ECLI:NL:RBZWB:2024:8579

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
10984663 _ MB VERZ 24-178
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren op verboden plek

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die was opgelegd aan [betrokkene] B.V. De boete was opgelegd wegens het parkeren van een voertuig op een plek waar dat niet was toegestaan, zoals aangegeven door een parkeerverbod (bord E1) in Middelburg op 30 december 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 15 november 2024 heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. M. Lagas, aangevoerd dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat het voertuig niet op de rijbaan was geparkeerd, maar op een ander weggedeelte dat volgens hem niet in strijd was met het parkeerverbod. De gemachtigde betoogde verder dat de foto’s in het procesdossier van onvoldoende kwaliteit waren om als bewijs te dienen. De zittingsvertegenwoordiger, mr. Z. Fluitsma, heeft echter betoogd dat de gedraging wel degelijk had plaatsgevonden en dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de vaststelling van de gedraging.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag biedt voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. De kantonrechter oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, en dat er geen zichtbare belijning aanwezig was om de locatie als parkeervak aan te duiden. Daarom werd de boete als terecht opgelegd beschouwd. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de boete gehandhaafd blijft.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10984663 \ MB VERZ 24-178
CJIB-nummer : 7062 5422 5525 7411
uitspraakdatum : 15 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. Z. Fluitsma (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Namens betrokkene is als waarnemend gemachtigde verschenen mevrouw [naam]. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone)) te Middelburg op 30 december 2022.
Namens de betrokkene heeft de gemachtigde zich op het standpunt gesteld dat betrokkene de gedraging niet heeft verricht. De betrokkene heeft niet op de rijbaan geparkeerd, maar op een ander weggedeelte in de zin van artikel 10 RVV wat niet in strijd is met het parkeerverbod. Daarbij stelt de gemachtigde dat de foto’s in het procesdossier geen bewijskracht hebben aangezien deze van slechte kwaliteit zijn. Tot slot verzoekt de gemachtigde proceskostenvergoeding.
Ter zitting heeft de gemachtigde hieraan toegevoegd dat de betreffende plek voor de gemiddelde weggebruiker voordoet als een parkeerplek. De rijbaan is eveneens betegeld. Pas indien sprake is van parkeren op de rijbaan is het in strijd met het verbod. De gedraging is daarom niet verricht.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het tegelgebruik is niet kenmerkend als ander deel van de rijbaan. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in de zaak met kenmerk 2022:4283 geoordeeld dat parkeren op een daartoe bestemd weggedeelte een uitzondering vormt op het parkeerverbod, het aan de gemachtigde is om aannemelijk te maken dat sprake is van een voor parkeren bestemd weggedeelte. Dat het gaat om een strook naast de rijbaan en deze strook een ander kleur asfalt heeft, is onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van een parkeerstrook. Daarvoor is een verdere aanduiding nodig.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Om een locatie te duiden als parkeervak dient er belijning zichtbaar te zijn. Dat ontbreekt in dit geval.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. S.E. van Wijk, en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: