ECLI:NL:RBZWB:2024:8201

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
2 december 2024
Zaaknummer
11111601 \ CV EXPL 24-2621 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en voorwaardelijke ontbinding huurovereenkomst

In deze zaak heeft de huurder, aangeduid als [huurder], al maanden haar huur niet volledig betaald. De verhuurder, Stichting TIWOS, heeft daarom niet alleen betaling van de huurachterstand geëist, maar ook ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Na een toelichting van de huurder over haar betalingsproblemen en de voorgestelde oplossing, hebben partijen afgesproken dat de huurder met een voorwaardelijk vonnis nog een laatste kans krijgt. De kantonrechter heeft de vordering tot betaling van de huurachterstand, rente en kosten toegewezen, evenals de ontbinding en ontruiming, maar alleen voor het geval de huurder zich niet aan de afgesproken voorwaarden houdt.

De procedure omvatte een tussenvonnis van 7 augustus 2024 en een mondelinge behandeling op 30 oktober 2024. De huurder heeft sinds 14 november 2014 een woning en garage gehuurd van TIWOS, met een aanvangshuurprijs van respectievelijk € 661,25 en € 77,28 per maand. De huurachterstand was op het moment van dagvaarden € 3.512,38, maar was tijdens de mondelinge behandeling opgelopen tot € 6.691,83 per oktober 2024. TIWOS heeft haar vorderingen aangepast, en de huurder moet nu een totaalbedrag van € 8.196,67 betalen, inclusief proceskosten.

De kantonrechter heeft de huurder veroordeeld tot betaling van dit bedrag en heeft voorwaarden gesteld voor de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Indien de huurder zich niet houdt aan de afspraken, kan TIWOS direct overgaan tot ontbinding en ontruiming, met een ontruimingstermijn van twee weken na betekening van het vonnis. Dit vonnis is uitgesproken door mr. Dijkman op 27 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11111601 \ CV EXPL 24-2621
Vonnis van 27 november 2024
in de zaak van
STICHTING TIWOS, TILBURGSE WOONSTICHTING,
gevestigd en kantoorhoudende in Tilburg,
eisende partij,
hierna te noemen: TIWOS,
gemachtigde: GGN Brabant,
tegen
[huurder],
wonend aan [adres] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [huurder] ,
gemachtigde: mr. D.A. IJpelaar.

1.De zaak in het kort

[huurder] heeft al maanden haar huur niet (helemaal) betaald. Daarom vraagt Tiwos niet alleen betaling van de huurachterstand, maar ook ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Na een toelichting van [huurder] op haar betalingsproblemen en de manier waarop zij dit wil oplossen, spreken partijen af dat [huurder] met een voorwaardelijk vonnis nog een laatste kans krijgt. De kantonrechter wijst daarom de vordering tot betaling van de huurachterstand, rente en kosten toe en de ontbinding en ontruiming alleen voor het geval [huurder] zich niet aan de afgesproken voorwaarden houdt. Hieronder legt de kantonrechter dit oordeel uit.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 augustus 2024
- de mondelinge behandeling van 30 oktober 2024.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Tiwos verhuurt sinds 14 november 2014 aan [huurder] de woning en de garage aan [adres] . De aanvangshuurprijs was voor de woning € 661,25 en voor de garage € 77,28 per maand. De huur moet vooruit betaald worden. De huurovereenkomst met betrekking tot de garage is per 29 februari 2024 beëindigd.
3.2.
Op de huurovereenkomsten zijn de Algemene Voorwaarden voor huur van woonruimte d.d. januari 2004 (verder: ‘de AV’) van toepassing.
3.3.
Op het moment van dagvaarden bedroeg de huurachterstand € 3.512,38. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de huurachterstand verder is opgelopen tot een bedrag van € 6.691,83 per oktober 2024.

4.De beoordeling

4.1.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen afspraken gemaakt. Tiwos heeft haar vorderingen tot betaling van de huurachterstand en rente tot en met oktober 2024 aangepast in die zin dat [huurder] voor deze vorderingen een totaalbedrag van € 6.886,95‬ moet betalen. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten heeft Tiwos ingetrokken. Inclusief de proceskosten, begroot op € 1.309,72 (inclusief nakosten), moet [huurder] daarom in totaal een bedrag van € 8.196,67 betalen‬. [huurder] heeft hiermee op zitting ingestemd. Daarnaast verzoekt Tiwos om de gevorderde ontbinding en ontruiming voorwaardelijk uit te spreken, onder de voorwaarden zoals partijen deze hebben besproken op zitting. [huurder] verzet zich niet tegen toewijzing van deze gewijzigde vorderingen en de kantonrechter overweegt dat deze vorderingen toewijsbaar zijn.
4.2.
Partijen verklaren het eens te zijn geworden over een ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning indien en zodra [huurder] zich niet houdt aan de volgende afspraken:
[huurder] werkt mee aan de totstandkoming van een betalingsregeling of een andere oplossing voor de achterstand aan Tiwos voor een bedrag van € 8.196,67 (huurachterstand en rente tot en met oktober 2024 en proceskosten) met behulp van schuldhulpverlening en houdt zich aan deze betalingsregeling of oplossing,
[huurder] betaalt met ingang van de huurmaand van november 2024 de lopende huur telkens uiterlijk voor de eerste kalenderdag van iedere huurmaand,
[huurder] laat zich onder bewind stellen. Dit betekent dat zij een eigen verzoek tot onderbewindstelling bij de rechtbank indient en meewerkt aan de bewindvoering.
4.3.
Komt [huurder] één of meer van de bovenstaande onderdelen onder a, b, of c niet strikt na, dan kan Tiwos direct tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde overgaan, waarbij de kantonrechter een ontruimingstermijn van twee weken na betekening van dit vonnis een redelijke termijn acht.
[huurder] dient zich daarbij goed te realiseren dat overtreding van de voorwaarden door haar automatisch met zich meebrengt dat zij de door haar gehuurde woning dan alsnog zal moeten ontruimen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [huurder] om aan Tiwos een bedrag van € 8.196,67 te betalen,
5.2.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [huurder] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde aan [adres] te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Tiwos zijn, en de sleutels af te geven aan Tiwos,
indien en zodra [huurder] in strijd handelt met één of meer van de volgende voorwaarden:
[huurder] werkt mee aan de totstandkoming van een betalingsregeling of een andere oplossing voor de achterstand aan Tiwos voor een bedrag van € 8.196,67 met behulp van schuldhulpverlening en houdt zich aan die betalingsregeling of oplossing,
[huurder] betaalt met ingang van de huurmaand november 2024 de lopende huur telkens uiterlijk voor de eerste kalenderdag van iedere huurmaand,
[huurder] laat zich onder bewind stellen. Dit betekent dat zij een eigen verzoek tot onderbewindstelling bij de rechtbank indient en meewerkt aan de bewindvoering.
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2024.