprake is van verzet bij betrokkene met betrekking tot de noodzakelijke zorg. Volgens de advocaat is de samenwerking tussen betrokkene en de behandelaar van belang. Wanneer een zorgmachtiging wordt toegewezen wordt deze samenwerking doorbroken. Secundair bepleit de advocaat afwijzing van de opname. Met de vrijwillige opname in het afgelopen jaar laat betrokkene wederom zien dat hij zich niet tegen de zorg verzet. Daarnaast is de opname van de zorgmachtiging, wanneer deze niet voorzienbaar is, door de wetgever niet bedoeld als stok achter de deur. Voor dat soort situaties dient via een tijdelijke noodmaatregel de zorgmachtiging gewijzigd te worden, wanneer dat voor de situatie van betrokkene als noodzakelijk geacht wordt.
4.3.
De behandelaar van betrokkene geeft aan dat betrokkene de zorg inderdaad opzoekt wanneer dat nodig is. Op dit moment onderhouden ze een goede relatie, maar betrokkene ervaart veel stressmomenten. Het is in zijn belang om daar geen onnodige problematiek door psychische ontregeling bij te krijgen. Volgens de behandelaar heeft het een meerwaarde als het ernstig nadeel kan worden voorkomen en er niet pas ingegrepen kan worden als dit al heeft plaatsgevonden. Het is onbekend hoe de situatie zich gaat ontwikkelen, maar de behandelaar geeft aan dat hij denkt dat betrokkene achter het verzoek staat, inclusief de opname, voor het geval dit nodig is. De medische verklaring is volgens de behandelaar opgesteld vanuit het beeld van de afgelopen jaren. Dat beeld is redelijk stabiel waardoor de medische verklaring als betrouwbaar gezien kan worden.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelengerelateerde en verslavingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Bij betrokkene is er sprake van schizofrenie, cannabisafhankelijkheid en een gokverslaving.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige financiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstige verstoorde ontwikkeling;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
De afgelopen jaren wordt bij betrokkene oplopende tekenen van stress geobserveerd. Dit heeft het afgelopen jaar geleid tot een forse crisissituatie in de vorm van een serieuze escalatie naar goederen en personen. Wanneer betrokkene stopt met het nemen van zijn anti-psychotische medicatie, begint hij paranoïde waanideeën te ervaren. Gelijktijdig wendt betrokkene zich op dat moment steeds meer af van de hulpverlening. Daarnaast is bekend dat betrokkene bij relationele stress en de psychosociale gevolgen van cannabisgebruik en gokschulden kan decompenseren. In psychotische toestand deed betrokkene voorheen en suïcidepoging. In ontregelde conditie bestaat tevens het risico op agressie richting instanties die zijn kinderen uit huis hebben geplaatst.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Crisis en stressperiodes kunnen bij betrokkene tot boosheid en frustratie leiden. In deze situaties is het ten zeerste de vraag of betrokkene zijn behandeling zal blijven volgen. Het FACT-team is sinds een jaar niet meer welkom in het huis van betrokkene waardoor betrokkene zelf zijn medicatie moet gaan halen. Om dit te kunnen blijven waarborgen is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
5.7.
Daarnaast acht de rechtbank ook de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk indien sprake is van decompensatie van het toestandsbeeld van betrokkene en/of het ernstig nadeel niet langer in het ambulante kader kan worden afgewend:
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
5.8.
In dit oordeel neemt de rechtbank mee dat betrokkene zelf een voorkeur heeft voor het toewijzen van ‘opname in een accommodatie’ als verplichte vorm van zorg. Het ziektebesef van betrokkene oogt op dit moment toereikend om vrijwillig in opname te gaan wanneer dit nodig is. Betrokkene stelt echter zelf dat hij graag de verplichte opname graag toegewezen ziet worden voor het geval er een crisissituatie ontstaat en hij op dat moment anders tegen de opname aankijkt.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.10.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1988 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in paragraaf 5.6 en 5.7 kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
14 november 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024 door mr. Borm, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 20 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.