Op 4 december 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van vier minderjarigen, [minderjarige 1], [minderjarige 2], [minderjarige 3] en [minderjarige 4]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 22 december 2020 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De gezinsvoogdijinstantie (GI), het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft verzocht om een verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, omdat er nog steeds zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 december 2024 waren de moeder en vertegenwoordigers van de GI aanwezig, terwijl de vader niet verscheen, ondanks dat hij correct was opgeroepen. De kinderrechter heeft de mening van de minderjarigen gevraagd en heeft vastgesteld dat er nog steeds ernstige zorgen zijn over hun welzijn, met name over het gedrag van [minderjarige 1] en [minderjarige 4]. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 22 december 2025, omdat de situatie van de kinderen nog niet voldoende is verbeterd en er behoefte is aan voortdurende ondersteuning vanuit de GI. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de ontwikkeling van de kinderen niet in gevaar komt door een mogelijk hoger beroep.