ECLI:NL:RBZWB:2024:8360

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
02-111799-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit van kinderporno en het meermalen plegen van ontuchtige handelingen met minderjarige

Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een minderjarige en het bezit van kinderporno. De verdachte, geboren in 1995, ontkende de beschuldigingen. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 22 november 2024, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De tenlastelegging omvatte ontuchtige handelingen met een minderjarige in augustus 2021 en het bezit van kinderporno tussen augustus 2019 en augustus 2021. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan beide feiten, waarbij het bewijs onder andere bestond uit DNA-sporen en de inhoud van de telefoon van de verdachte. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 50 dagen, waarvan 49 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 140 uur. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen verantwoordelijkheid had genomen voor zijn daden en dat er een risico bestond op herhaling. De benadeelde partij, het slachtoffer, kreeg een schadevergoeding toegewezen van € 3.281,13, bestaande uit materiële en immateriële schade. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder toezicht door de reclassering en een verbod op contact met minderjarigen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02-111799-23
vonnis van de meervoudige kamer van 6 december 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag 1] 1995 te [geboorteplaats]
wonende aan de [adres]
raadsman mr. J. Vlug, advocaat te Deventer

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 22 november 2024, waarbij de officier van justitie mr. E.M.H.B.C. van Aalst en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: in de periode van 1 tot en met 5 augustus 2021 ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer] , die toen nog geen zestien was;
feit 2: in de periode van 6 augustus 2019 tot en met 5 augustus 2021 kinderporno heeft verworven en in bezit heeft gehad en daarvan een gewoonte heeft gemaakt.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
Volgens de officier van justitie kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte beide feiten heeft gepleegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
Voor de bewezenverklaring van feit 1 refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank. Van feit 2 moet verdachte worden vrijgesproken. Hij zegt niet te weten hoe de kinderporno op zijn telefoon komt. Gelet op die ontkenning bevat het dossier te weinig informatie om bewezen te verklaren dat verdachte die bestanden heeft geworven of heeft geweten dat hij ze in bezit had.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
Indien hoger beroep wordt ingesteld, zullen de bewijsmiddelen worden opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis wordt gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 2
De video en de 23 afbeeldingen met kinderporno waren op de iPhone van verdachte opgeslagen in de mappen video’s en afbeeldingen. Dat zij daar anders dan door bewuste handelingen van verdachte terecht zijn gekomen, is niet aannemelijk geworden.
Verdachte zelf heeft als alternatief alleen verklaard dat andere mensen ook wel eens zijn telefoon gebruikten. Deze stelling is niet concreet onderbouwd en daarmee ook niet verifieerbaar. De rechtbank constateert voorts dat op 4 mei 2021 ’s avonds, in een tijdsbestek van bijna een uur, diverse afbeeldingen met kinderporno in de betreffende map zijn opgeslagen. Dat een ander dan verdachte die avond bijna een uur lang de telefoon van verdachte zou hebben gebruikt om kinderporno binnen te halen acht de rechtbank ongeloofwaardig.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 5 augustus 2021 te [plaats 1] , gemeente Noord-Beveland, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het meermalen aftrekken van de penis van die [slachtoffer] ;
2
in de periode van 6 augustus 2019 tot en met 5 augustus 2021 in Nederland een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (iPhone 11), bevattende afbeeldingen, in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand en/of een voorwerp, oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand en/of een voorwerp, oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een dildo/voorwerp betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of billen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, te weten een dildo en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het masturberen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van zeven weken, waarvan zes weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Aan het voorwaardelijk deel dienen de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld, waarvan de dadelijke uitvoerbaarheid is gevorderd. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd een taakstraf van 140 uur op te leggen.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden op te leggen. Verdachte kan dan worden begeleid en eventueel behandeld, terwijl wordt opgelet of het allemaal goed gaat. Dat doet bovendien recht aan de lange duur van het onderzoek en de geschonden redelijke termijn. Verdachte is ruim twee jaar en drie maanden geleden gehoord. En onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou de huidige stabiele situatie van verdachte teniet doen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De ernst van de feiten
Begin augustus 2021 heeft de toen 26-jarige verdachte twee keer de piemel van de toen 10-jarige [slachtoffer] afgetrokken. Hij deed dit door met zijn hand in de onderbroek van [slachtoffer] te gaan, terwijl die bij verdachte in zijn chalet was op [camping] in [plaats 1] . [slachtoffer] vierde daar met zijn ouders en zijn jongere broertjes en zusje vakantie. Verdachte heeft zich voorgedaan als een jongen van 15 jaar en zo contact gelegd met [slachtoffer] tijdens voetballen op het voetbalpleintje van de camping. Daardoor mocht [slachtoffer] van zijn ouders met verdachte afspreken. Het door de rechtbank op zitting waargenomen (nog steeds) jonger ogende uiterlijk van verdachte en zijn wat kinderlijke manier van praten zal daarbij geholpen hebben.
Bij het spreekrecht op zitting heeft de moeder van [slachtoffer] toegelicht dat hij altijd een kind vol humor was, dat overal grapjes over maakte. Hij was een zorgzaam kind met vertrouwen in de wereld en in mensen. De camping vormde voor het hele gezin een veilige haven, waar de zorgen even thuisgelaten konden worden. Tot de dag in augustus 2021 dat [slachtoffer] vertelde wat hem was aangedaan. Vanaf die dag was [slachtoffer] een gebroken persoon. Hij kampt nog steeds met paniekaanvallen, zit momenteel in een diep dal en heeft geen vrienden meer. [slachtoffer] neemt namelijk afstand van iedereen, omdat hij geen vertrouwen meer heeft in mensen. Zijn ouders zijn enorm geschrokken van wat met [slachtoffer] is gebeurd en ook hun vertrouwen in de medemens is ernstig aangetast. Dat is iets wat zij eigenlijk helemaal niet willen en wat ze ook niet willen overdragen aan [slachtoffer] .
Met al deze gevolgen heeft verdachte geen rekening gehouden. Voor zijn eigen lustbeleving heeft hij [slachtoffer] op een sluwe manier misbruikt. De seksuele belangstelling van verdachte voor jonge jongens blijkt ook uit de op zijn telefoon aangetroffen kinderpornovideo van ruim achttien minuten en 23 kinderpornoplaatjes. Het gaat daarbij vooral om seksuele handelingen met en tussen jonge jongens. Het bezit van kinderporno houdt de vraag naar kinderporno in stand en daarmee ook het seksueel misbruik van de gefilmde en gefotografeerde kinderen. Ook dat vond verdachte blijkbaar minder belangrijk dan zijn eigen lustbeleving.
Zowel voor de met [slachtoffer] gepleegde ontucht als voor het bezit van de kinderporno geldt het taakstrafverbod. Daarbij is alleen al voor het bezit van kinderporno het oriëntatiepunt van de rechtspraak een gevangenisstraf van een aantal maanden in combinatie met een flinke taakstraf. Wel stelt de rechtbank vast dat het bij verdachte om een relatief kleine hoeveelheid kinderporno gaat, zeker in deze tijd waar hiervan op het internet grote hoeveelheden te vinden zijn.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
Gelet op de bewezenverklaring moet de rechtbank concluderen dat verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn gedrag. Integendeel, in aanwezigheid van [slachtoffer] en zijn familie op de publieke tribune heeft hij ook op zitting verklaard dat wat [slachtoffer] heeft gezegd niet klopt. Voor de aanwezigheid van zijn DNA op vier plaatsen in de onderbroek van [slachtoffer] had hij echter geen verklaring. Verdachte begreep ook dat dat DNA-bewijs helemaal past bij de verklaring van [slachtoffer] en dat de rechtbank dus tot een bewezenverklaring kon komen. Verdachte kreeg echter geen bekentenis over zijn lippen. Naar het oordeel van de rechtbank komt dit omdat bij verdachte een blokkade zit als het gaat om zijn seksuele belangstelling en de risico’s die daar aan zitten.
Dat laatste is in lijn met de bevindingen van de reclassering in het rapport van 12 maart 2024. Verdachte wilde in gesprek met de reclassering niet praten over de verdenking, zodat de reclassering niet de factoren kan duiden die hebben bijgedragen aan de delicten. Volgens zijn vader functioneert verdachte op het niveau van een dertien-/veertienjarige nadat hij jarenlang (hevige) epilepsie aanvallen heeft gehad. Hij heeft een groot deel van zijn jeugd doorgebracht in ziekenhuizen en heeft hierdoor geen volwaardige jeugd gehad. Verdachte kan of wil volgens de reclassering niet open spreken over de verdenking. Ook het onderwerp relaties en seksualiteit is onvoldoende besproken. Er is nog onvoldoende duidelijk over de seksuele leefwereld van betrokkene, waar in een toezicht op geïnvesteerd kan worden.
De reclassering is van mening dat een toezicht bij de reclassering kan bijdragen aan de ontwikkeling van betrokkene. Dat toezicht dient laagdrempelig ingezet te worden, omdat verdachte een kwetsbaar persoon is met een kans dat hij wordt overvraagd. Er moet eerst een vertrouwensband worden opgebouwd voordat er gewerkt kan worden aan gedragsverandering. Gelet op de draagkracht van verdachte dienen de interventies gefaseerd (dus niet alles tegelijk) ingezet te worden. De reclassering adviseert vier bijzondere voorwaarden op te leggen, waaronder ambulante behandeling. Op zitting heeft verdachte bevestigd aan die voorwaarden mee te willen werken. De reclassering adviseert de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het toezicht, omdat de kans op een misdrijf met schade voor personen groot is.
Tot slot vindt de rechtbank van belang dat verdachte al langere tijd een vaste baan heeft bij een supermarkt waarvan de eigenaar op de hoogte is van de strafzaak. De eigenaar ervaart verdachte als een waardevolle medewerker die ook na een veroordeling welkom blijft in het bedrijf. Verdachte heeft daarnaast zijn eigen woonruimte, maar volgens eigen zeggen dagelijks contact met zijn ouders, waar hij ook nog vaak gaat eten.
Strafoplegging
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de bewezen verklaarde ontucht met [slachtoffer] zo ernstig is dat daarop niet anders kan worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank zal die echter beperken tot de minimale gevangenisstraf van één dag. Een langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf vindt de rechtbank niet passend, gezien de overschrijding van de redelijke termijn, maar vooral gezien de persoon van verdachte. Gelet op die persoon van verdachte, is het belangrijkste doel van de straf in deze zaak dat verdachte geholpen wordt om voortaan op een verantwoorde manier met zijn seksualiteit om te gaan. De rechtbank acht die hulp vooral van belang om traumatische ervaringen bij een of meer andere minderjarigen in de toekomst te voorkomen. Daarom zal de rechtbank ook een voorwaardelijke gevangenisstraf van 49 dagen opleggen, waar de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden aan worden gekoppeld. Een langere proeftijd dan door de officier van justitie gevorderd is daarbij op zijn plaats, vanwege de nu nog bestaande blokkade bij verdachte om over zijn seksualiteit te praten en de geleidelijke aanpak die nodig is. Daarom zal de rechtbank een proeftijd van drie jaar opleggen. Gelet op de praatblokkade en de door de reclassering als groot ingeschatte kans op schade voor personen, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarom zal de rechtbank de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden bevelen. Om de ernst van de strafbare feiten te benadrukken, zal tot slot de geëiste taakstraf van 140 uur worden opgelegd.

7.De benadeelde partij

Feit 1
De benadeelde partij [slachtoffer] vordert een schadevergoeding van totaal € 5.781,13, bestaande uit een bedrag van € 781,13 aan materiële schade en een bedrag van € 5.000,00 aan immateriële schade.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte feit 1 heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld tegenover de benadeelde partij en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
Materiële schade
De gevorderde materiële schade, bestaande uit een bedrag van € 712,25 voor reiskosten en een bedrag van € 68,88 voor parkeerkosten, zal worden toegewezen. Deze schade staat in een voldoende verband met het bewezen verklaarde handelen van verdachte, zodat sprake is van schade die een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit. De schade is daarnaast voldoende onderbouwd en niet betwist. De rechtbank zal daarbij de wettelijke rente toewijzen per 12 januari 2023. Deze datum is bij wijze van middeling gekozen, omdat de diverse (onderdelen van de) kosten op verschillende data zijn gemaakt.
Immateriële schade
De benadeelde partij heeft gesteld door het handelen van verdachte op andere wijze in zijn persoon te zijn aangetast. Uit vaste jurisprudentie volgt dat een aantasting in de persoon ook kan worden aangenomen als geen sprake is van objectief vastgesteld geestelijk letsel, namelijk indien de aard en de ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor benadeelde die conclusie rechtvaardigen. De benadeelde dient daarbij voldoende gegevens aan te voeren om de conclusie te kunnen trekken. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengt dat de nadelige gevolgen voor de hand liggen, ook zonder onderbouwing met concrete gegevens.
Met de benadeelde partij is de rechtbank van oordeel dat de aard en de ernst van de normschending door verdachte meebrengt dat de relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde partij zo voor de hand liggen, dat sprake is van een aantasting in de persoon op andere wijze. Bovendien heeft de behandelend GZ-psycholoog in een brief van 7 februari 2024 geschreven dat het seksueel misbruik een trauma is van de benadeelde partij, waarvan die nog steeds klachten ervaart. Voor de hoogte van de in redelijkheid te bepalen vergoeding heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij categorie 2 van de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven. Daaronder valt het onzedelijk betasten van een slachtoffer jonger dan twaalf jaar zoals verdachte bij de benadeelde partij heeft gedaan. Conform deze categorie zal de rechtbank de schadevergoeding naar billijkheid bepalen op € 2.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 5 augustus 2024. De rechtbank zal de vordering immateriële schade voor het overige afwijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal tot slot de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het totale toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.

8.Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen mobiele telefoon (iPhone) is vatbaar voor onttrekking aan het verkeer. Het strafbare feit 2 is ermee begaan en vanwege de kinderporno op de telefoon is het ongecontroleerde bezit van die telefoon in strijd met de wet.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 36f, 57, 240b, 247 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
feit 2:een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 50 dagen, waarvan 49 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd op de door de reclassering te bepalen tijdstippen meldt, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
* dat verdachte zich, indien geïndiceerd en noodzakelijk, laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Verdachte werkt mee aan diagnostiek en het behandelaanbod dat hieruit voortkomt. De behandeling start zo snel mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
  • het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te
voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle.
De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of betrokkene kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
* dat verdachte op geen enkele wijze contact zoekt met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt verdachte dat derden hierbij aanwezig zijn. Verdachte houdt de reclassering op de hoogte van de contacten die hij heeft en in welke hoedanigheid;
- beveelt dat de opgelegde
bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaarzijn;
- geeft opdracht aan de reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- van rechtswege gelden voorts als voorwaarden:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken, daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 140 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
70 dagen;
Beslag
- verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:
één mobiele telefoon, omschrijving: G2362180 , zwart, merk: Iphone;
Benadeelde partij
Feit 1
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 3.281,13 waarvan € 781,13 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente over de materiële schade vanaf 12 januari 2023 en over de immateriële schade vanaf 5 augustus 2021 tot aan de dag der voldoening;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige gedeelte af;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer] , € 3.281,13 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over de materiële schade van € 781,13 vanaf 12 januari 2023 en over de immateriële schade van € 2.500,00 vanaf 5 augustus 2021 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 42 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. Brouwer, voorzitter, mr. W.A.H.A. Schnitzler-Strijbos en mr. E.A. van Beelen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V.C.S. Jurres-Bos, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 6 december 2024.
Bijlage I
De tenlastelegging
1
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2021 tot en met 5 augustus 2021 te
[plaats 1] , gemeente Noord-Beveland, met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2010, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het meermalen, althans eenmaal, betasten en/of aftrekken van de penis van die [slachtoffer] ;
(art 247 Wetboek van Strafrecht)
2
hij in de periode van 6 augustus 2019 tot en met 5 augustus 2021 te [plaats 2] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten foto’s en/of een video, en een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon (iPhone 11), bevattende afbeeldingen, heeft verworven en in bezit gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand en/of een voorwerp, oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis en/of vinger(s)/hand en/of een voorwerp, oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
Afbeeldingen [bestandsnaam 1] , [bestandsnaam 2] en [bestandsnaam 3] en videofragment [bestandsnaam 4] zoals beschreven in proces-verbaal [nummer] )
en/of
het met de/een penis aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de mond betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met een dildo/voorwerp betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of billen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf
(Afbeeldingen [bestandsnaam 5] , [bestandsnaam 2] zoals beschreven in proces-verbaal [nummer] )
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, te weten een dildo en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Afbeelding [bestandsnaam 5] zoals beschreven in proces-verbaal [nummer] )
en/of
het masturberen boven/bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het masturberen door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf
(Videofragment [bestandsnaam 4] zoals beschreven in proces-verbaal [nummer] )
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)