Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een 56-jarige Servische man. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, toegewezen. De man, die in 2015 werd veroordeeld voor zware mishandeling van zijn moeder, verblijft momenteel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) en heeft te maken met een antisociale persoonlijkheidsstoornis, gekenmerkt door narcistische trekken en psychopathie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen eist dat de tbs wordt verlengd, gezien het recidivegevaar dat voortvloeit uit de ziekelijke stoornis van de betrokkene.
Tijdens de zitting op 22 november 2024 is de officier van justitie gehoord, evenals de betrokkene en zijn raadsman. De deskundige van het FPC heeft aangegeven dat de betrokkene nog steeds onder extern toezicht moet blijven, omdat er weinig ontwikkeling te verwachten valt in zijn inzicht en het zelfstandig hanteren van risico's. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene een langdurig en stapsgewijs traject vereisen, wat de noodzaak van een verlenging van de tbs met twee jaar onderstreept. De rechtbank heeft geen bijzondere omstandigheden gevonden die een kortere verlenging rechtvaardigen en heeft daarom de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd.