Uitspraak
1.De geconstateerde misslag
2.De beslissing
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van drie jaar;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 13 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een herstelvonnis gewezen in de strafzaak met parketnummer 02-029377-22. Dit herstelvonnis volgt op een eerdere uitspraak van dezelfde datum, waarin een misslag was geconstateerd. In het oorspronkelijke vonnis was een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van drie jaar opgelegd, maar deze straf was per abuis niet in de beslissing opgenomen. De rechtbank heeft deze misslag hersteld door de ontzegging van de rijbevoegdheid alsnog aan de beslissing toe te voegen. De verdachte, geboren in 1986, was betrokken bij een zaak waarin zij werd veroordeeld voor overtredingen van artikel 6 en artikel 8 van de Wegenverkeerswet, wat resulteerde in zwaar lichamelijk letsel door gecombineerd middelengebruik. De rechtbank heeft bepaald dat de tijd dat het rijbewijs van de verdachte al was ingevorderd, in mindering wordt gebracht op de opgelegde rijontzegging. Het herstelvonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer, met mr. G.H. Nomes als voorzitter en mr. H. Skalonjic en mr. J.F.C. Janssen als rechters. Mr. E.J. van der Welle fungeerde als griffier. Het is belangrijk op te merken dat de rechters Nomes en Skalonjic niet in de gelegenheid waren om het vonnis mede te ondertekenen.