ECLI:NL:RBZWB:2024:8311
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake woningsluiting op basis van de Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2024, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld tegen het besluit van de burgemeester van Loon op Zand om de woning van verzoeker te sluiten voor de duur van drie maanden. Dit besluit is genomen op basis van artikel 13b van de Opiumwet, nadat in de woning van verzoeker een handelshoeveelheid methamfetamine was aangetroffen. Verzoeker, die eigenaar is van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De burgemeester had eerder een voornemen tot sluiting van de woning kenbaar gemaakt, maar verzoeker stelde dat hij niet voldoende gelegenheid had gekregen om zijn zienswijze naar voren te brengen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechter oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten, gezien de aangetroffen hoeveelheid drugs die de grens voor eigen gebruik overschreed. De voorzieningenrechter benadrukte dat de burgemeester een belangenafweging moet maken bij het gebruik van zijn bevoegdheid, maar dat in dit geval de sluiting van de woning noodzakelijk was om de openbare orde te waarborgen. De rechter concludeerde dat de burgemeester voldoende redenen had om de sluiting te rechtvaardigen, ondanks de persoonlijke omstandigheden van verzoeker. De voorzieningenrechter wees erop dat verzoeker niet had aangetoond dat hij geen vervangende woonruimte kon vinden en dat de sluiting van de woning voor hem niet onevenredig was, gezien de ernst van de overtreding.