ECLI:NL:RBZWB:2024:8231

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
02-138094-23 en 02-307324-23 (gevoegd ter terechtzitting) en 02-302605-22 (vordering tul)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor vernieling en bedreiging, veroordeling voor bedreiging met misdrijf tegen het leven

Op 4 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van bedreiging en vernieling. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de vernieling van een auto en van de bedreiging van de kinderen van twee slachtoffers, omdat niet vaststond dat deze kinderen daadwerkelijk kennis hadden genomen van de bedreigingen. Echter, de verdachte is wel veroordeeld voor bedreiging met een misdrijf tegen het leven gericht, gepleegd tegen een derde slachtoffer, [slachtoffer 3]. De bedreigingen waren ernstig van aard en omvatten onder andere doodsbedreigingen en bedreigingen aan het adres van de familie van [slachtoffer 3]. De rechtbank oordeelde dat de bedreigingen wettig en overtuigend bewezen waren, mede op basis van getuigenverklaringen en opgenomen gesprekken.

De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 46 dagen opgelegd, met aftrek van voorarrest. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij al 46 dagen in voorarrest had gezeten. De vordering van de benadeelde partij werd afgewezen, omdat de verdachte was vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. Daarnaast werd de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf toegewezen, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd schuldig had gemaakt aan een nieuw strafbaar feit. De rechtbank gelastte ook de teruggave van in beslag genomen voorwerpen aan de verdachte, aangezien deze niet vatbaar waren voor verbeurdverklaring.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummers: 02-138094-23 en 02-307324-23 (gevoegd ter terechtzitting) en 02-302605-22 (vordering tul)
vonnis van de meervoudige kamer van 4 december 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1996, te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [adres] ,
raadsman: mr. D.A. Souisa, advocaat te Breda.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 20 november 2024, waarbij de officier van justitie, mr. D.U. Çolak, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is gewijzigd volgens artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 02-138094-23:
in de periode van 20 april 2023 tot en met 5 juni 2023 de kinderen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dreigende berichten, geluidsfragmenten, afbeeldingen en video’s te sturen;
Parketnummer 02-307324-23:
feit 1:in de periode van 16 tot en met 17 november 2023 [slachtoffer 3] heeft bedreigd om hem dood te schieten, dan wel zijn familieleden dood te schieten;
feit 2:op 14 november 2023 een Volkswagen Caddy heeft beschadigd
.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie rekwireert tot vrijspraak van de beschadiging (feit 2) onder parketnummer 02-307324-23. De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de bedreiging onder parketnummer 02-138094-23 heeft begaan. De officier van justitie acht de onder parketnummer 02-307324-23 gepleegde bedreigingen eveneens wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van de ten laste gelegde feiten. Bij parketnummer 02-138094-23 wordt aangevoerd dat vereist is voor een strafbare bedreiging dat de bedreigde op de hoogte was van de bedreiging. De bedreigingen zijn in dit geval niet rechtstreeks tegen de kinderen gedaan, maar tegen de ouders. Uit het dossier volgt niet dat de kinderen op de hoogte waren van de bedreigingen. Gelet hierop dient vrijspraak te volgen. Bij de bedreiging (feit 1) onder parketnummer 02-307324-23 wordt de betrouwbaarheid van de aangever betwist, wordt de stem op de opgenomen gesprekken door de politie niet herkend als de stem van verdachte, komt de geprinte bellijst vanaf de telefoon van verdachte niet overeen met de tijdstippen van de in het dossier opgenomen telefoongesprekken en lijken niet alle geluidsbestanden van een persoon afkomstig te zijn. Bij de beschadiging (feit 2) onder parketnummer 02-307324-23 is de verdediging het eens met de officier van justitie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Parketnummer 02-138094-23
Om tot een bewezenverklaring van bedreiging te komen, dient vast te staan dat de bedreigde personen daadwerkelijk kennis hebben genomen van de bedreigingen. Uit het dossier blijkt niet dat de bedreigingen [kind 1] en [kind 2] hebben bereikt. Om die reden dient verdachte van deze bedreigingen te worden vrijgesproken.
Parketnummer 02-307324-23:
Feit 1:
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het bedreigen van [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] heeft aangifte gedaan en heeft verklaard dat hij werd bedreigd in telefoontjes en in twee persoonlijke gesprekken. De stem herkende hij als de stem van verdachte. [slachtoffer 3] heeft de gesprekken en de telefoongesprekken opgenomen en aan de politie overhandigd die deze gesprekken heeft uitgeluisterd. De politie heeft gerelateerd dat de stem van de persoon in het zogenoemde ‘gesprek 1’ en de ‘telefoongesprekken 1, 2 en 3’ dezelfde is. De persoon die [slachtoffer 3] bedreigt, zegt tijdens de bedreiging in ‘telefoongesprek 3’ onder andere : “ [getuige] naast jou is al gewaarschuwd ga maar aan hem vragen wat ik met jou ga doen vanavond, zijn auto is weg, kijk maar, zijn auto is weg en hij slaapt niet thuis vanavond.” [getuige] , de buurman van verdachte, is als getuige en heeft verklaard dat hij op 17 november 2023 is gebeld door verdachte die tegen hem zei dat hij zijn auto niet voor de deur moest zetten en daarbij zei: “vraag maar aan buurman [naam] .”
Gelet op deze omstandigheden, concludeert de rechtbank dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte de hiervoor genoemde (telefoon)gesprekken heeft gevoerd. Mitsdien is wettig en overtuigend bewezen dat de in die gesprekken gebezigde bedreigingen aan het adres van [slachtoffer 3] , zoals onder 4.4. in de bewezenverklaring opgenomen, door verdachte zijn geuit.
Partiële vrijspraak
De rechtbank spreekt verdachte vrij voor zover de ten laste gelegde bedreiging bestaat in het gebruik van het woord “kankerhoerenzoon” omdat die bewoording geen bedreiging inhoudt. Voor zover de bedreigingen betrekking hebben op de kinderen, de vrouw en de ouders van [slachtoffer 3] , dient eveneens vrijspraak te volgen. Deze bedreigingen vormen, hoe ernstig ook, geen bedreiging van [slachtoffer 3] met enig misdrijf tegen het leven gericht of met zware mishandeling.
Feit 2:
Met de verdediging en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte betrokken is geweest bij de vernieling van de auto. Daarom zal verdachte van feit 2 worden vrijgesproken.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Parketnummer 02-307324-23:
1.
in de periode van 16 november 2023 tot en met 17 november 2023 te [plaats] [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen, zakelijk weergegeven: "dat hij deze [slachtoffer 3] met een kalasjnikov dood gaat schieten en daar geld voor neerlegt" en "hij die [slachtoffer 3] met 180 dood rijdt" en "ik schiet jou dood en "wollah ik schiet een paar kogels van die kalasnikov door jouw raam vandaag" althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden (180 dagen) met aftrek van voorarrest, waarvan 130 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met de door de reclassering genoemde bijzondere voorwaarden, namelijk de meldplicht, de verplichte ambulante behandeling en begeleid wonen of maatschappelijke opvang. De officier van justitie vordert de rechtbank deze bijzondere voorwaarden nog nader aan te vullen met een contactverbod met [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] , de kinderen [kind 2] en [kind 1] en de heer [slachtoffer 3] en met het volgen van een agressie regulatietraining.
6.2
Het standpunt van de verdediging
Gelet op de betoogde vrijspraken, dient geen straf te worden opgelegd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich in een periode van twee dagen schuldig gemaakt aan het meermalen bedreigen van [slachtoffer 3] . Door deze bedreigingen heeft verdachte een angstige situatie gecreëerd voor [slachtoffer 3] . De rechtbank acht de bedreigingen ernstig.
Bij het bepalen van de op te leggen straf houdt de rechtbank rekening met het strafblad van verdachte waaruit blijkt dat hij op 11 december 2023 is veroordeeld voor een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Gelet op deze veroordeling is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aan de orde. Hiermee houdt de rechtbank rekening.
De reclassering heeft op 6 november 2024 een rapport opgesteld, waarin naar voren komt dat het verdachte lijkt te ontbreken aan stabiliteit op vrijwel alle leefgebieden, dat er sprake lijkt te zijn van problemen in agressieregulatie en dat het recidiverisico hoog is. Om die reden adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling en een verblijf bij begeleid wonen of maatschappelijke opvang.
Hoewel de rechtbank zich kan vinden in het advies van de reclassering, ziet zij geen ruimte meer voor een (deels) voorwaardelijke straf, omdat verdachte in de zaak onder parketnummer 02-307324-23 reeds 46 dagen heeft vastgezeten en enkel de bedreiging bewezen is verklaard. Alles afwegend legt de rechtbank dan ook op een gevangenisstraf voor de duur van 46 dagen met aftrek van voorarrest.

7.De benadeelde partij

De benadeelde partij
[slachtoffer 1]vordert een schadevergoeding van
€ 1.000,=voor het feit onder parketnummer 02-138094-23.
Verdachte is vrijgesproken van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan.
De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de politierechter van 13 februari 2023 onder parketnummer 02-302605-22 ten uitvoer zal worden gelegd.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan een nieuw strafbaar feit en daarmee de algemene voorwaarde heeft overtreden. Gelet hierop zal de vordering tot tenuitvoerlegging worden toegewezen.
Gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zal de rechtbank verdachte in de gelegenheid stellen een werkstraf te verrichten in plaats van de opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf.

9.Het beslag

9.1
De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan verdachte, aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.

10.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 57, 63 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 02-138094-23 ten laste gelegde feit en van feit 2 van parketnummer 02-307324-23;
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 02-307324-23:
Feit 1:bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 46 dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- verklaart de benadeelde partij
[slachtoffer 1]niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis van de politierechter d.d. 13 februari 2023 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 02-302605-22
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten 1 week gevangenisstraf;
- gelast dat deze ten uitvoer te leggen gevangenisstraf wordt vervangen door
een taakstraf van 30 uren.
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten:
* 1 STK GSM
(Omschrijving: G2600803 , Zwart, merk: Apple)
* 1 STK GSM
(Omschrijving: G2600801 , Zwart, merk: Apple)
* 1 STK GSM
(Omschrijving: G2600806 , Zwart, merk: Samsung);
Voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.W. Louwerse, voorzitter, mr. D. van Kralingen en
mr. V. Hartman, rechters, in tegenwoordigheid van G.T.A. Schuurmans-Knoop, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 december 2024.
Bijlage I
De tenlastelegging
Parketnummer 02-138094-23:
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 april 2023 tot en met 5 juni 2023 te [plaats] in elk geval in Nederland, [kind 1] en/of [kind 2] -via [slachtoffer 2] (vader van [kind 1] ) en/of [slachtoffer 1] (moeder van [kind 1] en [kind 2] )- heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] dreigende berichten en/of geluidsfragmenten te sturen -onder andere- inhoudende:
- call your husband
- tell him that your children [kind 1] en [kind 2] going tot die en/of
- kijk en leer je kinderen vandaag en/of
- ik schiet jou kanker kind dood en/of
- ik jou kind pakslaag geven en/of
- op mijn vader
- jou kind gaat dood en/of
- jij gaat zien of jou kinderen vandaag nog leven en/of
- je hebt mooie kinderen en/of
- jij gaat betalen en jou kanker moeder ook en/of
- ik zeg jou en/of
- of met jou leven en/of
- of met jou kind en/of
- wollah je gaat het mee maken en/of
door aan [slachtoffer 2] afbeeldingen en/of video's te sturen van een of meer kogelpatronen, althans telkens berichten en/of geluidsfragmenten en/of afbeeldingen en/of video's van gelijke dreigende aard en/of strekking te sturen.
(Artikel art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Parketnummer 02-307324-23:
1.
hij op of omstreeks 16 november 2023 te [plaats] [slachtoffer 3] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen, zakelijk weergegeven: "kankerhoerenzoon" en/of "dat hij deze [slachtoffer 3] met een kalasjnikov dood gaat schieten en daar geld voor neerlegt" en/of "dat de kinderen van deze [slachtoffer 3] verkracht zouden worden" en/of "dat hij de kinderen van deze [slachtoffer 3] zal ontvoeren en hier geld voor wil eisen" en/of "de vrouw en ouders van deze [slachtoffer 3] dood gaan" en/of "hij die [slachtoffer 3] met 180 dood rijdt" en/of "ik schiet jou dood, ik schiet jouw kankermoeder ook dood" en/of "wollah ik schiet een paar kogels van die kalasnikov door jouw raam vandaag" en/of "ik snij jouw letters op de rug van jouw kinderen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
(Artikel art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij op of omstreeks 14 november 2023 te [plaats]
opzettelijk en wederrechtelijk een voertuig, te weten een (blauwe) Volkswagen Caddy, met
[kenteken] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(Artikel art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)