ECLI:NL:RBZWB:2024:8532

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
11029820 _ MB VERZ 24-253
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens te late indiening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een boete ontvangen voor het parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats zonder een geldige gehandicaptenparkeerkaart. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 15 november 2024, waarbij de zittingsvertegenwoordiger, mr. Z. Fluitsma, aanwezig was, maar betrokkene zelf niet.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep te laat was ingediend. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geldt er een termijn van zes weken voor het indienen van beroep, die in dit geval eindigde op 27 februari 2023. Het beroepschrift was echter pas op 8 maart 2023 ontvangen, wat te laat was. Betrokkene voerde aan dat een technische storing van DigiD de reden was voor de late indiening, maar de kantonrechter oordeelde dat betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die de late indiening rechtvaardigden.

Daarom heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat er geen beoordeling heeft plaatsgevonden over de rechtmatigheid van de opgelegde boete. De uitspraak is openbaar gedaan en betrokkene is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11029820 \ MB VERZ 24-253
CJIB-nummer : 4062 5422 5162 5172
uitspraakdatum : 15 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. Z. Fluitsma (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: parkeren op gehandicaptenparkeerplaats zonder duidelijk zichtbare geldige gehandicaptenparkeerkaart te Breskens op 15 juli 2022.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep niet-ontvankelijk te verklaren omdat het te laat is ingediend.
Betrokkene heeft over het al dan niet te laat indienen van het beroep aangevoerd dat hij vanwege een technische storing van DigiD zijn beroep niet eerder kon indienen.

Overwegingen

Betrokkene heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. Voor het instellen van beroep geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 27 februari 2023. Het beroepschrift is echter pas op 8 maart 2023 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld.
In de uitnodiging voor de zitting is betrokkene erop gewezen dat als het beroep te laat is ingediend en daarvoor geen geldige reden is aangevoerd, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
Betrokkene is echter niet verschenen op de zitting. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene met wat in het beroepschrift hierover is aangevoerd niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het te laat beroep instellen niet aan hem kan worden toegerekend. Betrokkene had de mogelijkheid om het beroepschrift schriftelijk in te dienen.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de kantonrechter niet toekomt aan de beoordeling of de boete terecht is opgelegd.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier mr. S.E. van Wijk, en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: