ECLI:NL:RBZWB:2024:8233

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
02-800665-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden voor betrokkene met complexe problematiek

Op 4 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van betrokkene, die ter beschikking is gesteld met voorwaarden. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden met één jaar te verlengen, toegewezen. Betrokkene, geboren in 1982, verblijft momenteel in een forensische psychiatrische kliniek en heeft te maken met complexe problematiek, waaronder een schizo-affectieve stoornis en een licht verstandelijke beperking. De rechtbank heeft vastgesteld dat de tbs-maatregel op 24 november 2016 is ingegaan en dat deze voor de laatste keer is verlengd op 4 november 2022. Tijdens de zitting op 20 november 2024 zijn zowel de officier van justitie als betrokkene gehoord, waarbij de officier van justitie de verlenging van de tbs met voorwaarden heeft bepleit. De reclassering heeft in een rapport van 16 september 2024 geadviseerd om de tbs-maatregel met één jaar te verlengen, gezien de aanhoudende risico's op ontregeling en gewelddadig gedrag bij het wegvallen van de maatregel. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de reclassering gevolgd en geconcludeerd dat de verlenging van de tbs met voorwaarden noodzakelijk is voor de veiligheid van anderen en de resocialisatie van betrokkene. De rechtbank heeft ook enkele voorwaarden aangepast, waaronder de mogelijkheid van een time-out in een forensisch psychiatrisch centrum. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800665-15
beslissing van de meervoudige kamer van 4 december 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] , op [geboortedag] 1982,
wonende bij [kliniek] , [afdeling 1] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
  • de vordering van de officier van justitie van 3 oktober 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: ‘tbs’) met voorwaarden met één jaar;
  • de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene];
  • het rapport van de verslavingsreclassering GGZ van 16 september 2024, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
  • een advies van 31 juli 2024 van psychiater [naam 1] .

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Breda van 24 november 2016 is betrokkene, wegens overtreding van onder andere artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot tbs met voorwaarden. Bij beslissing van de rechtbank van 2 december 2020 is de tbs met voorwaarden met twee jaar verlengd en zijn de volgende voorwaarden opgenomen:
* betrokkene zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verlenen
aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs zoals bedoeld in
artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
* betrokkene zal zich melden op afspraken met de reclassering, zo frequent en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* betrokkene zal, op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling, verblijven binnen een FPK (Forensische) psychiatrie-klinische verblijfafdeling of een soortgelijke intramurale instelling, zulks ter beoordeling van het NIFP-IFZ, waarbij betrokkene zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven;
* betrokkene zal zijn medewerking verlenen aan het resocialisatietraject. Indien de noodzaak hiertoe aanwezig is, zal betrokkene zijn medewerking verlenen aan een begeleid woontraject. Betrokkene verandert niet van woonomgeving, zonder toestemming van zijn behandelaren en de reclassering;
* na afloop van de klinische behandeling zal betrokkene meewerken aan behandeling bij een
nader te bepalen forensische psychiatrische polikliniek - ambulante behandeling of
soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij
betrokkene zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling
door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, zolang de behandelaar dit
nodig acht;
* betrokkene zal meewerken aan ambulant forensisch psychiatrisch toezicht (FPT), ook als dit inhoudt meewerken aan een time-out van maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken per kalenderjaar;
* betrokkene zal zich wat betreft middelengebruik houden aan de richtlijnen vanuit de
reclassering en het behandelteam, ook als dit inhoudt volledige abstinentie;
* betrokkene zal actief meewerken aan controle op middelengebruik middels urinecontroles,
bloedproeven en/of blaastesten;
* betrokkene zal zijn medewerking verlenen aan het resocialisatietraject, neemt actief deel
aan dagbesteding, onttrekt zich niet aan behandeling en begeleiding, houdt zich aan
afspraken en geeft openheid van zaken;
* betrokkene dient bereikbaar te zijn, indien hij niet in de gelegenheid is om zijn telefoon op
te nemen, dient hij binnen 24 uur terug contact op te nemen met de reclassering;
* betrokkene werkt mee aan de totstandkoming van de drie partijenovereenkomst, waarin de
behandelafspraken worden opgenomen in het kader van het Forensisch Psychiatrisch
toezicht;
* betrokkene zal halfjaarlijks een recente pasfoto aan de reclassering overhandigen of hij
schikt zich in het maken van een foto door de reclassering;
* betrokkene zorgt voor een ziektekostenverzekering;
* betrokkene werkt mee aan het invullen van de Koninklijke Landelijke Politie Diensten
(KLPD) lijst die indien nodig gebruikt kan worden voor opsporingsdiensten ingeval van
onttrekking van de voorwaarden;
* betrokkene zal geen strafbare feiten plegen.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is op 24 november 2016 aangevangen.
De tbs met voorwaarden is laatstelijk bij beslissing van 4 november 2022 verlengd voor een termijn van twee jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 20 november 2024 is de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord, telefonisch bijgestaan door zijn raadsman mr. E. van Reydt, advocaat te Amsterdam.
Voorts is de deskundige mevrouw [naam 2] , reclasseringswerker, gehoord.

3.Het advies van de reclassering

De reclassering heeft in het rapport van 16 september 2024 verslag gedaan over de voortgang van de maatregel.
Bij betrokkene is sprake van complexe problematiek, waarbij meerdere stoornissen (primair schizo-affectieve stoornis en licht verstandelijk beperking) elkaar op een negatieve manier beïnvloeden.
Sinds mei 2022 verblijft betrokkene op [kliniek] in [plaats] op [afdeling 2] . Na wederom een agressie-incident met groepsleiding in augustus 2022 werd betrokken ingesteld op het medicijn Clozapine. Dat had een positieve uitwerking op het functioneren van betrokkene. Toen er een therapeutische waarde van Clozapine werd bereikt, ontstond er meer stabiliteit. Betrokkene is thans medicatietrouw, maar er is sterke twijfel over de medicatietrouw na afloop van het dwingende kader van de maatregel. In maart 2024 is een indicatie afgegeven voor een lager beveiligingsniveau, maar drie plaatsingsverzoeken werden afgewezen. Daarom is er binnen [organisatie] gezocht naar een geschikte afdeling met een lager beveiligingsniveau. Betrokkene is op 13 augustus 2024 verhuisd naar de [afdeling 1] . Ondanks het positieve feit dat hij inmiddels is doorgestroomd naar een lager beveiligingsniveau, zijn er wel zorgen over zijn toekomstperspectief. Er is sprake van een structurele kwetsbaarheid en het risico op ontregeling blijft aanwezig. Betrokkene heeft de professionele omgeving nodig voor het reguleren van (agressie)impulsen en om prikkels beperkt te houden om de kans op overvraging en ontregeling te verlagen. Als de maatregel van tbs zou wegvallen zou het risico op gewelddadig gedrag op korte termijn oplopen tot hoog, omdat dan te verwachten is dat betrokkene geen houvast meer heeft en zou worden overvraagd, wat leidt tot ontregeling. De reclassering adviseert daarom de tbs-maatregel met één jaar. De tbs-maatregel kan nog met maximaal één jaar worden verlengd, maar de verwachting is dat betrokkene ook na dit jaar aangewezen is op externe begeleiding en ondersteuning om zo het risico op ontregeling te aanvaarden. Op 9 september 2024 is er een zorgconferentie geweest om te overleggen over wat betrokkene nodig heeft na afloop van de maatregel. Verblijf en mogelijkheden voor doorstroom binnen [organisatie] worden het meest wenselijk geacht. Hij doet het tot dusver goed op de begeleidingsstijl gericht op LVB problematiek, die binnen [organisatie] geboden wordt.
De reclassering adviseert daarnaast een tekstuele aanpassing in onderstaande voorwaarde: De tekst “
betrokkene zal meewerken aan ambulant forensisch psychiatrisch toezicht (FPT), ook als dit inhoudt meewerken aan een time-out van maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken per kalenderjaar”dient volgens het reclasseringsadvies te worden gewijzigd in de tekst:
“Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog een maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.”
Ter zitting heeft de deskundige [naam 2] daaraan nog het volgende toegevoegd. Het komende jaar zal worden ingezet op het vergroten van vrijheden en het vergroten van de zelfstandigheid. Ook na de tbs-maatregel zal betrokkene aangewezen blijven op begeleiding. Daarom moet worden gekeken of betrokkene na het beëindigen van de tbs-maatregel via de Wet zorg en dwang (Wzd) met een zorgmachtiging bij [organisatie] kan worden geplaatst of dat hij via de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) kan worden geplaatst. Binnen [organisatie] bestaan uitstroommogelijkheden naar begeleid wonen als dat in de toekomst mogelijk blijkt.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het rapport van psychiater [naam 1] van 31 juli 2024 blijkt dat er bij betrokkene nog immer sprake is van een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type, een licht verstandelijke beperking en een stoornis in het gebruik van amfetamine, in remissie in een gereguleerde omgeving. Er is sprake van complexe problematiek waarbij meerdere stoornissen elkaar negatief beïnvloeden. Betrokkene is ingesteld op een antipsychoticum, Clozapine, vanwege een probleem met het reguleren van impulsen en om prikkels beperkt te houden. Ook als hij goed is ingesteld op antipsychotica, zijn er restverschijnselen van zijn schizo-affectieve stoornis. Hij functioneert op een licht verstandelijk beperkt niveau wat hem kwetsbaar maakt voor overvraging en ontregeling. Het risico op gewelddadig gedrag is afhankelijk van de mate van structuur en ondersteuning, adequate medicatie, abstinentie van middelen en een strak extern kader dat behandeling garandeert. Het ontbreken van een van de factoren verhoogt de risico’s. De risico’s dienen te worden beperkt door voortzetting van de medicamenteuze behandeling met Clozapine, abstinentie van middelen, adequate ondersteuning van betrokkene, het bieden van holding, het geven van structuur en het hanteren van het signaleringsplan binnen een extern kader. Clozapine is daarbij van groot belang omdat het een potent antipsychoticum is en omdat het impuls-, agressie- en zuchtremmend werkt. De psychiater adviseert de tbs met voorwaarden met een jaar te verlengen, dit om de maximale duur van de maatregel te benutten om de resocialisatie vorm te geven.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met voorwaarden met één jaar te verlengen gebleven.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij vindt dat het tijd wordt dat zijn tbs-maatregel wordt beëindigd en dat hij dacht dat ter zitting zou worden besproken of een zorgmachtiging al aan de orde zou kunnen zijn.
De verdediging heeft betoogd dat het begrijpelijk is dat de lange duur van de tbs-maatregel zwaar op betrokkene drukt en dat betrokkene soms het gevoel heeft dat hij niet beloond wordt voor zijn goede inzet van de afgelopen jaren, maar er wordt nog steeds voldaan aan de wettelijke vereisten voor de verlenging van de maatregel. Daarbij komt dat het traject naar het onderzoek naar een zorgmachtiging volgens de verklaring van de deskundige ter zitting nog in een beginstadium is, zodat op grond daarvan een verlenging in de rede ligt

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs met voorwaarden eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De deskundigen zijn het er ook over eens dat verlenging van de tbs met voorwaarden met één jaar passend is om de resocialisatie van betrokkene verder vorm te geven en te bezien welke maatregel na afloop van de tbs-maatregel passend is omdat betrokkene blijvend aangewezen zal zijn op zorg. De rechtbank sluit zich bij deze adviezen aan.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met voorwaarden van betrokkene wordt verlengd met één (1) jaar.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat de gestelde voorwaarde tekstueel dient te worden gewijzigd, met dien verstande dat de tekst:
“betrokkene zal meewerken aan ambulant forensisch psychiatrisch toezicht (FPT), ook als dit inhoudt meewerken aan een time-out van maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken per kalenderjaar”,wordt gewijzigd in de tekst:
“Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog een maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.”

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van betrokkene met één (1) jaar.
De rechtbank wijzigt de voorwaarden met dien verstande dat de tekst:
“betrokkene zal meewerken aan ambulant forensisch psychiatrisch toezicht (FPT), ook als dit inhoudt meewerken aan een time-out van maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken per kalenderjaar”,
wordt gewijzigd in de tekst:
“Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt, kan betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog een maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.”
Deze beslissing is gegeven door mr. V. Hartman, voorzitter, mr. D. van Kralingen en mr. L.W. Louwerse, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier G.T.A. Schuurmans-Knoop en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 december 2024.