ECLI:NL:RBZWB:2024:8353

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
02-127476-24
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het bezit en vervaardigen van kinderpornografische afbeelding van eigen dochter met taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 6 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 22 november 2024, waarbij de officier van justitie, mr. C.M.J.M. van Buul, en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De verdachte, geboren in 1988, werd ervan beschuldigd in de periode van 18 oktober 2023 tot en met 17 januari 2024 kinderpornografische afbeeldingen te hebben vervaardigd en verspreid, waarbij hij zijn eigen dochter betrok.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend bewezen heeft dat hij één kinderpornografische afbeelding heeft vervaardigd, maar niet dat hij een gewoonte heeft gemaakt van het misdrijf. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de overige tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij zich toegang had verschaft tot andere afbeeldingen. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit, vooral omdat het om zijn eigen dochter ging, en dat het moeilijk is om eenmaal online geplaatste afbeeldingen te verwijderen.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 28 dagen, waarvan 27 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast werd een taakstraf van 120 uur opgelegd, met vervangende hechtenis als de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. Bij de strafoplegging werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht door de reclassering en behandeling voor zijn middelenproblematiek. De rechtbank benadrukte het belang van behandeling om recidive te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
parketnummer: 02-127476-24
vonnis van de meervoudige kamer van 6 december 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
raadsman mr. A.I. Cambier, advocaat te Axel.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 22 november 2024, waarbij de officier van justitie, mr. C.M.J.M. van Buul, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 18 oktober 2023 tot en met 17 januari 2024 kinderpornografische afbeeldingen heeft verspreid, aangeboden, vervaardigd, ingevoerd, doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft, en dat hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte één kinderpornografische afbeelding heeft vervaardigd en zich de toegang heeft verschaft tot de 27 andere kinderpornografische afbeeldingen. Dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het misdrijf, kan niet worden bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van handelingen met betrekking tot de kinderpornografische afbeeldingen die op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen, met uitzondering van de afbeelding die is omschreven op pagina 39 van het dossier, die hijzelf heeft vervaardigd. Dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het misdrijf, kan niet worden bewezen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Gelet op de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van verdachte, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de kinderpornografische afbeelding die is omschreven op pagina 39 van het dossier, met [bestandsnaam] .jpg , heeft vervaardigd, verspreid en in bezit heeft gehad in de periode van 22 oktober 2023 tot en met 13 januari 2024. Deze afbeelding is door de politie beoordeeld als kinderpornografisch en de rechtbank neemt deze conclusie over. De rechtbank acht bewezen dat de afbeelding in de woning van (de moeder van) zijn dochter in [plaats 1] is vervaardigd en ofwel vanaf daar, ofwel vanuit de woning van verdachte zelf in [plaats 2] , is verspreid. Verdachte heeft de handelingen dus in de [gemeente] verricht, nu beide plaatsen in die gemeente liggen.
De overige ten laste gelegde afbeeldingen (afbeelding 01 tot en met 05 van de collectiescan) zijn onderdeel van de 27 afbeeldingen die op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen op een bestandslocatie waar het besturingssysteem Android de afbeeldingen van de app 'Gallery’ tijdelijk opslaat (cache). Deze cache-bestanden zijn niet gemakkelijk voor de gebruiker te benaderen, maar geven een sterke indicatie dat de gebruiker de betreffende afbeeldingen op dat mobiele apparaat in bezit moet hebben gehad of zichzelf toegang daartoe heeft verschaft.
Om tot een bewezenverklaring te komen van het bezit of het toegang verschaffen tot de afbeeldingen zal echter ook nog ander (steun)bewijs moeten voorliggen, waaruit in ieder geval kan worden afgeleid dat de verdachte actieve bemoeienis had met het kinderpornografisch materiaal en daarmee opzet had op het bezit dan wel het zich de toegang verschaffen tot het materiaal. Dit steunbewijs ontbreekt, temeer nu uit onderzoek naar de telefoon van verdachte (waarop de betreffende afbeeldingen zijn aangetroffen) volgt dat niet het vermoeden is ontstaan dat de gebruiker van de telefoon zich door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang tot kinderpornografisch beeldmateriaal heeft verschaft. De rechtbank acht het daarom niet uitgesloten dat de afbeeldingen, zoals door verdachte is verklaard, via een chatgroep op Snapchat als tijdelijk bestand op zijn telefoon zijn opgeslagen zonder dat hij ervan afwist.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte (een van) de ten laste gelegde handelingen heeft gepleegd met betrekking tot de afbeeldingen 01 tot en met 05 van de collectiescan. De rechtbank zal verdachte van die onderdelen van de tenlastelegging vrijspreken.
De rechtbank acht evenmin bewezen dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het misdrijf, nu slechts het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van één afbeelding wordt bewezen.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
in de periode van 22 oktober 2023 tot en met 13 januari 2024 te [gemeente] , een afbeelding - te weten
eenfoto -
van
eenseksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken heeft verspreid vervaardigd,
enin bezit gehad welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestond uit:
het met de voeten aanraken van
een hand bijhet geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ( [bestandsnaam] .jpg blz 39 van
het dossier).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 6 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Voorts verzoekt de officier van justitie aan verdachte op te leggen een taakstraf voor de duur van 120 uren en indien verdachte deze taakstraf niet naar behoren verricht 60 uren vervangende hechtenis zal worden toegepast.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging bepleit een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zeer beperkte duur met daarnaast een behoorlijke werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf met daarbij de bijzondere voorwaarden die zijn geadviseerd door de reclassering.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van een kinderpornografische afbeelding waarbij zijn eigen dochter betrokken is. Daarnaast heeft hij een aantal andere afbeeldingen gemaakt die weliswaar niet als kinderpornografisch zijn aangemerkt, maar daar wel een link mee hebben. De rechtbank vindt dit zeer zorgelijk. Verdachte heeft de betreffende afbeelding (en andere afbeeldingen) naar eigen zeggen gemaakt en verspreid om anderen te ‘lokken’ en om te controleren of hij mensen kon vertrouwen. Als dit al zou kloppen, dan maakt dit zijn handelswijze niet minder kwalijk. Door zijn toedoen is de kinderpornografische afbeelding via internet verspreid. Het is erg moeilijk om eenmaal online geplaatste films en foto’s van het internet te laten verwijderen, waardoor deze lang op het internet kunnen blijven circuleren. Dit rekent de rechtbank verdachte aan. Verder neemt de rechtbank het verdachte kwalijk dat hij een kinderpornografische afbeelding van zijn eigen dochter heeft gemaakt, terwijl zij op dat moment aan zijn zorg was toevertrouwd. Verwacht mag worden dat een kind veilig is bij haar vader en door hem niet wordt betrokken bij een dergelijk schadelijke strafbaar feit. Hoewel de rechtbank niet bewezen acht dat verdachte zich de toegang heeft verschaft tot de op zijn telefoon aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen, vindt de rechtbank het zorgelijk dat verdachte zich kennelijk in een digitale omgeving heeft bevonden waarbij deze afbeeldingen in zijn telefoon terecht zijn gekomen.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van verdachte. Daaruit volgt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft acht geslagen op het rapport van Emergis Verslavingsreclassering (hierna: de reclassering) van 8 november 2024. Hieruit volgt dat verdachte een belast verleden heeft, omdat hij zelf is misbruikt en er sprake was van huiselijk geweld. Er is sprake van middelenproblematiek bij verdachte. Hij gebruikt dagelijks alcohol en cannabis. Uit een eerdere relatie heeft verdachte een vierjarige dochter, die hij in verband met deze strafzaak momenteel niet mag zien. Hij houdt zich aan deze afspraak die met [organisatie] is gemaakt. Verdachte heeft in het verleden een korte periode onder behandeling bij Emergis gestaan, maar heeft momenteel geen begeleidings- of hulpverleningscontacten. Behandeling en begeleiding zijn geïndiceerd, evenals verder onderzoek naar eventuele parafiele interesses. Verder onderzoek en behandeling kunnen plaatsvinden door Forensische Zorg Zeeland of een soortgelijke zorgverlener. Het verdiepingsonderzoek bij Forensische Zorg Zeeland waarvoor de reclassering verdachte heeft aangemeld, is niet volledig afgerond. De reclassering kan het risico op zedendelicten niet inschatten. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling door Forensische Zorg Zeeland, meewerken aan middelencontrole, meewerken aan hulpverlening door Maatschappelijk Justitiële Dienstverlening en het vermijden van kinderporno, waarbij verdachte mee dient te werken aan controles van zijn gegevensdragers.
Strafmaat
De rechtbank stelt vast dat het taakstrafverbod (artikel 22b Sr) van toepassing is. Op grond daarvan mag de rechtbank alleen een taakstraf opleggen als daar ook een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan gekoppeld is. Doorgaans worden ook daadwerkelijk gevangenisstraffen opgelegd voor dergelijke feiten.
De rechtbank betrekt bij haar oordeel echter ook dat bewezen is verklaard dat verdachte slechts één afbeelding heeft vervaardigd, verspreid en in bezit heeft gehad, dat de betrokken minderjarige op de afbeelding zich niet bewust lijkt te zijn geweest van de seksuele handeling die zichtbaar is op de foto en dat slechts de voeten en benen van de minderjarige in beeld zijn waardoor de minderjarige zelf dus niet herkenbaar in beeld is.
De rechtbank acht het met name van groot belang dat er meer zicht komt op (de problematiek) van verdachte en dat hij daarvoor behandeld wordt, om recidive in de toekomst te voorkomen. In dat kader acht de rechtbank het noodzakelijk dat de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden aan verdachte worden opgelegd.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van 28 dagen, waarvan 27 dagen voorwaardelijk. Met deze voorwaardelijke straf wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen en het opleggen van bijzondere voorwaarden mogelijk te maken. De rechtbank zal de proeftijd op twee jaar bepalen en daarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden opleggen. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een taakstraf van 120 uur opleggen, te vervangen door 60 dagen hechtenis als verdachte de taakstraf niet (goed) uitvoert.
Controle gegevensdragers
Over de geadviseerde bijzondere voorwaarde inhoudende de controle van de gegevensdragers, overweegt de rechtbank dat uit vaste rechtspraak volgt dat deze gedragsvoorwaarde voldoende precies geformuleerd moet worden en niet verder mag strekken dan voor het toezicht op de naleving van de andere bijzondere voorwaarden noodzakelijk is. De controle van geautomatiseerde werken en digitale gegevensdragers vormt een grote inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de gebruiker daarvan en de rechtbank moet hier rekening mee houden door de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zo gedetailleerd te omschrijven dat deze niet verder gaat dan strikt noodzakelijk. Uit de voorwaarde moet in ieder geval blijken op welke wijze de controles van de gegevensdragers mogen worden uitgevoerd en hoe is gewaarborgd dat de persoonlijke levenssfeer niet verdergaand wordt beperkt dan nodig is voor het beoogde toezicht. Een gedragsvoorschrift mag niet geacht worden gedrag van de verdachte te omvatten dat in feite overeenkomt met het meewerken aan door de politie uit te oefenen veelomvattende en ingrijpende dwangmiddelen.
In dat kader zal de rechtbank verschillende voorwaarden/beperkingen verbinden aan de controles die ten behoeve van de gegevensdragers mogen worden uitgevoerd. Deze beperkingen hebben betrekking op de maximale hoeveelheid en frequentie van controles, de wijze waarop en door wie de controles mogen worden uitgevoerd. Dit leidt tot de in het dictum geformuleerde bijzondere voorwaarde.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en, 240b (oud) van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 28 dagen, waarvan 27 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen 5 dagen na het ingaan van de proeftijd bij Emergis Verslavingsreclassering meldt op het adres Vrijlandstraat 33e, 4337 EA te Middelburg en zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte zich laat behandelen door Forensische Zorg Zeeland of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start per direct. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* dat verdachte meewerkt aan de begeleiding door Maatschappelijke Justitiële Dienstverlening;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
* dat verdachte meewerkt aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek ten behoeve van de hiervoor genoemde voorwaarde (het vermijden van kinderporno). Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. Het toezicht mag slechts op zodanige wijze worden uitgevoerd dat niet door een persoon kennis wordt genomen van de inhoud van afbeeldingen (geautomatiseerde controle is derhalve wel toegestaan). De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, niet zijnde een opsporingsambtenaar, die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
- geeft opdracht aan Emergis Verslavingsreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
-
voorwaarden daarbijzijn:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 120 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
60 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Donders, voorzitter, mr. D.H. Hamburger en mr. R.H.M. Pooyé, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.J. van der Welle, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 6 december 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

9.Bijlage I

De tenlastelegging
hij meermalen, althans eenmaal, in of omstreeks de periode van 18 oktober 2023 tot
en met 17 januari 2024 te [plaats 2] , [gemeente] , althans in Nederland, telkens
een (grote) hoeveelheid afbeeldingen, - en/of een gegevensdrager bevattende
afbeeldingen, te weten foto’s en/of een GSM -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar
nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft
verspreid, aangeboden, openlijk tentoongesteld, vervaardigd, ingevoerd,
doorgevoerd, uitgevoerd, verworven, in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking
van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een
persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeelding 02, 03,
04, 05 van de collectiescan)
en/of
het met de voeten betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander)
persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
( [bestandsnaam] .jpg blz 39 van
het dossier)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of
opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een
erotisch getinte houding
(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen
en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende
afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's /film(s)
nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van deze persoon
in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding 01 van de collectiescan)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
(art. 240b lid 1 en 2 Wetboek van Strafrecht)