ECLI:NL:RBZWB:2024:8533

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
11030019 _ MB VERZ 24-260
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete niet ontvankelijk verklaard wegens te late indiening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 17 km per uur te hard op een weg buiten de bebouwde kom te Oosterland op 20 november 2022. Betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zitting vond plaats op 15 november 2024, waarbij de officier van justitie werd vertegenwoordigd door mr. Z. Fluitsma. Betrokkene was niet aanwezig. De zittingsvertegenwoordiger verzocht om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, omdat het te laat was ingediend. De kantonrechter overwoog dat de termijn voor het indienen van beroep op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zes weken bedraagt, en dat deze termijn op 17 augustus 2023 eindigde. Het beroepschrift was echter pas op 24 augustus 2023 ontvangen, wat te laat was.

De kantonrechter merkte op dat artikel 6:11 van de Awb bepaalt dat een te laat ingesteld beroep toch ontvankelijk kan zijn als het de betrokkene niet kan worden toegerekend. Betrokkene was echter niet verschenen en had geen geldige reden aangevoerd voor de te late indiening. De kantonrechter concludeerde dat betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die het te laat indienen van het beroep rechtvaardigden. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en werd er niet ingegaan op de vraag of de boete terecht was opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11030019 \ MB VERZ 24-260
CJIB-nummer : 9062 5422 5403 4610
uitspraakdatum : 15 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. Z. Fluitsma (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 17 km per uur harder rijden dan mag op een (auto)weg buiten de bebouwde kom te Oosterland op 20 november 2022.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren omdat het te laat is ingediend.
Betrokkene heeft over het al dan niet te laat indienen van het beroep niets aangevoerd.

Overwegingen

Betrokkene heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. Voor het instellen van beroep geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 17 augustus 2023. Het beroepschrift is echter pas op 24 augustus 2023 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld.
In de uitnodiging voor de zitting is betrokkene erop gewezen dat als het beroep te laat is ingediend en daarvoor geen geldige reden is aangevoerd, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
Betrokkene is echter niet verschenen op de zitting en heeft in het beroepschrift hierover niets aangevoerd. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het te laat beroep instellen niet aan hem kan worden toegerekend.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de kantonrechter niet toekomt aan de beoordeling of de boete terecht is opgelegd.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. S.E. van Wijk, en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: