In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 december 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vaststelling van het vaderschap van de man over de minderjarige, geboren op [geboortedag 1] 2022. De man had voor de geboorte van de minderjarige een ernstig verkeersongeval gehad, waardoor hij niet wilsbekwaam was. De rechtbank heeft eerder een advocaat aan de man toegevoegd, omdat hij niet in staat was de verzoeken van de vrouw te begrijpen. De vrouw, die de Portugese nationaliteit heeft, heeft verzocht om de juridische erkenning van het vaderschap en wijziging van de achternaam van de minderjarige naar [achternaam vrouw] [achternaam man]. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Portugese recht van toepassing is op de vaststelling van het vaderschap, aangezien alle betrokkenen de Portugese nationaliteit hebben.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw het verzoek tijdig heeft ingediend en dat de man, ondanks zijn neurocognitieve stoornissen, instemde met de verzoeken. De bijzondere curator heeft geadviseerd om een DNA-onderzoek uit te voeren, wat uiteindelijk heeft geleid tot de bevestiging dat de man de biologische vader is van de minderjarige. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat het vaderschap met terugwerkende kracht tot de geboortedatum wordt vastgesteld. Tevens is de achternaam van de minderjarige gewijzigd in [achternaam vrouw] [achternaam man]. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw toegewezen en de taak van de bijzondere curator beëindigd, met de mogelijkheid dat deze herleeft indien een van de partijen hoger beroep instelt.