ECLI:NL:RBZWB:2024:8145

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
C/02/428707 / FA RK 24-5307
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Struijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting crisismaatregel in het kader van psychische zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2000. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die was ingesteld na een incident op 11 november 2024 waarbij de betrokkene in een verwarde toestand werd aangetroffen op het centraal station van [plaats 2]. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 november 2024, waarbij de betrokkene en haar advocaat aanwezig waren, zijn ook een psychiater en een verpleegkundige gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De betrokkene vertoonde verward gedrag en had een minderjarige zoon bij zich tijdens het incident. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, vermoedelijk een paranoïde psychose, en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken, tot en met 6 december 2024, en stelt dat de maatregelen zoals genoemd in de beschikking kunnen worden toegepast. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Struijs, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/428707 / FA RK 24-5307
Datum uitspraak: 15 november 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2000 in [geboorteplaats] , [land] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats 1] ,
verblijvende in de [accommodatie] te [plaats 1] ,
advocaat mr. F.P. Aarts te [plaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop in deze zaak blijkt uit de volgende stukken:
  • een afschrift van de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 14 november 2024, waarbij deze zaak is verwezen naar de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda;
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 14 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 29 november 2024 in bovengenoemde accommodatie. Bij die behandeling zijn verschenen en gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • dr. [naam 1] , psychiater;
  • [naam 2] , verpleegkundige.

2.Wat vaststaat

Op 11 november 2024 heeft de burgemeester van de gemeente [plaats 2] ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in bovengenoemde accommodatie, op de afdeling High Intensive Care (HIC).

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel te verlenen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de (maximale) duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
Uit de overgelegde stukken en wat er tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
De rechtbank overweegt in dat verband als volgt. Enkele dagen geleden is betrokkene door de politie aangetroffen op het centraal station in [plaats 2] , terwijl zij in een verwarde toestand verkeerde. Zij was daar met haar minderjarige zoon. Onduidelijk is hoe zij in [plaats 2] terecht is gekomen. Betrokkene riep voortdurend dat zij naar de moskee moest. Op een gegeven moment stond zij op en trok zij haar zoontje mee een stilstaande trein in. Uit de bijgevoegde politiemutaties blijkt dat zij hierbij gevaarlijk tussen de treinen doorliepen. Gelet hierop is betrokkene met een crisismaatregel opgenomen in [thuiszorg] , waarna zij is overgeplaatst naar de accommodatie in [plaats 1] .
Gebleken is voorts dat betrokkene gedesoriënteerd en gedesorganiseerd is en dat zij de gevolgen van haar handelen niet kan overzien. Daarnaast is zij zeer wantrouwend en angstig. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart zij niet veilig te zijn in Nederland. Zij wil bovendien graag vrijheid, maar zij kan niet benoemen waar zij dan naartoe wil gaan. De psychiater maakt zich zorgen om betrokkene. Aangezien zij een hoge lijdensdruk lijkt te ervaren, bestaat er een risico dat zij zichzelf iets zal aandoen. Er zijn dan ook zorgen over haar eigen veiligheid. Ook kan zij gezien haar huidige toestandsbeeld niet voor haar minderjarige zoon zorgen.
4.3.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een paranoïde psychose met angst. Betrokkene is bekend met psychoses en in verband daarmee eerder in behandeling geweest bij de ggz. Daarnaast is er mogelijk sprake (geweest) van middelengebruik. Betrokkene heeft hierover aangegeven dat zij daags voordat zij werd aangetroffen op het station iets heeft gerookt en gedronken. Zij weet niet van wie zij dit heeft gekregen en wat zij precies heeft gebruikt.
4.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.5.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
4.6.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Namens en door betrokkene is aangevoerd dat betrokkene weliswaar hulp en bescherming nodig heeft, maar niet in de huidige [accommodatie] wil blijven. Zij wil terugkeren naar het ziekenhuis in (de regio) [plaats 2] waar zij vandaan kwam. Echter, volgens de psychiater is het beleid dat patiënten worden geplaatst in een accommodatie in de regio waar zij wonen/ingeschreven staan, in dit geval in [plaats 1] . De rechtbank overweegt dat zij enkel beslist over de vraag of voldaan is aan de criteria om een machtiging te verlenen. Waar betrokkene vervolgens geplaatst wordt is niet aan de rechtbank om te bepalen. Nu betrokkene niet in de huidige accommodatie wil verblijven, constateert de rechtbank dat er sprake is van verzet, zodat verplichte zorg noodzakelijk is.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Betrokkene krijgt momenteel angstremmers en antipsychotica om haar toestandsbeeld te verbeteren, maar deze medicatie heeft tot op heden nog onvoldoende effect. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
4.9.
De rechtbank is, gezien het voorgaande, van oordeel dat wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Het verzoek zal daarom op onderstaande wijze worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor [betrokkene] , geboren op [geboortedag] 2000 in [geboorteplaats] , [land] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5. kunnen worden toegepast;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 december 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024 door mr. Struijs, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier en op schrift gesteld op 29 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.