ECLI:NL:RBZWB:2024:8300
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van beroepsgronden en kopie van het bestreden besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van de Dienst Toeslagen (voorheen Belastingdienst/Toeslagen) van 28 december 2023 behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser de gronden van het beroep niet heeft vermeld en geen kopie van het bestreden besluit heeft bijgevoegd. Dit verzuim is niet tijdig hersteld, ondanks een verzoek van de rechtbank om dit binnen vier weken te doen.
De rechtbank legt uit dat volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een uitspraak zonder zitting mogelijk is wanneer het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Eiser heeft in zijn beroepschrift geen specifieke gronden vermeld en heeft ook geen kopie van het bestreden besluit ingediend. De rechtbank heeft eiser in een eerder bericht verzocht om deze verzuimen te herstellen, maar eiser heeft hier niet op gereageerd.
Uiteindelijk concludeert de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.W. Ponds, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.