ECLI:NL:RBZWB:2024:8476

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 december 2024
Publicatiedatum
12 december 2024
Zaaknummer
02-375434-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering gevangenhouding in voorlopige hechtenis met betrekking tot recidivegrond

Op 10 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedetineerd is in P.I. Middelburg. De officier van justitie had een vordering tot gevangenhouding ingediend voor de duur van 90 dagen, na een bevel tot bewaring dat op 27 november 2024 was verleend. De rechtbank heeft het strafdossier bestudeerd en zowel de verdachte als zijn raadsman, mr. W.B. Lisi, gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de ernstige bezwaren die tot het bevel tot bewaring hebben geleid, nog steeds aanwezig zijn. Echter, bij de beoordeling van de vordering tot gevangenhouding heeft de rechtbank geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is voor een ernstig gevaar voor herhaling van strafbare feiten. Het strafblad van de verdachte bevat geen vermogensfeiten, en de feiten en omstandigheden bieden geen basis voor de aanname dat de verdachte op professionele wijze heeft ingebroken of dat er sprake is van stelselmatigheid.

Daarom heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie afgewezen, het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de invrijheidstelling van de verdachte gelast, met ingang van de datum van de uitspraak. Deze beslissing is genomen in raadkamer door de rechters G.H. Nomes (voorzitter), L.W. Louwerse en J.B. Polak, in aanwezigheid van griffier mr. A.S.S. Fanis.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
parketnummer : 02-375434-24
beslissing afwijzing vordering gevangenhouding van de raadkamer d.d. 10 december 2024
(artikel 65 Wetboek van Strafvordering)
in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedag] 1978 te [geboorteplaats] ([land]),
feitelijk verblijfsadres:
[adres],
nu gedetineerd in P.I. Middelburg.
Raadsman mr. W.B. Lisi.

Procedure

Tegen de verdachte is op 27 november 2024 een bevel tot bewaring verleend.
De officier van justitie heeft de gevangenhouding van de verdachte gevorderd voor de duur van 90 dagen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier en heeft de officier van justitie, de verdachte en de raadsman gehoord.

Beoordeling

De ernstige bezwaren, die tot het bevel bewaring van verdachte hebben geleid, zijn, mede
gelet op de ter zitting door verdachte afgelegde verklaring, nog altijd aanwezig.
De rechtbank moet op basis van het dossier en de vastgestelde feiten en omstandigheden
beoordelen of er sprake is van een ernstig gevaar voor herhaling. Dit gevaar moet voldoende
concreet en acuut zijn. De rechtbank stelt vast dat het strafblad van verdachte geen
vermogensfeiten vermeldt. Dit is dan ook niet redengevend voor de kans op herhaling. Dit
geldt ook voor de persoon van verdachte en de aard van het feit waar hij van wordt verdacht.
De feiten en omstandigheden zoals die zijn gebleken bieden onvoldoende basis voor het
oordeel dat in relatie tot het feit waar verdachte van wordt verdacht sprake is van een
professionele manier van inbreken en stelselmatigheid. Over de positie van verdachte in een
mogelijke dadergroep is niet meer bekend dan dat hij bij het strafbare feit waar hij van
wordt verdacht, betrokken is geweest.
Het voorgaande betekent dat de herhalingsgrond niet wordt aangenomen. De vordering tot
gevangenhouding zal dan ook bij gebreke van gronden worden afgewezen

Beslissing

De rechtbank:
wijst de vordering van de officier van justitie af;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis en gelast de invrijheidstelling van verdachte met ingang van heden.
Deze beslissing is gegeven in raadkamer van deze rechtbank op 10 december 2024 door:
mr. G.H. Nomes, voorzitter, mr. L.W. Louwerse en mr. J.B. Polak, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.S.S. Fanis, griffier.