ECLI:NL:RBZWB:2024:8141

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
C/02/428166 / FA RK 24-5047
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Struijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 november 2024 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1993, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrumstoornis (paranoïde type) en een verslavingsstoornis. Betrokkene is sinds 2016 bekend met recidiverende psychotische decompensaties, die verergerd zijn door drugsgebruik. Tijdens de mondelinge behandeling op 13 november 2024, die met gesloten deuren plaatsvond, heeft betrokkene telefonisch deelgenomen. Hij heeft aangegeven dat hij niet wil dat zijn advocaat namens hem spreekt.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn stoornis, wat zich uit in lichamelijk letsel, psychische schade, maatschappelijke teloorgang en gevaar voor de veiligheid van anderen. Ondanks pogingen van de zorgverantwoordelijke om contact met betrokkene te krijgen en hem te helpen, is er geen bereidheid van betrokkene om vrijwillig zorg te ontvangen. Hij heeft zelfs aangegeven dat hij zijn medicatie wil afbouwen en dat hij geen vertrouwen heeft in de GGZ.

De rechtbank heeft geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is, gezien de afwezigheid van minder bezwarende alternatieven en de ernst van de situatie. De toegewezen vormen van verplichte zorg omvatten onder andere het toedienen van medicatie, medische controles, en opname in een accommodatie. De zorgmachtiging is verleend tot en met 15 mei 2025, en de beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/428166 / FA RK 24-5047
Datum uitspraak: 15 november 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1993 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats] ,
advocaat mr. J. Oversluizen te Rotterdam.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van deze procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 30 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 13 november 2024 in het kantoor van [accommodatie] te [plaats] . Bij die behandeling zijn verschenen en gehoord:
  • betrokkene (telefonisch), bijgestaan door zijn advocaat die fysiek bij de mondelinge behandeling aanwezig was;
  • de heer [naam] , verpleegkundig specialist en zorgverantwoordelijke.
1.3.
Voor de mondelinge behandeling zou betrokkene met de auto worden opgehaald door de zorgverantwoordelijke. Volgens de zorgverantwoordelijke stond betrokkene niet op het afgesproken tijdstip op de afgesproken plek. Bij aanvang van de mondelinge behandeling heeft de zorgverantwoordelijke daarom telefonisch contact opgenomen met betrokkene. Betrokkene heeft toen betwist dat hij niet klaar stond om opgehaald te worden. Vervolgens heeft betrokkene ermee ingestemd om telefonisch deel te nemen aan de mondelinge behandeling. Betrokkene heeft zelf het woord gevoerd; hij heeft aangegeven dat hij niet wil dat zijn advocaat namens hem het woord zal voeren.
2.
Het verzoek
2.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
3.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizofreniespectrumstoornis (paranoïde type) en een verslavingsstoornis. Gebleken is dat betrokkene sinds 2016 bekend is met recidiverende psychotische decompensaties, geluxeerd door het gebruik van drugs.
3.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
Tijdens de laatste opname in augustus/september 2024 is betrokkene ingesteld op antipsychotische depotmedicatie. Nadat betrokkene een klacht heeft ingediend tegen voormelde medicatie, is betrokkene vanuit een ambulante setting ingesteld op orale medicatie. Zodoende is hij overgegaan van een volledige dopamineremmer naar een partiële dopamineremmer, waarmee de klachten van betrokkene niet voldoende worden onderdrukt. Vanaf september 2024 wordt bij betrokkene in toenemende mate een paranoïde psychotische decompensatie gezien. Daarbij zou hij in de afgelopen weken drugs in de vorm van cannabis, MDMA en speed hebben gebruikt en is hij uit contact geraakt.
Onder invloed van psychoses is betrokkene erg prikkelbaar en geagiteerd, maar voelt hij zich ook angstig, bang en bedreigd, waarbij hij vluchtgedrag vertoont. Betrokkene gedraagt zich achterdochtig en loopt schichtig rond. Daarnaast veroorzaakt hij veel overlast in de buurt, onder meer door op straat te schreeuwen dat de wereld vergaat. Enkele dagen geleden heeft hij zijn schouder ontwricht, omdat hij in de veronderstelling was dat hij werd achternagezeten door mensen die hem willen vermoorden en door iemand die zich voordoet als politieagent.
Betrokkene verblijft momenteel bij zijn moeder in huis, maar zij is bang voor hem. De moeder van betrokkene heeft aangegeven dat de situatie onhoudbaar is geworden.
3.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
3.5.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De zorgverantwoordelijke probeert al weken om met betrokkene in contact te komen en zijn medicatie weer om te zetten naar een volledige dopamineremmer, maar dit is niet gelukt. Op de vraag van de rechter of betrokkene bereid is om op vrijwillige basis zijn medicatie te blijven gebruiken, heeft betrokkene aangegeven dat hij zijn medicatie in ieder geval wil afbouwen.
Gebleken is verder dat betrokkene niet beschikt over ziektebesef- en inzicht. Betrokkene vindt dat er niets met hem aan de hand is. Daarnaast stelt hij in staat te zijn om op energetisch holistische wijze met behulp van een rekenmachine psychoses weg te nemen bij zichzelf en bij anderen. De GGZ heeft volgens hem geen baat bij het behandelen van psychische klachten. Vanuit de GGZ worden er enkel psychiatrische experimenten met hem verricht. Ook worden er volgens betrokkene vanuit de GGZ beloftes gedaan die niet worden nagekomen en er is geen sprake van onderlinge communicatie. Van zo’n organisatie wil betrokkene geen zorg ontvangen. Betrokkene wil wel graag hulp krijgen van een organisatie met een holistische, natuurlijke en traditionele benadering.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank, net als de behandelaren, van oordeel dat de gerechtvaardigde verwachting bestaat dat betrokkene in het vrijwillige kader niet bereid is de noodzakelijke zorg te ontvangen.
3.6.
Om die redenen is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De zorgverantwoordelijke heeft met betrekking tot voormelde vormen van verplichte zorg, voor zover die zien op opname in een accommodatie, aangegeven dat deze naar verwachting enkel noodzakelijk zijn om betrokkene opnieuw in te stellen op een volledige dopamineremmer, omdat alleen daarmee de psychoses voldoende onderdrukt worden. Gelet hierop zal een opname naar verwachting niet voor de volledige duur van deze machtiging noodzakelijk zijn.
3.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
3.9.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een zorgmachtiging voor betrokkene. Het verzoek zal dan ook op onderstaande wijze worden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
verleent een zorgmachtiging voor [betrokkene] , geboren op [geboortedag] 1993 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 3.6. kunnen worden getroffen;
4.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 mei 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 november 2024 door mr. Struijs, rechter, in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier, en op schrift gesteld op 29 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.