ECLI:NL:RBZWB:2024:8424
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit college over persoonsgebonden budget en zorg in natura
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, waarin haar aanvraag voor een persoonsgebonden budget (pgb) voor individuele begeleiding werd geweigerd. Het college had in een eerder besluit, gedateerd 3 februari 2023, vastgesteld dat eiseres niet in staat was om een pgb te beheren. Na bezwaar heeft het college op 19 januari 2024 het bezwaar deels gegrond verklaard en eiseres zorg in natura (ZIN) toegekend voor drie uur per week, maar de eis gesteld dat de zorgverlener hbo-geschoold moest zijn. Eiseres heeft hiertegen beroep aangetekend, stellende dat zij wel degelijk pgb-vaardig is en dat de gestelde eis onterecht is.
De rechtbank heeft op 10 december 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelde dat het college voldoende onderzoek had gedaan naar de vaardigheden van eiseres en dat het college terecht had geconcludeerd dat eiseres niet in staat was om een pgb te beheren. De rechtbank vond echter dat de eis dat de zorgverlener hbo-geschoold moest zijn, niet voldoende was onderbouwd en dat deze voorwaarde niet kon worden gesteld. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit voor zover het de hbo-eis betrof, maar liet het besluit voor het overige in stand. Eiseres kreeg het griffierecht vergoed en het college werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.750,-.
Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor colleges om zorgvuldig te onderbouwen welke eisen zij stellen aan zorgverleners in het kader van pgb's, en dat deze eisen in lijn moeten zijn met de wet- en regelgeving.