In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 2 december 2024, wordt het beroep van eiser beoordeeld, die stelt dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag van 29 mei 2024 op basis van de Wet open overheid (Woo). Eiser had verzocht om openbaarmaking van documenten met betrekking tot de uitkoop van een supermarkt en aanpalende percelen. De rechtbank oordeelt dat het college niet binnen de wettelijk vereiste termijn van vier weken heeft beslist, en dat eiser het college op 11 juli 2024 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat het college niet tijdig heeft gehandeld.
De rechtbank legt het college op om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op het Woo-verzoek, met een uiterste datum van 31 december 2024. Tevens wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht, maar heeft geen proceskosten gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.