In deze uitspraak beslist de rechtbank Zeeland-West-Brabant over het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere, gedateerd 9 april 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres de gronden van het beroep niet heeft vermeld en dit verzuim niet tijdig heeft hersteld. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat de rechtbank in staat stelt om zonder zitting uitspraak te doen.
Eiseres heeft in haar beroepschrift geen specifieke gronden aangegeven waartegen zij in beroep gaat. De rechtbank heeft eiseres in een eerdere brief van 7 juni 2024 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen, maar eiseres heeft geen gronden ingediend of een machtiging overgelegd. Ook na een tweede aanmaning per aangetekende brief op 16 juli 2024 heeft eiseres geen actie ondernomen. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat eiseres niet tijdig de benodigde informatie heeft verstrekt en dat er geen verontschuldiging voor dit verzuim is gegeven.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van het beroep niet plaatsvindt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter A.M.L.E. Ides Peeters en openbaar gemaakt op 28 november 2024. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.