ECLI:NL:RBZWB:2024:8538

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
10999542 _ MB VERZ 24-207
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete met gedeeltelijke gegrondverklaring en wijziging van de pleegdatum

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, een B.V., had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren van een voertuig op een verboden plek in Veere op 24 oktober 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 15 november 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. Z. Fluitsma, heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren, ondanks dat de foto’s in het dossier niet overeenkwamen met de datum van de boete. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant en de foto’s in het dossier. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de wijziging van de pleegdatum naar 27 oktober 2023 de betrokkene niet in zijn belangen schaadt. Het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard, waarbij de kantonrechter de inleidende beschikking heeft gewijzigd in die zin dat de datum van de gedraging is aangepast. De kantonrechter heeft echter geen reden gezien om de boete te matigen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10999542 \ MB VERZ 24-207
CJIB-nummer : 2062 5422 6211 4619
uitspraakdatum : 15 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] B.V.
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. Z. Fluitsma (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone)) te Veere op 24 oktober 2023.
De gemachtigde van betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat betrokkene de gedraging niet heeft kunnen verrichten op de genoemde datum, aangezien het voertuig zich bevond op de parkeerplaats van Brussels Airport te Zaventem. De foto’s die als bewijs zijn toegevoegd zijn van een andere datum dan de datum die op de boete wordt vermeld.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De datum op de foto’s in het dossier komt inderdaad niet overeen met de datum op de boete. Betrokkene wordt hierdoor echter niet zodanig in zijn verdediging geschaad dat vernietiging van boete dient te volgen. Het is voldoende duidelijke van welke gedraging er sprake van is. De zittingsvertegenwoordiger verzoekt het beroep om deze reden ongegrond te verklaren.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De foto’s in het dossier zijn duidelijk, waardoor de gedraging vast te stellen is.
Naar het oordeel van de kantonrechter wordt betrokkene door deze wijziging van de pleegdatum niet in zijn belangen geschaad. Voor betrokkene was in beroep voldoende duidelijk waar de boete betrekking op had. De datum zal daarom worden gewijzigd in 27 oktober 2023, zodat het beroep gedeeltelijk gegrond zal worden verklaard.
De kantonrechter ziet echter in wat de gemachtigde heeft aangevoerd geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom gedeeltelijk gegrond verklaard.

Beslissing

  • verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
  • wijzigt de inleidende beschikking in die zin dat de datum wordt gewijzigd in 27 oktober 2023.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. S.E. van Wijk, en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: