ECLI:NL:RBZWB:2024:8527

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 augustus 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
11089567 \ MB VERZ 24-566
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens niet vastgestelde gedraging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete die aan betrokkene was opgelegd. Betrokkene had een administratieve sanctie ontvangen voor het niet gebruiken van de rijbaan als bromfietser, terwijl er geen verplicht fiets/bromfietspad aanwezig was. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat hij de gedraging niet heeft verricht. Hij stelde dat de camera's zijn kenteken hadden geflitst terwijl hij met zijn scooter aan zijn hand naar een winkel liep. Betrokkene betoogde dat de foto in het dossier niet bewijsbaar was voor de gedraging, omdat hij op de foto op de stoep stond en niet op de rijbaan. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het verzoek gedaan om het beroep gegrond te verklaren, omdat het op de foto moeilijk te zien was of betrokkene op zijn scooter reed of dat hij zijn voeten op de grond had.

De kantonrechter heeft overwogen dat niet is komen vast te staan dat de gedraging heeft plaatsgevonden. De rechter heeft vastgesteld dat betrokkene zijn voet op de grond had en dat de foto in het dossier voldoende aanleiding gaf om te geloven dat betrokkene aan het afstappen was. Daarom heeft de kantonrechter het beroep gegrond verklaard, de boete vernietigd en bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11089567 \ MB VERZ 24-566
CJIB-nummer : 3062 5422 5376 8973
uitspraakdatum : 19 augustus 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 augustus 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bromfietser niet de rijbaan gebruiken als er geen verplicht fiets/bromfietspad aanwezig is (bord G12a) op de Torenstraat 31 op 29 oktober 2022 om 14:52 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt dat er geen inhoudelijke reactie is verstuurd op zijn toelichting bij de officier van justitie. De camera’s hebben zijn kenteken geflitst terwijl hij met zijn scooter aan zijn hand heeft gelopen naar een winkel. Op de foto die betrokkene heeft gezien staat hij op de stoep voor het waarschuwingsbord, maar niet in de Torenstraat. Dat is de stoep in de kruising van de Havermarkt, Vismarkt en Reigerstraat. Op de Vismarkt heeft betrokkene zijn scooter uitgezet en zijn helm afgedaan.
Ter zitting heeft betrokkene aangevoerd dat de foto in het dossier is de enige foto is. Betrokkene stelt dat als er meerdere foto’s gemaakt waren, dat hij op die foto’s met zijn scooter aan de hand liep.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het is op de foto lastig te zien of betrokkene op zijn scooter reed of dat hij zijn voeten op de grond had. Betrokkene komt naar zitting toe om nogmaals te benoemen dat hij zeker wist zijn voet op de grond te hebben gehad. De zittingsvertegenwoordiger wil betrokkene het voordeel van de twijfel geven dat hij is afgestapt.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Daarbij is van belang dat betrokkene enkel met zijn voorwiel het bord was gepasseerd. De kantonrechter stelt vast dat betrokkene zijn voet op de grond had. Op de foto is een zool van een grijze schoen te zien naast de scooter. Daarbij had betrokkene zijn helm vast om deze af te doen en had hij zijn hand niet aan het stuur. Dat leidt de kantonrechter af uit de positie van de linkerhand van betrokkene. Daarbij zijn de lopende personen rondom betrokkene erg rustig en kijken zij niet op, wat past bij het ter plaatse overgaan op lopen met zijn scooter door betrokkene. De kantonrechter ziet voldoende aanleiding om het verhaal van betrokkene te geloven dat hij ten tijde van de foto aan het afstappen was, gelet op de foto in het dossier. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 109,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: