ECLI:NL:RBZWB:2024:8457
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van onroerende zaak en uitspraak op bezwaar
Op 27 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van SaBeWa. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 5 oktober 2023, waarin de waarde van de onroerende zaak op 1 januari 2022 was vastgesteld op € 374.000. Deze waardevaststelling leidde tot een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2023. De heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar van de belanghebbende ongegrond. Tijdens de zitting op 27 november 2024 werd de waarde door de heffingsambtenaar herzien naar € 333.000, wat door de belanghebbende werd geaccepteerd. De rechtbank oordeelde dat de eerdere uitspraak op bezwaar niet meer geldig was, omdat er niet tweemaal uitspraak op bezwaar kan worden gedaan. De rechtbank vernietigde de eerdere uitspraak en stelde de WOZ-waarde van de woning vast op € 333.000. Tevens werd bepaald dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan de belanghebbende moest vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter R.P. Broeders, in aanwezigheid van griffier F. de Jong.