ECLI:NL:RBZWB:2024:8362

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
02-801081-08
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de tbs-maatregel met één jaar met een toetsmoment voor betrokkene

Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1989, die verblijft in een Forensisch Psychiatrische Kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar afgewezen en in plaats daarvan de tbs met één jaar verlengd, met de mogelijkheid voor een toetsmoment na dit jaar. De rechtbank baseerde haar beslissing op de adviezen van deskundigen en de tbs-instelling, die aangaven dat de kernproblematiek van de betrokkene nog steeds aanwezig is, wat het risico op recidive verhoogt. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. De betrokkene heeft in de zitting zijn frustraties geuit over het proces en zijn behandeling, en zijn raadsman pleitte voor een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. De rechtbank concludeerde echter dat een voorwaardelijke beëindiging binnen een jaar onwaarschijnlijk is, maar gunde de betrokkene wel de kans op een toetsmoment na één jaar. De beslissing om de tbs met één jaar te verlengen werd genomen om de betrokkene de gelegenheid te geven om zijn behandeling voort te zetten en te stabiliseren.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-801081-08
beslissing van de meervoudige kamer van 6 december 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats]
verblijvende bij Forensisch Psychiatrische Kliniek (verder: FPK) [locatie 1] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 29 september 2009, waarin
betrokkene is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en de maatregel terbeschikkingstelling (verder: tbs) met verpleging van overheidswege;
- de vordering van de officier van justitie van 3 oktober 2024 (ontvangen op 4 oktober 2024), die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene;
- het verlengingsadvies van Fivoor van 20 september 2024;
- het rapport van psychiater [naam 1] van 20 september 2024;
- het rapport van psycholoog [naam 2] van 31 augustus 2024.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 29 september 2009 is betrokkene
wegens, kort gezegd, openlijk geweld tegen goederen, bedreiging, vernieling en diefstal in
vereniging met braak, veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en tbs met
dwangverpleging.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 1 november 2010 aangevangen en laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank
van 6 december 2022 verlengd met twee jaar. Deze beslissing is bevestigd door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij beslissing van 15 juni 2023 met aanvulling en verbetering van de gronden. Zonder verlenging eindigt de termijn van de tbs op 29 november 2024.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 22 november 2024 is de officier van justitie mr. E.M.H.B.C. van Aalst gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te ‘s-Gravenhage.
Voorts is op de zitting gehoord de deskundige mevrouw [naam 3] , klinisch psycholoog en Hoofd behandeling van Fivoor.

3.Het advies van de tbs-instelling

Uit het advies van de tbs-instelling van 20 september 2024 komt naar voren dat betrokkene een 35-jarige man is, gediagnosticeerd met een antisociale persoonlijkheidsstoornis, ADHD en stoornissen in het gebruik van cannabis (in vroege remissie in een gereguleerde omgeving) en alcohol (in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving). Daarnaast is sprake van kenmerken van psychopathie.
Betrokkene verblijft sinds 19 juni 2017 bij Fivoor FPC [locatie 2] . De behandeling en resocialisatie verlopen met vallen en opstaan. Betrokkene kent goede periodes die zich afwisselen met perioden waarin een toename van wantrouwen, dreigende agressie en enige mate van afdelingsontwrichtend gedrag centraal staan. In deze periodes is tevens vaak sprake van regelovertredend of antisociaal gedrag richting het behandelteam. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een definitieve terugplaatsing van de FPA in [plaats 1] naar de FPC op 23 februari 2024. Op 19 maart 2024 is toestemming verkregen voor het voortzetten van zijn verloftraject van begeleide verloven en op 13 mei 2024 is ook toestemming verkregen voor het voortzetten van zijn verloftraject van onbegeleide verloven. Daarnaast is er toestemming voor een wijziging in het verlofplan ten behoeve van overplaatsing naar FPA [locatie 1] en het van hieruit kunnen praktiseren van verloven. De komende periode richt zich op de overplaatsing van betrokkene naar FPA [locatie 1] , waar betrokkene is aangenomen.
De FPA [locatie 1] zal het risicomanagement uitvoeren op een lager beveiligingsniveau, met een gecontroleerde setting die extern risicomanagement biedt. Het resocialisatietraject richt zich op gefaseerde uitstroom via de FPA naar een begeleide woonvorm in de regio Eindhoven/Breda. Het verblijf bij de FPA zal bepalen welke mate van ondersteuning betrokkene in de toekomst nodig heeft. Indien hij langere tijd stabiel functioneert, zal de reclassering betrokken worden via Forensisch Psychiatrisch Toezicht, met het doel contactopbouw vroegtijdig te starten. De kliniek adviseert de huidige maatregel met twee jaar te verlengen, aangezien de kernproblematiek die ten grondslag ligt aan de indexdelicten nog actueel is. Hierdoor is het risico op gewelddadige recidive in het kader van transmuraal verlof en verblijf bij de FPA laag tot matig. Bij onvoorwaardelijke beëindiging van de tbs met dwangverpleging wordt het risico op gewelddadige recidive echter ingeschat op matig tot hoog. De afwikkeling van het behandel- en resocialisatietraject zal naar verwachting meer dan twee jaar in beslag nemen.
Ter zitting heeft de deskundige het advies onderschreven en bevestigd dat betrokkene sinds drie weken op FPA [locatie 1] zit. Het is gebruikelijk dat vrijheden tijdelijk worden teruggeschroefd bij een overplaatsing, zodat de nieuwe kliniek betrokkene kan leren kennen en beoordelen. Als alles goed gaat, kan betrokkene weer verlofbewegingen terugkrijgen. Hoewel hij het afgelopen jaar goed heeft meegewerkt en negatief is getest op drugsgebruik, blijft zijn wantrouwen en vijandigheid bij vermeende onjuiste behandeling een zorgpunt. Individuele therapieën zijn afgerond; de focus ligt nu op oefenen in dagelijkse situaties binnen en buiten. Proefverlof is noodzakelijk om te toetsen of hij stabiel blijft en zijn gedrag kan reguleren. Het traject zal langer dan één jaar duren, maar de deskundige begrijpt het perspectief van de psycholoog en psychiater om over één jaar een toetsmoment in te plannen.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Psycholoog [naam 2] heeft op 31 augustus jongstleden gerapporteerd dat bij betrokkene sprake is van ADHD en een antisociale persoonlijkheidsstoornis met ook enige borderlinekenmerken. Daarnaast zijn er problemen met het gebruik van cannabis en alcohol. Door de problematiek zou zelfstandig functioneren in de maatschappij betrokkene waarschijnlijk overweldigen, met een hoog risico op terugval in middelengebruik, een verloederende levensstijl en antisociaal gedrag zoals vóór de indexdelicten. Als het traject bij FPA [locatie 1] slaagt, is het belangrijk de reclassering zo snel mogelijk bij het traject te betrekken, om te bepalen of de volgende stap proefverlof of een voorwaardelijke beëindiging van het bevel tot verpleging moet zijn. Mocht dit traject opnieuw mislukken, dan zou een vorm van longcare overwogen moeten worden. Gezien de benodigde stappen, lijkt een voorwaardelijke beëindiging over een jaar onwaarschijnlijk. Verlenging van de maatregel met één jaar wordt toch aanbevolen om betrokkene perspectief te bieden.
Psychiater [naam 1] heeft op 20 september jongstleden gerapporteerd dat bij betrokkene sprake is van verslavingsproblematiek, ADHD en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Als de tbs-maatregel nu zou worden beëindigd, wordt het risico op korte termijn (binnen zes maanden) matig tot hoog ingeschat en op middellange tot lange termijn (zes maanden tot twee jaar of langer) als hoog ingeschat. Het risico op dergelijke delicten neemt toe bij middelengebruik. Tijdens het resocialisatietraject moet betrokkene abstinent blijven van alcohol en drugs (met monitoring), een stabiele daginvulling behouden (bij voorkeur betaald werk) en nauwlettend worden gevolgd op signalen van spanning, stress, irritatie of boosheid. Het traject zal nog meerdere jaren duren, omdat betrokkene eerst voldoende stabiel moet functioneren voordat een voorwaardelijke beëindiging van de tbs mogelijk is. Bij een snelle overplaatsing naar FPA [locatie 1] , stabiele voortgang en tijdig proefverlof kan verlenging met één jaar worden overwogen met een toetsmoment volgend jaar. Als dit niet haalbaar blijkt, adviseert de rapporteur de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie blijft bij haar vordering om de tbs met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaar, omdat een voorwaardelijke beëindiging over één jaar nog niet aan de orde is.

6.Het standpunt van betrokkene en de verdediging

Betrokkene heeft tijdens de zitting verklaard dat hij sinds drie weken in FPA [locatie 1] verblijft en alles heeft verloren wat hij had opgebouwd, zoals verloven, vrijheid en therapieën. Hij moet bepaalde onderdelen opnieuw doorlopen, omdat de overdracht tussen de FPC en de FPA niet goed is verlopen en er documenten ontbreken. Hij betwist de beschuldigingen van harddrugsgebruik op de FPA in [plaats 1] en geeft aan dat kritische vragen over zijn behandeling vaak als vijandig worden opgevat. Na zestien jaar is zijn vertrouwen in het systeem laag, vooral door onterechte verdenkingen. Het gebrek aan vertrouwen in hem van zijn behandelaren, terwijl hij hen wel moet vertrouwen, ervaart betrokkene als problematisch. Hij functioneert goed in de maatschappij met werk, een huis in [plaats 2] en een gestructureerde dagindeling. Hij heeft een dochter en volgt geen therapie meer. Hij vindt het verblijf in de kliniek beperkend en vindt het proces te traag. Betrokkene wil graag verder met zijn leven.
Volgens de raadsman zou de tbs-maatregel voorwaardelijk beëindigd moeten worden, zonder eerst proefverlof toe te kennen. Dit maakt voor het recidiverisico geen verschil. De index-delicten van betrokkene zijn de meest ‘zachte’ delicten in tbs-zaken. De raadsman benadrukt dat betrokkene, na zestien jaar, 'tbs-moe' is en hem langer binnen houden is schadelijk. Primair verzoekt de raadsman om aanhouding van de zaak met twee weken en een onderzoek door de reclassering naar de voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel te gelasten. Subsidiair verzoekt hij om verlenging van de tbs-maatregel met één jaar.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist dat de tbs van betrokkene wordt verlengd.
De rechtbank ziet geen aanleiding tot heropening van het onderzoek om vervolgens de behandeling aan te houden en de reclassering (opnieuw) onderzoek te laten doen naar een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel. Uit de deskundigenrapporten en wat ter zitting besproken is, is namelijk duidelijk naar voren gekomen dat een voorwaardelijke beëindiging binnen één jaar onwaarschijnlijk is gezien de nog te nemen stappen.
De vraag die vervolgens moet worden beantwoord is met welke duur de maatregel moet
worden verlengd. Het uitgangspunt van de rechtbank is dat als het resocialisatietraject nog langer dan één jaar duurt, de tbs-maatregel met twee jaar dient te worden verlengd.
Betrokkene is net gestart bij FPA [locatie 1] en de komende tijd zal moeten uitwijzen of de proefverloven goed verlopen en of zijn problematiek en het niet gebruiken van middelen stabiel blijven. Gelet op de benodigde tijd om met de nieuwe vrijheden en vervolgstappen te kunnen oefenen, is het niet te verwachten dat dit proces binnen één jaar afgerond zal zijn. Net als de externe gedragsdeskundigen, gunt de rechtbank betrokkene echter een toetsmoment na één jaar om te beoordelen of een voorwaardelijke beëindiging van de tbs-maatregel binnen handbereik is. Daarom ziet de rechtbank aanleiding om van eerdergenoemd uitgangspunt af te wijken en zal zij de tbs met verpleging van overheidswege verlengen met één jaar.

8.De beslissing

De rechtbank
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos, voorzitter, mr. R.J.H. de Brouwer en mr. E.A. van Beelen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. V.C.S. Jurres-Bos en is uitgesproken ter openbare zitting op 6 december 2024.