ECLI:NL:RBZWB:2024:8150

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
29 november 2024
Zaaknummer
02-800779-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een betrokkene met schizofrenie en antisociale persoonlijkheidsstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die in 1977 in Somalië is geboren. De tbs is oorspronkelijk opgelegd in 2016 na veroordeling voor ernstige misdrijven, waaronder poging tot doodslag en verkrachting. De tbs is op 26 november 2020 ingegaan en zou zonder verlenging eindigen op 26 november 2024. De rechtbank heeft de betrokkene, zijn raadsman en deskundigen gehoord tijdens de zitting. De kliniek adviseerde om de tbs met twee jaar te verlengen, gezien de hoge kans op recidive en de aanhoudende geestelijke gezondheidsproblemen van de betrokkene, waaronder schizofrenie en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De deskundigen gaven aan dat de behandeling van de betrokkene nog niet op een niveau is dat een veilige terugkeer naar Somalië mogelijk is. De officier van justitie steunde de vordering tot verlenging, terwijl de verdediging zich niet verzette. De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de tbs noodzakelijk was om de veiligheid van anderen te waarborgen, en besloot de tbs met twee jaar te verlengen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800779-15
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 15 november 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren op [datum] 1977 te [plaats] ( Somalië ),
verblijvende in [tbs-kliniek] ( [adres] ).

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 1 juli 2016 waarin aan betrokkene de maatregel terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met verpleging van overheidswege is opgelegd;
- de vordering van de officier van justitie van 3 oktober 2024 die strekt tot verlenging van de tbs met twee jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene van 3 juni 2022 tot en met 27 augustus 2024;
- het rapport van [psycholoog] van 4 augustus 2024;
- het rapport van [psychiater] van 20 augustus 2024;
- het advies van [tbs-kliniek] (hierna: de kliniek) van 3 september 2024.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 1 juli 2016 is betrokkene wegens poging tot doodslag, verkrachting en wederrechtelijke vrijheidsberoving veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar en tbs met verpleging van overheidswege.
De tbs is op 26 november 2020 aangevangen. Zonder verlenging eindigt de termijn van de tbs op 26 november 2024.
Op de zitting van 15 november 2024 is de officier van justitie mr. L.A. Pronk gehoord.
Ook is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.A. Broersma, advocaat te
Ter Apel. Verder is als deskundige gehoord mevrouw [hoofdbehandelaar] (hoofdbehandelaar bij de kliniek).

3.Het advies van de kliniek

De kliniek adviseert om de tbs te verlengen met twee jaar en om de dwangverpleging te continueren. Bij betrokkene is sprake van schizofrenie, een andere gespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis, stoornissen in middelengebruik en een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat als de tbs op dit moment zou worden beëindigd. De delictanalyse en het diagnostisch onderzoek zijn gestart, betrokkene is medicatietrouw en bij hem lijkt sprake te zijn van probleembesef en -inzicht. Wel is hij ambivalent jegens zijn behandeling. Betrokkene staat aan het begin van zijn huidige behandeling en moet nog meerdere behandelinterventies doorlopen. Hij weigert verder mee te werken aan terugkeer naar Somalië .
Ter zitting heeft deskundige [hoofdbehandelaar] het advies van de kliniek toegelicht en onderschreven.
Zij heeft daaraan toegevoegd dat het behandeltraject van betrokkene zonder twijfel langer dan een jaar zal gaan duren. Een veilige repatriëring naar Somalië is pas mogelijk als betrokkene zijn behandeling volledig heeft doorlopen, maar hij wil niet terug naar Somalië en het is de vraag of daar de intensieve zorg en begeleiding kan worden geboden die hij nodig heeft. De kliniek heeft een aanvraag gedaan voor de longstay-afdeling wat conform de wens van betrokkene is.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

De psychiater en de psycholoog adviseren om de tbs te verlengen met twee jaar en om de dwangverpleging te continueren. Zij concluderen dat bij betrokkene sprake is van schizofrenie en van een stoornis in het gebruik van cocaïne, cannabis en alcohol.
De psychiater meent dat ook sprake is van een persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken en de psycholoog spreekt van een andere gespecificeerde neurobiologische ontwikkelingsstoornis. Beide deskundigen schatten het recidiverisico in als hoog als de maatregel zou komen te vervallen. De psychiater meent dat betrokkene redelijk is gestabiliseerd binnen de kliniek, maar dat door zijn vreemdelingenstatus geen start kan worden gemaakt met een stapsgewijze resocialisatie. De psycholoog acht het niet denkbaar dat de behandeling van betrokkene binnen een jaar zover gevorderd is dat een veilige repatriëring naar Somalië mogelijk is. Dit nog daargelaten de vraag of betrokkene zijn medewerking hieraan zal verlenen en of in Somalië wel de noodzakelijke begeleiding en het benodigde toezicht kunnen worden geboden.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting gebleven bij haar vordering de tbs met twee jaar te verlengen.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft zich niet verzet tegen de vordering van de officier van justitie.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige
ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de rapporten van de psychiater en de psycholoog en het advies van de kliniek wordt nog altijd aan deze wettelijke criteria voldaan. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de tbs moet worden verlengd.
De vervolgvraag is met welke termijn de tbs moet worden verlengd. Volgens vaste jurisprudentie heeft een tweejarige verlenging van de tbs als uitgangspunt te gelden wanneer de verwachting is dat de behandeling van een terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar. Uit de rapporten van de onafhankelijke deskundigen, het advies van de kliniek en het verhandelde ter zitting komt naar voren dat de verwachting is dat de verdere behandeling van betrokkene langer dan één jaar zal duren, zodat een verlenging van twee jaar in de rede ligt. Over de termijn van de verlenging bestaat overeenstemming tussen alle partijen en het behandeltraject tot op heden geeft geen aanleiding tot een kortere verlenging. De rechtbank zal daarom de tbs verlengen met twee jaar.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. J. van Riet, voorzitter, mr. D.H. Hamburger en
mr. P.A.M. Wijffels, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H.J.E.M. Hoezen,
en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 november 2024.