Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 februari 2024 in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats 1] , belanghebbende,
heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking West-Brabant(gemeente Zundert), de heffingsambtenaar,
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Feiten
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de WOZ-waarde van de woning tot een bedrag van € 525.000;
- vermindert de aanslag OZB dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de bestreden uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 45,45;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade aan belanghebbende van € 54,55;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50 aan belanghebbende moet vergoeden;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 2.370 aan proceskosten aan belanghebbende.