Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor [benadeelde 1] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen dan wel dat zij gevaar op de weg heeft veroorzaakt.
heeft geweigerd te voldoen aan het bevel om mee te werken aan een bloedonderzoek.
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 22 januari 2023 te Moerdijk, op de A16, als bestuurder van een voertuig, te weten een personenauto (merk Seat
Ateca met [kenteken] ), daarmee rijdende op de weg, de A16, zich opzettelijk
zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden,
terwijl daarbij levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor
anderen te duchten was door:
- verkeersaanwijzingen van daartoe op grond van de Wegenverkeerswet 1994
bevoegde personen niet op te volgen, namelijk door meermalen geen gevolg te
geven aan door politieambtenaren gegeven stop- en/of volgtekens en- een langere afstand met snelheden tussen de 182 en
191 kilometer per uur te rijden, en
- zich niet te houden aan de op dat moment ter hoogte van de afslag met de A59
moment geldende maximaal toegestane snelheid van 70 kilometer per uur (die door
middel van een pijlwagen werd aangegeven) en- vervolgenstegen een personenauto met daarin [benadeelde 2] aan te rijden;
van wie - wegens verdenking een voertuig (personenauto Set Anteca) te hebben
bestuurd in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 - met toestemming
van de daartoe ingevolge genoemde Wet bevoegde persoon door een arts of een
verpleegkundige een hoeveelheid bloed was afgenomen (aangezien verdachte niet
in staat was haar wil kenbaar te maken), op 22 januari 2023 te
Nieuwkoop nadat verdachte door een
opsporingsambtenaar in de gelegenheid was gesteld toestemming te geven tot een
onderzoek van dat bloed en nadat verdachte, toen verdachte die toestemming niet
had verleend, door een daartoe bij regeling
van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar, aangesteld voor
de uitvoering van de politietaak, was bevolen mee te werken aan een
bloedonderzoek, geen medewerking heeft verleend;
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
gold op dat moment een maximaal toegestane snelheid van 70 kilometer per uur. Verdachte heeft op een totaal onbezonnen wijze over de openbare weg gereden en er alles aan gedaan om aan de politie te ontkomen.
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het onder 1 primair tenlastegelegde feit;
een gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
een taakstraf van 180 uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast van
90 dagen;
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
10.Bijlage I
zij op of omstreeks 22 januari 2023 te Moerdijk, in elk geval in
Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, te
weten een personenauto, merk Seat, type Ateca met [kenteken] , daarmede
rijdende over de weg, de A16, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld
te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immers heeft zij, verdachte,
roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- verkeersaanwijzingen van daartoe op grond van de Wegenverkeerswet 1994
bevoegde personen niet opgevolgd, namelijk door meermalen geen gevolg te geven
aan (een) door politieambtenaren gegeven stop- en/of volgteken(s) en/of
- meermalen, althans een langere periode/afstand met snelheden tussen de 182 en
191 kilometer per uur, althans een (veel) hogere snelheid dan de op dat moment ter
plaatse toegestane snelheid gereden, en/of
- zich niet gehouden aan de op dat moment ter hoogte van de afslag met de A59
moment geldende maximaal toegestane snelheid van 70 kilometer per uur (die door
middel van een pijlwagen werd aangegeven),
tengevolge waarvan zij met haar personenauto in aanrijding is gekomen met de
personenauto van [benadeelde 2] ,
door welk verkeersongeval de bijrijdster van verdachte, te weten [benadeelde 1] , zwaar
lichamelijk letsel werd toegebracht, te weten een of meerdere
gebroken ribben en/of bloedingen in de buik, of zodanig lichamelijk
letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de
uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
( art 6 Wegenverkeerswet 1994 )
kunnen leiden:
Nederland, als bestuurder van een voertuig, te weten een personenauto (merk Seat
Ateca met [kenteken] ), daarmee rijdende op de weg, de A16, zich opzettelijk
zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden,
terwijl daarbij levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een)
ander(en) te duchten was door:
- verkeersaanwijzingen van daartoe op grond van de Wegenverkeerswet 1994
bevoegde personen niet op te volgen, namelijk door meermalen geen gevolg te
geven aan (een) door politieambtenaren gegeven stop- en/of volgteken(s) en/of
- meermalen, althans een langere periode/afstand met snelheden tussen de 182 en
191 kilometer per uur, althans een (veel) hogere snelheid dan de op dat moment ter
plaatse toegestane snelheid te rijden, en/of
- zich niet te houden aan de op dat moment ter hoogte van de afslag met de A59
moment geldende maximaal toegestane snelheid van 70 kilometer per uur (die door
middel van een pijlwagen werd aangegeven) en/of
- (vervolgens) tegen een personenauto met daarin [benadeelde 2] aan te rijden;
( art 5a lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )
( art 5a lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )
zij, van wie - wegens verdenking een voertuig (personenauto Set Anteca) te hebben
bestuurd in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 - met toestemming
van de daartoe ingevolge genoemde Wet bevoegde persoon door een arts of een
verpleegkundige een hoeveelheid bloed was afgenomen (aangezien verdachte niet
in staat was haar wil kenbaar te maken), op of omstreeks 22 januari 2023 te
Nieuwkoop en/of Moerdijk, in elk geval in Nederland, nadat verdachte door een
opsporingsambtenaar in de gelegenheid was gesteld toestemming te geven tot een
onderzoek van dat bloed en nadat verdachte, toen verdachte die toestemming niet
had verleend, door een (hulp)officier van justitie, althans een daartoe bij regeling
van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar, aangesteld voor
de uitvoering van de politietaak, was bevolen mee te werken aan een
bloedonderzoek, geen medewerking heeft verleend;
( art 163 lid 7 Wegenverkeerswet 1994, art 8 lid 2 ahf/ond b Wegenverkeerswet 1994)