ECLI:NL:RBZWB:2024:8578

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
11089789 _ MB VERZ 24-355
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete, gedraging staat vast, ongegrond

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 9 km per uur te hard op de N253 te Oostburg op 24 oktober 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard. Tijdens de zitting op 15 november 2024 was betrokkene niet aanwezig, maar zijn standpunten waren wel schriftelijk ingediend. Betrokkene voerde aan dat hij niet de bestuurder of eigenaar van het voertuig was en dat hij het beroep te laat had ingesteld omdat de documenten naar een verkeerd adres waren verzonden. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. Z. Fluitsma, verzocht om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, omdat betrokkene ook bij de kantonrechter te laat beroep had ingesteld.

De kantonrechter oordeelde dat, hoewel betrokkene niet was verschenen, hij voldoende bijzondere omstandigheden had aangevoerd die het te laat instellen van beroep niet aan hem konden worden toegerekend. Hierdoor werd het beroep ontvankelijk verklaard. Vervolgens beoordeelde de kantonrechter de inhoud van het beroep. De kantonrechter concludeerde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was vastgesteld op basis van de verklaring van de verbalisant en de beschikbare bewijsstukken, waaronder foto's. Betrokkene had geen specifieke feiten of omstandigheden aangevoerd die aanleiding gaven om aan de juistheid van de verklaring van de verbalisant te twijfelen. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de boete.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11089789 \ MB VERZ 24-355
CJIB-nummer : 4062 5422 5334 5115
uitspraakdatum : 15 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. Z. Fluitsma (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 9 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom op de N253 te Oostburg op 24 oktober 2022.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat hij niet de bestuurder en niet de eigenaar is van het voertuig. Betrokkene heeft het beroep te laat ingesteld omdat de documenten naar het verkeerde postadres is verzonden, ondanks dat hij zijn nieuwe postadres had doorgegeven. Betrokkene stelt de gedraging niet te hebben verricht.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft ook bij de kantonrechter te laat beroep ingediend en heeft onvoldoende doorgegeven wanneer hij op welk adres te bereiken was.

Overwegingen

Ontvankelijkheid
Betrokkene is niet verschenen op de zitting. De kantonrechter is echter van oordeel dat betrokkene met wat in het beroepschrift is aangevoerd aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het te laat instellen van beroep niet aan hem kan worden toegerekend. Het beroep is ontvankelijk bij de kantonrechter en had ook door de officier van justitie ontvankelijk geacht moeten worden.
Inhoudelijk
De kantonrechter zal vervolgens het beroep tegen de boete inhoudelijk beoordelen.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De foto’s in het dossier zijn duidelijk.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. S.E. van Wijk, en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: