ECLI:NL:RBZWB:2024:8509
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen uitspraak heffingsambtenaar over naheffingsaanslag parkeerbelasting
Op 18 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een belanghebbende tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Breda. De zaak betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting, waarbij de belanghebbende in beroep was gegaan tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar. De rechtbank had eerder, op 13 september 2023, het verzoek van de belanghebbende om proceskostenvergoeding gegrond verklaard, maar de belanghebbende was van mening dat er onterecht geen procespunt was toegekend voor het bijwonen van een hoorzitting in de bezwaarfase. De rechtbank heeft in de verzetzaak vastgesteld dat er inderdaad een telefonische hoorzitting had plaatsgevonden op 2 januari 2023, maar dat dit niet was meegenomen in de eerdere uitspraak. De rechtbank heeft geoordeeld dat de heffingsambtenaar proceskosten moet vergoeden voor de hoorzitting, en heeft de kosten vastgesteld op € 155,-. Daarnaast heeft de rechtbank de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de belanghebbende in de verzetprocedure, vastgesteld op € 109,38. De rechtbank heeft het verzet gegrond verklaard en de eerdere uitspraak aangevuld met deze kostenveroordelingen.