ECLI:NL:RBZWB:2024:827

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 januari 2024
Publicatiedatum
13 februari 2024
Zaaknummer
10826300 VV EXPL 23-109 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie en schadevergoeding in het kader van een agentuurovereenkomst met betrekking tot Indonesische verpleegkundigen

In deze zaak vordert YOMA HOLDING B.V. en YOMEMA B.V. (hierna gezamenlijk: Yo(me)ma) in kort geding een aantal voorlopige voorzieningen tegen AVANS HOGESCHOOL B.V. (hierna: Avans). De vorderingen zijn gebaseerd op een agentuurovereenkomst die betrekking heeft op de werving en opleiding van Indonesische verpleegkundigen in Nederland. De achtergrond van de zaak ligt in een samenwerking tussen partijen, die is ontstaan na een memorandum van understanding tussen de ministers van Volksgezondheid van Nederland en Indonesië. De samenwerking is echter onder druk komen te staan door negatieve publiciteit en een onderzoek van de arbeidsinspectie, wat heeft geleid tot een stopzetting van de opleiding voor nieuwe studenten uit Indonesië. Yo(me)ma vordert onder andere rectificatie van onjuiste mededelingen door Avans en schadevergoeding voor de gevolgen van de stopzetting van de opleiding. De kantonrechter oordeelt dat de vorderingen van Yo(me)ma vooralsnog niet toewijsbaar zijn, omdat het causaal verband ontbreekt en nakoming op dit moment onmogelijk is. De vordering tot afgifte van stukken wordt afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang. Avans wordt wel veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10826300 \ VV EXPL 23-109
Vonnis in kort geding van 29 januari 2024
in de zaak van
YOMA HOLDING B.V.,
YOMEMA B.V.
te Waalwijk,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: Yo(me)ma,
gemachtigde: mr. R.H.J.M. Silvertand,
tegen
AVANS HOGESCHOOL B.V.,
te Tilburg,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Avans,
gemachtigde: mr. E.J.L. Mulderink.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de producties van Yo(me)ma
- de producties van Avans
- de mondelinge behandeling van 8 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van Yo(me)ma
- de pleitnota van Avans.

2.De feiten

2.1.
Op 6 november 2018 hebben de ministers van Volksgezondheid van Nederland en Indonesië een ‘memorandum of understanding’ ondertekend, waarin zij beloofd hebben om met elkaar te gaan samenwerken op het gebied van volksgezondheid. De gedachte hierbij was dat er in Indonesië een overschot aan verpleegkundigen was, maar dat die verpleegkundigen naar een hoger kennisniveau moesten worden gebracht. In Nederland zijn er juist grote tekorten aan verpleegkundigen. Door de Indonesische verpleegkundigen in Nederland te laten studeren met een bijbaan zouden Indonesië en Nederland elkaar wederzijds kunnen helpen.
2.2.
Ter uitvoering van dit project zijn Yo(me)ma, zorginstellingen in Nederland en Avans een samenwerking aangegaan. Onderdeel van deze samenwerking zijn de agentuurovereenkomst tussen Avans (als principaal) en Yoma (als agent) ten behoeve van de werving, voorbereiding en zorgverlening van Indonesische verpleegkundigen, de bemiddelingsovereenkomsten tussen Yomema en de zorginstellingen, de stage-overeenkomsten tussen Avans, de zorginstellingen en de verpleegkundigen (studenten) en de arbeidsovereenkomsten tussen de zorginstellingen en de verpleegkundigen.
2.3.
Op 18 november 2021 is de eerste groep verpleegkundigen gestart bij drie zorginstellingen. Mede met het oog op de regels in de Vreemdelingenwet en de voorwaarden in de studentenvisa is afgesproken dat de verpleegkundigen 16 uur opleiding zouden volgen, 16 uur stage zouden lopen bij een zorginstelling en de mogelijkheid hebben om 16 uur te werken bij de zorginstelling waar ze stage lopen.
2.4.
Op 13 oktober 2022 heeft Avans aan Yo(me)ma gemeld dat de arbeidsinspectie op bezoek was bij de zorginstellingen. Aangezien Avans en Yoma er eerder niet aan waren toegekomen, hebben zij op 1 november 2022 de agentuurovereenkomst ondertekend. Weliswaar staat op de agentuurovereenkomst dat deze is ondertekend op 1 november 2021, maar dat is de ingangsdatum. Partijen zijn het erover eens dat de ondertekening pas een jaar later heeft plaatsgevonden. Ondertussen werd het onderzoek van de arbeidsinspectie voortgezet en vanaf 28 maart 2023 neemt de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) – in afwachting van de rapportage van de arbeidsinspectie – geen nieuwe aanvragen voor studentenvisa in behandeling.
2.5.
Op 20 juli 2023 verscheen er een bericht op nu.nl met negatieve publiciteit over het project met de Indonesische verpleegkundigen. Naar aanleiding hiervan heeft Avans een persbericht op haar website geplaatst waarin onder meer staat dat het project zijn vruchten afwerpt, dat het uitvalpercentage van de Indonesische verpleegkundigen/studenten relatief laag is en dat de Indonesische verpleegkundigen/studenten het onderwijs bovengemiddeld goed waarderen.
2.6.
De negatieve publiciteit over het project zette zich echter voort door verschillende uitzendingen van het televisieprogramma Een Vandaag. Vervolgens heeft Avans op
6 november 2023 aan Yo(me)ma een bericht gestuurd, waarin onder meer het volgende staat: “(…)
Avans+ heeft(…)
besloten om te stoppen met de opleiding Bachelor of Nursing voor studenten uit Indonesië. Dit betekent dat de opleiding voor deze specifieke doelgroep ophoudt te bestaan en dat er geen nieuwe studenten uit Indonesië naar Nederland komen om via Avans+ de opleiding te volgen.” In reactie hierop heeft Yo(me)ma Avans per e-mailbericht van eveneens 6 november 2023 dringend verzocht om de beoogde communicatie over het stoppen van de opleiding in ieder geval nog even uit te stellen, zodat partijen kunnen overleggen. Aan dat verzoek heeft Avans echter geen gehoor gegeven en op dezelfde dag (6 november 2023) heeft zij een bericht geplaatst op haar website met de volgende tekst: “(…)
Avans+ stopt met de opleiding Verpleegkunde voor studenten uit Indonesië. De circa tweehonderd zittende studenten maken het traject af, maar er komen geen nieuwe Indonesische studenten naar Nederland om de opleiding te volgen(…)”. Bovendien heeft zij op 8 november 2023 een bericht gestuurd naar Yo(me)ma, waarin onder meer het volgende staat: “(…)
We hebben jullie brief in goede orde ontvangen en betreuren het feit dat jullie je niet kunnen vinden in het door ons genomen besluit en de wijze van communiceren inzake de BON-I.(…)
Zoals reeds eerder met jullie besproken en nogmaals uitgebreid bediscussieerd tijdens ons overleg op 1 november jl. zien wij ons, gezien de onoplosbare problemen waarmee we geconfronteerd worden, zoals de negatieve beeldvorming, de achterblijvende studievoortgang, de lopende onderzoeken van de arbeidsinspectie en de NVAO en de behandelstop door IND, genoodzaakt om te stoppen met de BON-I voor studenten uit Indonesië.(…)”.
2.7.
In een brief van 14 november 2023 heeft het Leger des Heils – een van de zorginstellingen waarmee Yomema heeft gecontracteerd – onder meer het volgende geschreven: “(…)
naar aanleiding van recente tv-rapportages en het persbericht van Avans+ dat zij de samenwerking met Yomema hebben opgezegd, dan wel dat door terugtrekking van Avans+ de feitelijke basis van de overeenkomst tussen Leger des Heils en Yomema onmogelijk is geworden. Het Leger des Heils stelt nu vast dat Yomema toerekenbaar tekort schiet in het nakomen van haar verplichtingen als beschreven in onder meer artikel 2.1 van de overeenkomst(…)”
2.8.
In een brief van Yo(me)ma aan Avans van 17 november 2023 staat onder meer dat zij het niet eens is met de rauwelijkse en eenzijdige beëindiging van de samenwerking en de opleiding voor Indonesische verpleegkundigen. Verder bevat voormelde brief onder meer een sommatie om publiekelijk terug te komen op de eerdere berichtgeving en om Yo(me)ma een afschrift van bepaalde stukken te geven. In een reactie van 24 november 2023 wijst Avans iedere aansprakelijkheid van de hand en stelt zij voor om de rapportage van de arbeidsinspectie af te wachten.

3.Het geschil

3.1.
Yo(me)ma vordert om Avans bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen:
de agentuur (overeenkomst van 1 november 2022) gaaf en onvoorwaardelijk na te komen;
om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis aan de navolgende instellingen en/of bedrijven de navolgende brief per aangetekende post en per mail te sturen zonder commentaar of bijschrijving, onder overlegging van een afschrift aan Yoma:
- Zorggroep Drenthe, [adres 1] , [postcode 1] [plaats 1]
- Woonzorg Flevoland, [adres 2] , [postcode 2] [plaats 2]
- Heemzicht, [adres 3] , [postcode 3] [plaats 3]
- TempoTeam, [adres 4] , [postcode 4] [plaats 4]
- VariantZorg, [adres 5] , [postcode 5] [plaats 5]
- ZZG ( [plaats 6] ), [adres 6] , [postcode 6] [plaats 6]
- Zuyderland, [adres 7]
- Nobama Care, [adres 8]
- Tangenborgh, [adres 9] , [postcode 7] [plaats 7]
- Evean, [adres 10] , [postcode 8] [plaats 8]
- De Posten ( [plaats 9] ), [adres 11] , [postcode 9] [plaats 9]
- Liberein ( [plaats 9] ), [adres 12] , [postcode 10]
- Livio ( [plaats 9] ), [adres 13] , [postcode 11] [plaats 9]
- Manna ( [plaats 9] ), [adres 14] , [postcode 12]
- Glorieux, [adres 15] , [postcode 13] [plaats 10]
- Vivent, [adres 16] , [postcode 14] [plaats 11]
- Bloemfonteijn, [adres 17] , [postcode 15] [plaats 12]
- Leger des Heils, [adres 18], [postcode 16] [plaats 13]

Op last van de Voorzieningenrechter in de rechtbank Zeeland West-Brabant sturen wij u deze brief. Wij hebben u op 6 november 2023 er over geïnformeerd dat wij zouden stoppen met de opleiding Bachelor of Nursing. Wij hebben ons bij die beslissing te weinig gelegen laten liggen aan de belangen van 338 studenten in Indonesië bij wie het gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat zij zouden kunnen worden toegelaten tot die opleiding. Wij hebben ons daarbij ook onvoldoende de belangen van Yomema, onze agent, aangetrokken. De Voorzieningenrechter heeft ons veroordeeld om u te berichten dat wij in ieder geval gedurende de loop van het onderzoek van de Arbeidsinspectie de opleiding Bachelor of Nursing International dienen voort te zetten en ook zullen voortzetten totdat duidelijk is wat de Arbeidsinspectie heeft beslist. Wij zullen het onderzoek van de Arbeidsinspectie daarom afwachten voordat wij een beslissing nemen over het al dan niet stoppen van de opleiding. Dat betekent voor de bestaande studenten dat zij desgewenst en onder voorwaarden hun studie kunnen voortzetten en voor de 338 wachtende studenten in Indonesië dat zij het onderzoek van de arbeidsinspectie mogen afwachten voordat wij de beslissing zullen nemen of wij de studie definitief zullen beëindigen.”;
aan Yoma binnen een week na dit vonnis van de navolgende studenten aan Yoma de navolgende documenten te verschaffen:
- Van alle in productie 50 genoemde studenten:
Alle aan hen verstrekte stagehandleidingen en
Alle stageverslagen en
Alle stageopdrachten en
Alle urenregistraties van de stages en
Alle stagebeoordelingen;
het onder b en c gevorderde op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 indien Avans niet tijdig aan de veroordeling voldoet, te vermeerderen met een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat Avans niet voldoet aan de veroordeling van de kantonrechter;
binnen twee (de kantonrechter begrijpt: weken) een voorschot te betalen op de schadevergoeding van € 39.916,00 per maand ter zake het wachtgeld voor de Indonesische studenten, met ingang van 1 december 2023 en daarna steeds voor het eerst van de maand € 39.916,00;
te betalen een bedrag van 13 x € 13.547,00 is € 176.111,00 aan ten onrechte niet uitgekeerde provisie vanaf 1 november 2022 tot 1 december 2023, vanaf 1 december 2023 maandelijks steeds op het eerste van de maand, voor het eerst op 1 januari 2024, een bedrag van € 13.547,00 per maand totdat de agentuur rechtsgeldig is beëindigd;
tot betaling van de kosten van dit geding aan Yoma.
3.2.
Avans voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Yo(me)ma, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Yo(me)ma, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Yo(me)ma in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat hier om in kort geding gevorderde voorlopige voorzieningen. De rechter moet daarom eerst beoordelen of Yo(me)ma ten tijde van dit vonnis bij die voorzieningen een spoedeisend belang heeft. Daarnaast geldt dat de rechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.2.
Behalve wat betreft de vordering tot het verschaffen van bepaalde documenten – waarop de kantonrechter later in dit vonnis nader zal ingaan – is de kantonrechter van oordeel dat Yo(me)ma het vereiste spoedeisende belang voldoende heeft gesteld. De kantonrechter zal nu de vorderingen van Yo(me)ma puntsgewijs behandelen, waarbij de kantonrechter uit praktisch oogpunt een andere volgorde zal hanteren dan de volgorde in de dagvaarding.
Rectificatie
4.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Avans erkend dat de berichtgeving op
6 november 2023 niet helemaal juist en volledig was. Er staat immers dat Avans+ stopt met de opleiding Verpleegkunde voor studenten uit Indonesië en dat er geen nieuwe studenten uit Indonesië naar Nederland komen om via Avans+ de opleiding te volgen, maar bedoeld werd dat de opleiding (hoogstwaarschijnlijk) niet in de bestaande vorm verder kan gaan en dat het onderzoek van de arbeidsinsectie zal worden afgewacht voordat besloten wordt of en zo ja op welke wijze de opleiding zal worden voortgezet. Verder deelde Avans mee dat de zorginstellingen hierover al mondeling zijn geïnformeerd en dat Avans bereid is om dat ook op papier te zetten. Met het oog hierop en gelet op de verdere verklaringen van partijen tijdens de mondelinge behandeling komt de kantonrechter in dit kort geding tot de volgende rectificatie(tekst):

Op last van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant stuurt Avans+ u deze brief. Avans+ heeft u er op 6 november 2023 over geïnformeerd dat Avans+ zou stoppen met de opleiding Bachelor of Nursing voor studenten uit Indonesië. De kantonrechter heeft Avans veroordeeld om u te berichten dat Avans+ nog geen beslissing heeft genomen over de opleiding Bachelor of Nursing voor studenten uit Indonesië. Avans+ zal het onderzoek van de arbeidsinspectie afwachten voordat zij een beslissing neemt over het al dan niet stoppen met de opleiding. Dat betekent voor de bestaande studenten dat zij desgewenst en onder voorwaarden hun studie kunnen voortzetten en voor de wachtende studenten in Indonesië dat zij het onderzoek van de arbeidsinspectie mogen afwachten voordat Avans+ een beslissing zal nemen of en op welke wijze Avans+ de studie zal voortzetten.
Avans zal worden veroordeeld om – op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 voor het geval dat Avans niet tijdig aan deze veroordeling voldoet, te vermeerderen met een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat Avans niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van in totaal € 50.000,00 – binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan de navolgende instellingen en/of bedrijven voormelde tekst per aangetekende post en per e-mail te sturen zonder commentaar of bijschrijving en onder overlegging van een afschrift aan Yoma:
  • Zorggroep Drenthe, [adres 1] , [postcode 1] [plaats 1]
  • Woonzorg Flevoland, [adres 2] , [postcode 2] [plaats 2]
  • Heemzicht, [adres 3] , [postcode 3] [plaats 3]
  • TempoTeam, [adres 4] , [postcode 4] [plaats 4]
  • VariantZorg, [adres 5] , [postcode 5] [plaats 5]
  • ZZG ( [plaats 6] ), [adres 6] , [postcode 6] [plaats 6]
  • Zuyderland, [adres 7]
  • Nobama Care, [adres 8]
  • Tangenborgh, [adres 9] , [postcode 7] [plaats 7]
  • Evean, [adres 10] , [postcode 8] [plaats 8]
  • De Posten ( [plaats 9] ), [adres 11] , [postcode 9] [plaats 9]
  • Liberein ( [plaats 9] ), [adres 12] , [postcode 10]
  • Livio ( [plaats 9] ), [adres 13] , [postcode 11] [plaats 9]
  • Manna ( [plaats 9] ), [adres 14] , [postcode 12]
  • Glorieux, [adres 15] , [postcode 13] [plaats 10]
  • Vivent, [adres 16] , [postcode 14] [plaats 11]
  • Bloemfonteijn, [adres 17] , [postcode 15] [plaats 12]
  • Leger des Heils, [adres 18], [postcode 16] [plaats 13] .
Provisie
4.4.
De provisievordering van Yoma is gebaseerd op artikel 7:435 lid 1 BW, waarin het volgende staat: “
De handelsagent heeft recht op een beloning, indien hij bereid is zijn verplichtingen uit de agentuurovereenkomst na te komen of deze reeds heeft nagekomen, doch de principaal van de diensten van de handelsagent geen gebruik heeft gemaakt of in aanzienlijk geringere mate gebruik heeft gemaakt dan deze als normaal mocht verwachten, tenzij de gedraging van de principaal voortvloeit uit omstandigheden welke redelijkerwijs niet voor zijn rekening komen.
4.5.
Naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter is deze vordering niet toewijsbaar. Weliswaar is voldoende aannemelijk dat Yoma bereid is haar verplichtingen uit de agentuurovereenkomst na te komen en is eveneens voldoende aannemelijk dat Avans geen of minder gebruik heeft gemaakt van de diensten van Yoma, maar Avans heeft ook voldoende aannemelijk gemaakt dat zij geen of minder gebruik maakt van de diensten van Yoma door omstandigheden die redelijkerwijs niet voor haar rekening komen. In dat kader heeft Avans erop gewezen dat het voor haar op dit moment niet mogelijk is om (meer) gebruik te maken van de diensten van Yoma, doordat de IND in afwachting van het onderzoek van de arbeidsinspectie vanaf 28 maart 2023 geen studentenvisa afgeeft. Yoma betwist niet dat de IND op dit moment geen studentenvisa afgeeft, maar zij betwist wel dat dit een omstandigheid is die redelijkerwijs niet voor rekening van Avans komt. In dat kader voert Yoma aan dat de aanleiding voor het starten en voortduren van het onderzoek van de arbeidsinspectie (en daarmee het voorlopig niet afgeven van studentenvisa door de IND) is gelegen in het feit dat Avans de stage in het leer-werktraject niet op orde had. Dat is naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter echter onvoldoende aannemelijk. Vooralsnog blijkt nergens concreet uit dat het niet op orde hebben van de stage – voor zover dat het geval is en voor rekening van Avans komt – de aanleiding is voor het (voortduren van het) onderzoek van de arbeidsinspectie. Volgens Yoma kan het niet anders dan dat het zo is, maar dat is naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter onvoldoende concreet en is slechts een vermoeden. Het is niet uitgesloten dat het zo is, maar dat moet blijken uit het rapport van de arbeidsinspectie en daarop kan de kantonrechter op dit moment niet vooruitlopen. Kortom, de gevorderde provisie is naar het voorlopige oordeel van de kanonrechter niet toewijsbaar.
Nakoming van de agentuurovereenkomst
4.6.
Deze vordering moet worden bezien het in het licht van de zojuist behandelde vorderingen tot rectificatie en provisie. Daaruit volgt dat de opleiding Verpleegkunde voor studenten uit Indonesië nog niet is stopgezet en dat Avans het onderzoek van de arbeidsinspectie af zal wachten voordat zij een beslissing neemt over het al dan niet stopzetten van deze opleiding. Verder volgt daaruit dat de IND ook in afwachting is van het onderzoek van de arbeidsinspectie en dat de IND tot die tijd geen studentenvisa afgeeft. Een en ander brengt mee dat de nakomingsvordering op dit moment niet toewijsbaar is. Immers, voor zover er op dit moment sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de agentuurovereenkomst zijdens Avans, is dat het geval omdat nakoming thans onmogelijk is wegens het niet afgeven van studentenvisa door de IND. In deze omstandigheden is de vordering tot nakoming niet toewijsbaar.
Schadevergoeding
4.7.
Yo(me)ma baseert haar schadevergoedingsvordering op onrechtmatig handelen van Avans. Op de eerste plaats stelt Yo(me)ma dat zij schade lijdt – bijvoorbeeld in de vorm van door haar te betalen wachtgeld aan geworven verpleegkundigen in Indonesië – doordat Avans de stage in het leer-werktraject niet op orde had. Volgens Yo(me)ma is dit namelijk de aanleiding voor (de lange duur van) het onderzoek van de arbeidsinspectie, waardoor de IND geen studentenvisa meer afgeeft. Echter, dat is naar het oordeel van de kantonrechter vooralsnog onvoldoende aannemelijk. Zoals de kantonrechter al heeft overwogen bij de provisievordering blijkt op dit moment nergens concreet uit dat het niet op orde hebben van de stage – voor zover dat het geval is en voor rekening van Avans komt – de aanleiding is voor het (voortduren van het) onderzoek van de arbeidsinspectie. Volgens Yoma kan het niet anders dan dat het zo is, maar dat is naar het voorlopige oordeel van de kantonrechter onvoldoende concreet en is slechts een vermoeden. Het is niet uitgesloten dat het zo is, maar dat moet blijken uit het rapport van de arbeidsinspectie en daarop kan de kantonrechter op dit moment niet vooruitlopen. Kortom, de gevorderde schadevergoeding kan op deze grond niet worden toegewezen.
4.8.
Voor zover Yo(me)ma haar schadevergoedingsvordering wegens onrechtmatig handelen van Avans mede baseert op de berichtgeving van Avans op 6 november 2023 is de kantonrechter vooralsnog van oordeel dat het vereiste causale verband ontbreekt. Al ruim voor de berichtgeving van 6 november 2023 konden er geen nieuwe studenten/verpleegkundigen uit Indonesië naar Nederland komen, doordat de IND in afwachting van het onderzoek van de arbeidsinspectie vanaf 28 maart 2023 geen studentenvisa meer afgeeft. Verder geldt voor de toekomst dat de berichtgeving van
6 november 2023 op grond van dit vonnis dient te worden gerectificeerd.
Afgeven stukken
4.9.
Yoma baseert haar afgiftevordering primair op artikel 6.3 van de agentuurovereenkomst, waarin het volgende is bepaald: “
Partijen zijn immer bevoegd tot gehele of gedeeltelijke op / uitvraag bij de andere partij van alle informatie en stukken die enige student betreft die op grond van deze overeenkomst en zijn verplicht om onverwijld aan deze op / uitvraag te voldoen.” Yoma geeft aan dat uit de stagedossiers moet blijken wat de stage precies inhield. Verder stelt Yoma dat de arbeidsinspectie aan de hand van die dossiers overtuigd moet worden dat er wel degelijk een strikte scheiding bestond tussen stage en werk. Avans voert als verweer tegen deze vordering dat artikel 6.3 niet zo ruim moet worden uitgelegd. Partijen hebben volgens Avans niet beoogd dat de thans gevorderde stukken daaronder vallen. Bovendien heeft Yoma volgens Avans geen (spoedeisend) belang bij de afgifte van deze stukken. Ook de kantonrechter is van oordeel dat het vereiste (spoedeisend) belang bij deze vordering ontbreekt. Zoals de kantonrechter al heeft overwogen is het op dit moment onvoldoende aannemelijk dat het (voortduren van het) onderzoek van de arbeidsinspectie het gevolg is van het (mogelijk) niet op orde hebben van de stage door Avans. Dat brengt – zeker in het licht van de verschillende uitleg die partijen aan artikel 6.3 van de agentuurovereenkomst geven – mee dat de betreffende afgiftevordering zal worden afgewezen. Vanwege het ontbreken van een (spoedeisend) belang kan ook de subsidiaire grondslag (artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering) niet tot toewijzing van de vordering leiden.
4.10.
Avans is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kantonrechter zal een bedrag van € 1.254,00 (= deel griffierecht) buiten beschouwing laten. Door de niet toewijsbare geldvordering van Yo(me)ma is de vordering voor de berekening van de griffierechten in een hogere categorie terecht gekomen. Het zou onredelijk zijn de financiële gevolgen daarvan voor rekening van Avans te laten komen. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Yo(me)ma als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
109,44
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
793,00
Totaal
1.032,44
4.11.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Avans om – op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 voor het geval dat Avans niet tijdig aan deze veroordeling voldoet, te vermeerderen met een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat Avans niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van in totaal € 50.000,00 – binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan de navolgende instellingen en/of bedrijven de volgende tekst per aangetekende post en per e-mail te sturen zonder commentaar of bijschrijving en onder overlegging van een afschrift aan Yoma.
Instellingen en/of bedrijven:
  • Zorggroep Drenthe, [adres 1] , [postcode 1] [plaats 1]
  • Woonzorg Flevoland, [adres 2] , [postcode 2] [plaats 2]
  • Heemzicht, [adres 3] , [postcode 3] [plaats 3]
  • TempoTeam, [adres 4] , [postcode 4] [plaats 4]
  • VariantZorg, [adres 5] , [postcode 5] [plaats 5]
  • ZZG ( [plaats 6] ), [adres 6] , [postcode 6] [plaats 6]
  • Zuyderland, [adres 7]
  • Nobama Care, [adres 8]
  • Tangenborgh, [adres 9] , [postcode 7] [plaats 7]
  • Evean, [adres 10] , [postcode 8] [plaats 8]
  • De Posten ( [plaats 9] ), [adres 11] , [postcode 9] [plaats 9]
  • Liberein ( [plaats 9] ), [adres 12] , [postcode 10]
  • Livio ( [plaats 9] ), [adres 13] , [postcode 11] [plaats 9]
  • Manna ( [plaats 9] ), [adres 14] , [postcode 12]
  • Glorieux, [adres 15] , [postcode 13] [plaats 10]
  • Vivent, [adres 16] , [postcode 14] [plaats 11]
  • Bloemfonteijn, [adres 17] , [postcode 15] [plaats 12]
  • Leger des Heils, [adres 18], [postcode 16] [plaats 13]
Tekst:
- “ “
Op last van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant stuurt Avans+ u deze brief. Avans+ heeft u er op 6 november 2023 over geïnformeerd dat Avans+ zou stoppen met de opleiding Bachelor of Nursing voor studenten uit Indonesië. De kantonrechter heeft Avans veroordeeld om u te berichten dat Avans+ nog geen beslissing heeft genomen over de opleiding Bachelor of Nursing voor studenten uit Indonesië. Avans+ zal het onderzoek van de arbeidsinspectie afwachten voordat zij een beslissing neemt over het al dan niet stoppen met de opleiding. Dat betekent voor de bestaande studenten dat zij desgewenst en onder voorwaarden hun studie kunnen voortzetten en voor de wachtende studenten in Indonesië dat zij het onderzoek van de arbeidsinspectie mogen afwachten voordat Avans+ een beslissing zal nemen of en op welke wijze Avans+ de studie zal voortzetten.
5.2.
bepaalt dat geen dwangsommen zullen worden verbeurd voor zover dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar moet worden geacht, in aanmerking genomen de mate waarin aan de beslissing is voldaan, de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid van de overtreding,
5.3.
veroordeelt Avans in de proceskosten, aan de zijde van Yo(me)ma tot dit vonnis vastgesteld op € 1.032,44,
5.4.
veroordeelt Avans in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 40,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen met de explootkosten als Avans niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op
29 januari 2024.