ECLI:NL:RBZWB:2024:8399

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
9 december 2024
Zaaknummer
24/4128
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens het ontbreken van beroepsgronden

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 november 2024, wordt het beroep van eiser tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere behandeld. Het beroep is ingesteld tegen een besluit van 9 april 2024, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser geen gronden van beroep heeft vermeld in het beroepschrift en dit verzuim niet tijdig heeft hersteld. De rechtbank heeft eiser in een eerdere brief van 7 juni 2024 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen, maar eiser heeft hier niet op gereageerd. Ook na een tweede oproep per aangetekende brief op 16 juli 2024 heeft eiser geen gronden ingediend of een machtiging overgelegd. Hierdoor is de rechtbank genoodzaakt om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. De rechtbank wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling, aangezien het beroep niet inhoudelijk is beoordeeld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/4128

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 november 2024 in de zaak tussen

[eiser], uit [plaats], eiser

(gemachtigde: [gemachtigde]),
en

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere, het college.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen de beslissing op bezwaar van het college van 9 april 2024 (bestreden besluit).
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is omdat eiser de gronden van het beroep niet heeft vermeld en dat verzuim niet tijdig heeft hersteld. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet in het beroepschrift de gronden van het beroep vermelden. [1] Dat houdt in: zeggen op welke specifieke punten hij of zij het niet eens is met het bestreden besluit. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren. [2]
Heeft eiser de gronden tijdig vermeld?
4. Eiseres heeft geen beroepsgronden vermeld in het beroepschrift en geen machtiging overgelegd. De rechtbank heeft eiseres in haar brief van 7 juni 2024 verzocht om dit verzuim binnen vier weken te herstellen. Eiseres heeft binnen die termijn geen gronden ingediend en geen machtiging overgelegd. Per aangetekende brief van 16 juli 2024 is eiseres nogmaals in de gelegenheid gesteld om de gronden in te dienen en de machtiging te overleggen. Daarvoor is opnieuw een termijn van vier weken gegeven. Ook binnen die termijn heeft eiseres geen gronden ingediend en geen machtiging overgelegd. Eiseres heeft de beroepsgronden dus niet tijdig vermeld.
Is het niet tijdig vermelden van de gronden verontschuldigbaar?
5. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M.L.E. Ides Peeters, rechter, in aanwezigheid van
mr.M.A. Jonkers, griffier op 28 november 2024 en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.