ECLI:NL:RBZWB:2024:8577

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
11030039 _ MB VERZ 24-261
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens doorrijden bij rood verkeerslicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht te Wilhelminadorp op 4 juli 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting is de gemachtigde van de betrokkene verschenen en heeft aangevoerd dat het zicht op het verkeerslicht geblokkeerd was door een vrachtwagen, waardoor de betrokkene niet tijdig kon remmen. De gemachtigde stelde ook dat de boete te hoog was.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat de gedraging op basis van de foto’s in het dossier kon worden vastgesteld. De kantonrechter heeft overwogen dat de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende is voor de vaststelling van de gedraging, tenzij er specifieke feiten zijn die aan de juistheid van die verklaring twijfelen. De kantonrechter concludeerde dat de gemachtigde had kunnen zien dat het stoplicht op rood stond en dat de boete terecht was opgelegd. De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en de boete gehandhaafd.

De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits aan de voorwaarden wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11030039 \ MB VERZ 24-261
CJIB-nummer : 6062 5422 5916 1981
uitspraakdatum : 15 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. Z. Fluitsma (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Namens betrokkene is gemachtigde [gemachtigde] verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat te Wilhelminadorp op 4 juli 2023.
De gemachtigde heeft namens de betrokken in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat hij niet kon zien dat het stoplicht net voor hij het kruispunt overstak op rood sprong, omdat het zicht geblokkeerd werd door een vrachtwagen. Toen de gemachtigde zag dat het stoplicht op rood stond was hij te dicht bij het kruispunt om nog op een veilige manier te remmen.
Ter zitting heeft de gemachtigde hieraan toegevoegd dat hij alleen het oranje licht heeft gezien en het niet veilig genoeg vond om een noodrem te maken. Ook vindt de betrokkene de boete erg hoog.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Onder andere op basis van de foto’s in het dossier is de gedraging vast te stellen. Van een weggebruiker mag worden veracht dat hij voldoende afstand houdt van voorliggers zodat het stoplicht zichtbaar is. Een oranje licht duurt lang genoeg om te stoppen. Dat de gemachtigde door een rood licht reed betekent dat hij hier onvoldoende rekening mee heeft gehouden.
Overwegingen
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene of gemachtigde voor de zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat de gemachtigde heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De gemachtigde had voor het passeren van het stoplicht naar boven kunnen kijken en het rode licht kunnen zien.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. S.E. van Wijk, en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: