ECLI:NL:RBZWB:2024:8298
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 5 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het UWV. De rechtbank oordeelde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat het griffierecht niet was betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar was. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het instellen van beroep. In deze zaak bedroeg het griffierecht € 51,-. De griffier had eiseres op 11 april 2024 een afschrift van de nota gestuurd, waarin stond dat het griffierecht binnen twee weken moest worden voldaan. Vervolgens kreeg eiseres op 18 juni 2024 een laatste termijn van vier weken om het griffierecht te voldoen of om een beroep te doen op betalingsonmacht. Eiseres heeft echter het griffierecht niet op tijd betaald en geen beroep op betalingsonmacht gedaan. De rechtbank concludeerde dat er geen verontschuldiging voor het verzuim was en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk beoordeelt en het bestreden besluit in stand blijft. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.