Uitspraak
1.De stukken
2.De procesgang
3.Het advies van de kliniek
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De beslissing
één jaar.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 9 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren in 1959 en verblijvende in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met één jaar toegewezen. De tbs is oorspronkelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 november 2007, waarbij betrokkene werd veroordeeld voor doodslag. De rechtbank constateert dat de tbs is aangevangen op 28 november 2007 en laatstelijk verlengd op 5 december 2023. Tijdens de zitting op 25 november 2024 zijn zowel de officier van justitie als betrokkene gehoord, waarbij betrokkene werd bijgestaan door zijn raadsvrouw. De kliniek adviseerde om de tbs te verlengen, gezien de aanhoudende psychische problemen van betrokkene, waaronder schizofrenie en een depressieve stoornis. De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen, en dat er nog steeds sprake is van recidivegevaar. De rechtbank heeft besloten de tbs met één jaar te verlengen, in overeenstemming met het advies van de kliniek en de omstandigheden van de zaak.