ECLI:NL:RBZWB:2024:8116

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
02-327061-22 en 02-093338-23 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Grote drugshandel en wapenbezit met aanzienlijke hoeveelheden cocaïne, heroïne en MDMA

Op 28 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende 2020 en 2022 schuldig heeft gemaakt aan grootschalige drugshandel en wapenbezit. De verdachte is betrokken geweest bij de uitvoer en handel in cocaïne en heroïne, waarbij hij in totaal 6 kilogram cocaïne en 5 kilogram heroïne heeft geëxporteerd naar Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast heeft hij in november 2020 nog eens 11 kilogram cocaïne en 2 kilogram heroïne verhandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte ook in het bezit was van verschillende wapens, waaronder vijf pistolen van het merk CZ en aanvalsgeweren van het merk Zastava. In 2022 heeft de verdachte zich verder schuldig gemaakt aan de handel in MDMA en voorbereidingshandelingen verricht voor de productie van synthetische drugs. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar en een geldboete van € 50.000,-, subsidiair 285 dagen hechtenis. De zaak is behandeld op tegenspraak, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn advocaten wel. De rechtbank heeft de bewijsvoering gebaseerd op chatberichten en andere bewijsmiddelen die de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel en wapenbezit aantonen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/327061-22 en 02/093338-23 (gev. ttz)
vonnis van de meervoudige kamer van 28 november 2024
in de strafzaak tegen:
[verdachte]
geboren op [geboortedag 1] 1983 te [geboorteplaats 1]
wonende op het [woonadres] .
Advocaten: mr. G. Demir, raadsman te Breda en mr. C.C. Polat, raadsman te Breukelen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 26 september 2024. Verdachte is niet verschenen. De gemachtigde advocaten, mr. Demir en mr. Polat, zijn wel verschenen. De officieren van justitie, mr. H.G. Klootwijk en mr. K. Weijers, en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is gesloten op 28 november 2024.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als Bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er -kort en feitelijk weergegeven- op neer dat verdachte:
Inzake parketnummer 02/093338-23:
1. zich in de periode van 3 november 2020 tot en met 5 november 2020, tezamen en in vereniging met anderen, schuldig heeft gemaakt aan de uitvoer en/of handel en/of bezit van 6 kilogram cocaïne en 5 kilogram heroïne;
2. zich op 14 november 2020, tezamen en in vereniging met anderen, schuldig heeft gemaakt aan de uitvoer en/of handel en/of bezit van 11 kilogram cocaïne en 2 kilogram heroïne;
3. zich in de periode van 2 juli 2020 tot en met 1 januari 2021, tezamen en in vereniging met anderen, schuldig heeft gemaakt aan de handel en/of bezit van grote hoeveelheden cocaïne;
4. zich in de periode van 2 juli 2020 tot en met 8 november 2020, tezamen en in vereniging met anderen, schuldig heeft gemaakt aan het bezit en/of de overdacht van wapens van categorie II en van categorie III van de Wet wapens en munitie.
Inzake parketnummer 02/327061-22:
1. zich in de periode van 16 november 2022 tot en met 21 december 2023 in Overasselt, tezamen en in vereniging met anderen, schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen met betrekking tot de productie en/of handel van synthetische drugs
(dossier Charlie);
2. zich in de periode van 10 september 2022 tot en met 3 februari 2023 in Tilburg en Hilvarenbeek, tezamen en in vereniging met anderen, schuldig heeft gemaakt aan productie en/of handel en/of bezit van synthetische drugs. Daarnaast wordt verdachte verweten dat hij schuldig is aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen daartoe
(dossier Bravo);
3. zich op 3 februari 2023 in Hilvarenbeek, tezamen en in vereniging met anderen, schuldig heeft gemaakt aan het bezit van 276.694 XTC-pillen / 119,24 kilogram XTC
(dossier Bravo);

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie achten wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feiten 1 tot en met 4 onder parketnummer 02/093338-23 heeft gepleegd. Verdachte heeft 6 kilogram cocaïne en 5 kilogram heroïne verkocht en geëxporteerd via België, Frankrijk en Engeland naar Ierland. Daarnaast heeft verdachte 11 kilogram cocaïne en 2 kilogram heroïne van Nederland naar Frankrijk uitgevoerd, met het Verenigd Koninkrijk als eindbestemming. Verder staat voor het Openbaar Ministerie vast dat verdachte gedurende de periode van juli 2020 tot en met december 2020 heeft gehandeld in verdovende middelen. Tot slot heeft verdachte vier verschillende wapens, van categorie II en III, voorhanden gehad en daarin gehandeld.
De officieren van justitie achten eveneens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de feiten 1, 2 en 3 van parketnummer 02/327061-22 heeft gepleegd. Verdachte heeft als medepleger voorbereidingshandelingen verricht in de periode van 16 november tot en met 21 december 2022 ten behoeve van het drugslab in Overasselt. Daarnaast heeft hij in de periode tussen 10 september 2022 tot en met 2 februari 2023, tezamen en in vereniging met anderen, handel gedreven in MDMA, alsook in dezelfde periode, maar dan tot en met 3 februari 2023 als medepleger voorbereidingshandelingen verricht met het oog op de productie van MDMA. Voorts is bewezen dat verdachte de in de loods aangetroffen pillen MDMA voorhanden heeft gehad.
Voor het volledige standpunt verwijst de rechtbank naar het als bijlage aan dit vonnis gehechte requisitoir.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vooropgesteld dat er behoedzaam moet worden omgegaan met bewijs dat louter volgt uit Exclu- en SkyECC-berichten, nu dit één bewijsmiddel is, zonder dat er sprake is van steunbewijs.
Met betrekking tot parketnummer 02/093338-23 is ten aanzien van feit 1 en feit 3 bepleit dat er geen cocaïne of heroïne is aangetroffen en dat niet is komen vast te staan dat er daadwerkelijk is gehandeld in verdovende middelen. Ten aanzien van feit 2 moet worden uitgegaan van de verklaring van verdachte. Dit levert geen medeplegen maar medeplichtigheid op. Nu dat niet ten laste is gelegd dient vrijspraak te volgen. Ten aanzien van feit 4 moet eveneens worden uitgegaan van de verklaring van verdachte, inhoudende dat een deel van het wapentuig alarmpistolen zijn geweest en/of verroeste rommel, waardoor een wapendeal is afgeketst. Op grond van het dossier kan niet worden vastgesteld dat het om vuurwapens zou gaan. Er dient partieel te worden vrijgeproken van de overdracht van de wapens. Ten aanzien van de tien Glock-pistolen en acht Zastava-aanvalsgeweren is de beschikkingsmacht betwist, hetgeen tot vrijspraak moet leiden.
Ten aanzien van feit 1 en feit 3 onder parketnummer 02/327061-22 is vrijspraak bepleit, nu er geen forensisch DNA-bewijs is, opzet/wetenschap/beschikkingsmacht ontbreekt en bepaalde Exclu-gesprekken zagen op besprekingen van legale werkzaamheden. Ten aanzien van feit 2 is gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank als de (bekennende) verklaring van verdachte wordt gevolgd. Hij heeft slechts als doorgeefluik gefungeerd en de pleegperiode is beperkt gebleven, het laatste bericht dateert van 18 januari 2023.
Voor het volledige standpunt verwijst de rechtbank naar de als bijlage aan dit vonnis gehechte pleitnota’s.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in Bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
Leeswijzer
De rechtbank zal eerst een algemene bewijsoverweging opnemen met betrekking tot beide parketnummers in paragraaf 4.3.3. In paragraaf 4.3.4 tot en met paragraaf 4.3.4.4 worden de feiten behorende bij parketnummer 02/093338-23 besproken. De feiten behorende bij parketnummer 02/327061-22 worden in paragraaf 4.3.5 tot en met paragraaf 4.3.5.3 behandeld.
4.3.3
Algemene bewijsoverwegingen
Het bewijsminimum
De rechtbank overweegt dat in het kader van de beoordeling van het bewijs het dossier in zijn geheel moet worden beschouwd. De ten laste gelegde feiten waarin de afzonderlijke feitelijke gedragingen zijn vervat, dienen niet los van elkaar, maar in onderling verband en samenhang te worden bezien. Dit betekent onder meer dat bij de beoordeling van de feiten in het kader van een bepaald zaakdossier ook stukken uit andere zaakdossiers van het onderzoek moeten worden betrokken. Dat betekent ook dat cryptocommunicatie-berichten niet geïsoleerd moeten worden beschouwd, maar dat bij de interpretatie daarvan ook de overige communicatie (tussen de verschillende accounts) moet worden betrokken. Anders gezegd, de rechtbank gebruikt voor het bewijs meerdere chatberichten die de verdachten op verschillende tijdstippen en aan verschillende accounts hebben gestuurd en de reacties hierop. De inhoud van de chatgesprekken wordt daarnaast ondersteund door het versturen van foto’s, observaties, bakengegevens en overige bevindingen door verbalisanten. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank sprake van meerdere bewijsmiddelen uit meerdere bronnen en wordt in zoverre aan het bewijsminimum voldaan. De rechtbank constateert dat de berichten -wanneer deze in onderlinge samenhang worden bezien- qua inhoud op elkaar aansluiten en dat ook de binnen de chats rondgestuurde foto’s hierbij passen. De rechtbank zal hieronder uiteenzetten wat dit ten aanzien van de verschillende tenlastegelegde feiten betekent.
Duiding inhoud chatberichten
Naar het oordeel van de rechtbank bieden de chatberichten in het dossier voldoende houvast om de ten laste gelegde feiten te beoordelen. De rechtbank verenigt zich met de uitleg die de politie heeft gegeven aan de termen die in de chatberichten worden gebruikt. De rechtbank gaat er dus van uit dat er is gecommuniceerd over onder andere cocaïne (“wit”, “blokken”, “colo”), heroïne (“bruin”, “br”, “bruno”), MDMA (“M”), contant geld (“pap”), transport (“tp”), duizendtallen (“k”) en wapens (“ak’s”, “kalash”, “scorp”, “glock” en “CZ”). Deze duiding is ook in lijn met hetgeen de rechtbank ambtshalve bekend is uit andere strafzaken Voorgaande wordt tevens bevestigd door de omstandigheid dat door middel van versleutelde berichtgeving is gecommuniceerd, het feit dat de berichten in elkaar over lopen, de versluierde termen die onderling niet tot misverstanden hebben geleid en de afbeeldingen die zijn meegezonden bij verscheidene chats.
Verdachte heeft zeer summier iets verklaard omtrent de betekenis en de context van de chatberichten. Verdachte heeft ook veelal verklaard dat hij zich één en ander niet meer kan herinneren. Bij gebrek aan een aannemelijke alternatieve uitleg door verdachte, ziet de rechtbank dan ook geen reden om een andere betekenis toe te kennen aan de chatberichten dan door de politie is gedaan. Als de rechtbank, al dan niet naar aanleiding van een gevoerd verweer, in een concreet geval de interpretatie van de politie toch niet volgt, dan wordt dat in het vonnis gemotiveerd aangegeven. Ook het feit dat de stoffen, middelen en andere aanverwante spullen -waarover in de chatberichten wordt gesproken- niet in beslag zijn genomen en zijn getest, hoeft naar het oordeel van de rechtbank niet aan een bewezenverklaring in de weg te staan.
Op basis van de in de chatberichten gebruikte termen, de bijgevoegde foto’s waarop de drugs en wapens pontificaal zijn afgebeeld, het besproken (transport-, aankoop- en verkoop)proces en de (door de verdachte) vermelde bedragen, is het naar het oordeel van de rechtbank evident dat de berichten daadwerkelijk over verdovende middelen en wapens zijn gegaan.
De in dit verband door de verdediging gevoerde verweren falen.
4.3.4
Parketnummer 02/093338-23
4.3.4.1 De inleidende overwegingen met betrekking tot het SkyECC-account
Uit de zaak met parketnummer 02/093338-23 is naar voren gekomen dat door diverse personen gebruik is gemaakt van PGP-toestellen en van de berichtendienst SkyECC. De politie heeft in meerdere strafrechtelijke onderzoeken gebruikers van verschillende SkyECC-accounts kunnen identificeren.
Identificatie van gebruiker met het SkyECC-account [accountnaam 1]
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de bewijsmiddelen dat [verdachte] gebruik heeft gemaakt van het SkyECC-account [accountnaam 1] met gebruikersnamen [gebruikersnaam 1] , [gebruikersnaam 1] ( [gebruikersnaam 2] ), [gebruikersnaam 3] , [gebruikersnaam 4] , [gebruikersnaam 5] , [gebruikersnaam 6] en [gebruikersnaam 7] . Verdachte heeft in zijn vierde verhoor toegegeven dat hij op enig moment de gebruiker is geweest van voormeld SkyECC-account. Verdachte heeft daarmee het proces-verbaal van identificatie onderschreven, omdat de politie dit account ook aan verdachte heeft toegeschreven. De politie heeft de identificatie onderbouwd met onderzoeksgegevens van de verkeers- en APN-gegevens van zendmasten, de meest gebruikte Cell ID’s, gegevens over het rijbewijs en de auto van verdachte, de verjaardag van diens stiefzoon en gegevens van verdachte uit het politiesysteem. Op basis van de bekennende verklaring van verdachte en het proces-verbaal van identificatie gaat de rechtbank er vanuit dat verdachte de gebruiker is geweest van het aan hem toegeschreven SkyECC-account [accountnaam 1] .
4.3.4.2 Het onder feit 1 en onder feit 2 ten laste gelegde
Feiten en omstandigheden van feit 1Verdachte heeft op 25 oktober 2020 via zijn SkyECC-account contact opgenomen met het account [accountnaam 2] . Volgens verdachte vertrekt er de volgende dag een transport en moet het tegencontact dat
’aan die chauf geve’en
‘die geeft aan vrachtwagen’.Verdachte vervolgt met de teksten:
‘Wat denk je die moet die spulle na grens van België Frankrijk brenge’en
‘Die Engelse hebbe stash auto die na Frankrijk rijden’en
‘hij gaat gelijk terug van fr terug na overkant’en
‘hij moet door na Ir maat’.Op 31 oktober 2020 geeft verdachte tegenover hetzelfde contact aan dat hij rechtstreeks met die chauffeur werkt, die dit stiekem doet. Op 2 november 2020 geeft verdachte aan account [accountnaam 2] de opdracht
‘om 6 blokke te pakke en die 5 Bruno’,zodat die de volgende dag kunnen worden afgeven in Breda. Verdachte vraagt op 3 november 2020 of
‘de 6 bl en 5 br’zijn afgegeven, hetgeen door account [accountnaam 2] wordt bevestigd. Tot slot bericht verdachte dat account op 5 november 2020:
‘Hij s in uk’en iets later:
‘Is aangekome in ir’.
Feiten en omstandigheden van feit 2
Verdachte heeft op 13 november 2020 via zijn SkyECC-account andermaal contact met het account [accountnaam 2] . Verdachte zegt tegen dit account:
‘heb zelf chauf’en vraagt dan: ‘
als ik vrouw regelen’en
‘kun jij dan voorop rijden’en
‘weg openen’.[accountnaam 2] stemt daarmee in. Later die dag geeft verdachte bij het tegencontact aan dat hij een vrouwelijke chauffeur heeft geregeld die de volgende dag zal rijden. Op 14 november 2020 geeft verdachte aan dat over de grens veel buitenlandse auto’s zijn, die allemaal op de boot naar Engeland gaan, zo ook zijn afnemer. Het gaat in totaal om
’11 blokke en 2 br’. Verdachte informeert [accountnaam 2] dat de vrouwelijke chauffeur naar hem onderweg is, hij haar gerust moet stellen, hij voor haar moet gaan rijden en contact met haar moet blijven houden. Verdachte instrueert [accountnaam 2] dat zij uiterlijk om 12.45 uur moeten vertrekken, dat de persoon in Boulogne-sur-Mer is en daar tot 16.00 uur kan wachten. Uiteindelijk heeft [accountnaam 2] aan verdachte laten weten dat zij het gehaald hebben en het spul is afgegeven.
De verklaring van verdachteDe verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij is benaderd door een Engelse partij om aan hen spullen te leveren. Verdachte zou de spullen hebben aangenomen en moeten overdragen aan een chauffeur van de Engelse partij. Omdat dit goed zou zijn verlopen, hebben zij hem ook verzocht om naar België en Frankrijk te gaan. Verdachte zou daar niet aan hebben willen meewerken, waardoor daarna een vrouw hiervoor is benaderd. Verdachte heeft dat alleen in goede banen moeten leiden. Verdachte beaamt dat hij wel heeft geweten dat het om cocaïne zou gaan.
Het oordeel van de rechtbankDe rechtbank stelt voorop dat hetgeen zij heeft overwogen over het bewijsminimum en over de duiding van de inhoud van de chatberichten, in paragraaf 4.3.3, hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd en zij is van oordeel dat hieraan ten aanzien van deze feiten is voldaan. Uit de berichten volgt dat er partijen drugs buiten het grondgebied van Nederland zijn gebracht en dat verdachte daarbij betrokken was. Ook staat naar haar oordeel vast dat het ging om cocaïne en heroïne.
De rechtbank leidt uit de berichten af dat verdachte duidelijk op de hoogte is van de uiteindelijke bestemming van de verdovende middelen. Daarnaast volgt daaruit dat verdachte zich bewust is van de hoeveelheden die de afnemers willen ontvangen. Immers, ofwel hij heeft het aantal bepaald dat is vervoerd ofwel hij geeft in een gesprek aan hoeveel er moet worden vervoerd. De vrachtwagenchauffeur en vrouwelijke chauffeur zijn door verdachte benaderd en gevraagd om te helpen. De gebruiker van het account [accountnaam 2] krijgt opdrachten en er worden instructies (mee)gegeven door verdachte. Verdachte staat zowel met de persoon in contact die voorop zal rijden (een voorverkenning verricht/ter beveiliging), alsmede met de personen die het verdere transport voor hun rekening nemen (naar Engeland en Ierland).
Tenslotte betrekt de rechtbank in haar overwegingen dat in zijn algemeenheid moet worden aangenomen dat de belanghebbenden bij een drugstransport op de hoogte zijn van hetgeen er wordt vervoerd. Nu er geen aanwijzingen zijn voor het tegendeel en verdachte zelf heeft verklaard dat het ging om cocaïne, houdt de rechtbank het ervoor dat verdachte tevens wist dat het ook om heroïne ging.
Conclusie
Verdachte vervult ten aanzien van beide feiten een cruciale rol bij de uitvoer van de verdovende middelen. Hij heeft controle vanaf de locatie waar de verdovende middelen zich bevinden tot aan de eindbestemming. Hij voert volledig de regie over de chauffeurs, weet de tijdstippen tot wanneer men bereikbaar is, krijgt direct een bericht als het is aangekomen of wordt overgedragen, bepaalt of geeft aan hoeveel er wordt meegeven en wie betrokken zijn.
De rol van verdachte bij de feiten is niet marginaal te noemen en kan niet als medeplichtig worden gekenschetst. Er zal aan de verklaring van verdachte worden voorbijgegaan. Het verweer van de verdediging wordt verworpen. Het medeplegen van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne en heroïne kan zowel onder feit 1 als onder feit 2 wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
4.3.4.3 Het onder feit 3 ten laste gelegde
Feiten en omstandighedenVerdachte heeft via SkyECC in de periode vanaf 2 juli 2020 tot en met 1 januari 2021 contact met de SkyECC-accounts [accountnaam 3] , [accountnaam 4] , [accountnaam 5] , [accountnaam 6] en [accountnaam 2] . De rechtbank zal kort een aantal elementen aanhalen -niet uitputtend bedoeld- die uit die gesprekken naar voren komen.
Op 2 juli 2020 wordt een foto gestuurd van een blok met een opdruk, waarvan verdachte zegt:
‘Deze is nog over’.
Op 20 augustus 2020 worden er meerdere foto’s van blokken gestuurd, waarbij het gesprek gaat over het maken van 50/100 kilogram, ofwel voor iedere week ofwel om de tien dagen. Diezelfde dag stuurt verdachte nog:
‘iemand wilt nu 2 kopen’.
Op 22 augustus 2020 stuurt verdachte dan:
‘ok hij heeft gepakt die 2’.Diezelfde dag stuurt verdachte ook:
‘wola heb vandaag 3 gepakt voor 29’.
Op 29 september 2020 laat verdachte weten:
‘broer safe die 2 verkocht’.
Op 12 oktober en 14 december 2020 worden gesprekken gevoerd over kwaliteit, glans, een klant die zij niet kwijt willen, teruggezonden leveringen en het natellen van geldbedragen.
Tussen 24 september en 26 september 2020 heeft verdachte contact met een aantal accounts, waarbij
‘16 stuks’worden besteld voor
‘488k’. Er worden foto’s verzonden van een blok met Rolex-opdruk en bundels met geld. Uiteindelijk moet
‘61k’worden terugbetaald nadat er
‘14 stuks’zijn geleverd.
Verdachte heeft in zijn verhoor aangegeven dat de chatberichten voor zich spreken en hierover niet verder in detail te willen treden.
Het oordeel van de rechtbankDe rechtbank stelt voorop dat hetgeen zij heeft overwogen over het bewijsminimum en over de duiding van de inhoud van de chatberichten, in paragraaf 4.3.3, hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd en zij is van oordeel dat hieraan ook ten aanzien van dit feit is voldaan.
De rechtbank heeft op basis van de foto’s van de blokken, de prijzen die worden benoemd en de verdere inhoud van alle chatberichten geen enkele twijfel dat verdachte betrokken is bij de handel in cocaïne. De rechtbank is er ambtshalve mee bekend dat met de gefotografeerde blokken in combinatie met de gebruikte terminologie van ‘colo’, ‘wit’ en ‘boli’ cocaïne wordt bedoeld. De genoemde prijzen corresponderen met de handelswaarde die deze partijen cocaïne vertegenwoordigen. De bundels met geld duiden voorts op contante betalingen die bij dergelijke transacties gebruikelijk zijn. Er worden verschillende afspraken in diverse steden in Nederland gemaakt om te verkopen, waarbij uitdrukkelijk over klanten, kwaliteit en hoeveelheden voorraad wordt gesproken. Ook blijkt uit de gesprekken dat er niet alleen wordt gesproken over de handel, maar dat er ook daadwerkelijk meerdere malen cocaïne door verdachte is verkocht én dat dit ging om grote hoeveelheden die door verdachte op meerdere momenten en in verschillende hoeveelheden zijn verhandeld. Noch uit de inhoud van de chatberichten, noch uit de verklaring van verdachte zelf volgt dat het hiervoor overwogene anders moet worden geïnterpreteerd.
ConclusieHet onder feit 3 ten laste gelegde kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
4.3.4.4 Het onder feit 4 ten laste gelegde
Juridisch kader
De beantwoording van de vraag of er sprake is van “voorhanden hebben”, zoals bedoeld in artikel 26 van de Wet wapens en munitie, is afhankelijk van een drietal factoren. Het eerste vereiste betreft de aanwezigheid van het wapen, al dan niet in de onmiddellijke nabijheid van verdachte. Op de tweede plaats moet er een machtsrelatie/machtsuitoefening bestaan, zo men wil beschikkingsmacht, tussen verdachte en het wapen. Tot slot dient er bij verdachte een meer of mindere mate van bewustheid te bestaan ten aanzien van de aanwezigheid van het wapen.
Partiële vrijspraak
Ten aanzien van de tien Glock-pistolen heeft verdachte enkel een afbeelding verzonden en een prijsopgaaf meegestuurd. Met betrekking tot de acht Zastava aanvalsgeweren heeft verdachte eveneens een foto verzonden, waarop hij drie weken later nog heeft geantwoord:
‘I am back next week direct I will make everything ready brother’.
De rechtbank heeft niet meer SkyECC-berichten aangetroffen die een verdere invulling zouden kunnen geven van de context waarin het één en ander is besproken. Het versturen van een foto met het vermelden van een prijs of de toevoeging iets in orde te maken, betekent niet zonder meer dat verdachte ook handelingsbevoegd is geweest met betrekking tot die wapens. Het bewijs is ontoereikend om aan te nemen dat verdachte beschikkingsmacht heeft gehad over de Glock-pistolen en Zastava-aanvalsgeweren. Dat er sprake zou zijn geweest van een overdracht is in zijn geheel niet gebleken. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van deze onderdelen van het onder feit 4 ten laste gelegde.
Feiten en omstandigheden aangaande de vijf CZ-pistolen, type P-10 S
Verdachte heeft op 23 juli en 29 juli 2020 onder meer de volgende berichten verzonden:
‘7 pieces’en
‘CZ p-10 c’. Een SkyECC-gebruiker genaamd “ [bijnaam] ” biedt dit verdachte aan voor € 3.250. Verdachte heeft aan SkyECC-account [accountnaam 7] gevraagd:
‘Do you want the 7’en
‘€ 3.150’en
‘he take 100 off’.Het account [accountnaam 7] besluit er vijf te kopen voor € 16.750 en vraagt of het naar Antwerpen kan worden gebracht, zo volgt uit de chats. Verdachte heeft daarna met het SkyECC-account [accountnaam 8] contact over de wijze waarop de wapens naar Antwerpen vervoerd worden. Ze besluiten dit aan een zekere “ [naam 1] ” mee te geven. Op 31 juli 2020 hebben verdachte en [accountnaam 8] opnieuw contact. [naam 1] zou
‘15k’hebben afgegeven. Volgens verdachte betreft het
‘4 zonder’en
‘1 met demper’.[accountnaam 8] zegt even later tegen verdachte:
‘Ik pak ze aan’en
‘van die gast nu’en
‘hij is er’en
‘ik hou ze bij tot morgen’. Dat account stuurt een foto met wapens naar verdachte. Hij meldt dan dat [naam 1] blijft slapen:
‘morgen rijdt hij aan’. Verdachte reageert hierop met de tekst:
‘Dan s da afgehandeld’.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank concludeert uit de berichten dat verdachte wapens heeft gekocht, doorverkocht en naar Antwerpen heeft laten brengen. Verdachte heeft daarmee beschikkingsmacht uitgeoefend door over de aankoop, verkoop en het transport te beslissen. Uit de berichten blijkt ook dat verdachte zich terdege bewust is van de aanwezigheid van die wapens. Uit het deskundigenrapport van de politie blijkt dat de wapens qua uiterlijk in hoge mate overeenkomen met een semi automatisch vuurwapen van het merk CZ, type P10, S. De prijs voor het wapen zelf en het transport leiden voor de rechtbank tot de overtuiging dat het daadwerkelijk om dat wapen gaat van categorie III onder 1 in de zin van de wet Wapens en munitie. Verdachte heeft vijf pistolen van het merk CZ, type P-10 S voorhanden gehad en overgedragen.
De verklaring van verdachte dat het om alarmpistolen zou gaan en dat daarom de wapendeal niet zou zijn beklonken, wordt door de rechtbank als een ongeloofwaardige verklaring beschouwd en dus gepasseerd. Er is geen enkel bericht waaruit zou blijken dat het om alarmversies zou gaan en de wapenoverdracht is mislukt. Indien dit in werkelijkheid zou hebben plaatsgevonden, zou dit uit het SkyECC-berichtenverkeer naar voren moeten zijn gekomen. Dit klemt temeer, nu het account [accountnaam 7] na 31 juli 2020 met verdachte zaken blijft doen. De rechtbank is van oordeel, met de officieren van justitie, dat als het om nepwapens zou zijn gegaan, het niet in de rede ligt dat men zaken met elkaar blijft doen, in ieder geval niet zonder dat hierover wordt gecorrespondeerd. Bovendien heeft verdachte op 8 augustus 2020 nog aan [accountnaam 7] geschreven:
‘5 gun I give already’en
‘In Antwerpen’en
‘Yes he have in Antwerpen’. Hieruit volgt dat er wel degelijk een geslaagde deal heeft plaatsgevonden. Verdachte zou dergelijke berichten niet naar een afnemer sturen als de wapenoverdracht zou zijn afgeketst.
Het verweer van de verdediging op dit onderdeel faalt.
Feiten en omstandigheden aangaande de vijf aanvalsgeweren
Het account [accountnaam 7] vraagt op 8 augustus 2020 aan verdachte
‘Can you send to Antwerp 4 kala’. Verdacht respondeert hierop met de tekst:
‘I go to the people from the ak’. Op 17 augustus 2020 stuurt verdachte aan [accountnaam 7] :
‘The kalash’en
‘Is ready I have 5’en
‘short one’en
‘he want 2000’. [accountnaam 7] zegt daarop:
‘Yes take short bro’en
‘send to Antwerp and [naam 2] gonna pay’en
‘also put 2000 for delivery’. Verdachte stuurt op 24 augustus 2020 foto’s van vijf wapens naar [accountnaam 7] , waarbij nog over extra munitie en magazijnen wordt gesproken. Op 25 augustus 2020 spreekt verdachte met het SkyECC-account [accountnaam 9] . Verdachte geeft dit account opdracht om naar Tilburg te komen, om 16000 te brengen en om 5 op te halen. Er worden straten in Tilburg-Zuid genoemd. [accountnaam 9] stuurt aan verdachte:
‘Hij is die gaan pakken’en
‘5 stuks’en
‘Saffi ben er’. Er worden ook kogels en magazijnen bijgeleverd. Kort daarna heeft verdachte aan [accountnaam 7] bericht:
‘Safe bro’en
‘Die 5 he have’. [accountnaam 7] heeft daarop gereageerd met:
‘Ok bro perfect, waarop verdachte een icoon van een opgestoken duim heeft verzonden.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank concludeert uit de berichten dat verdachte wapens heeft gekocht, heeft laten ophalen, heeft doorverkocht en opnieuw naar Antwerpen heeft laten transporteren. Verdachte heeft daarmee beschikkingsmacht uitgeoefend door over de aankoop, verkoop en het transport te beslissen. Uit de berichten volgt ook dat verdachte zich meer dan bewust is van de aanwezigheid van die wapens. Uit het deskundigenrapport van de politie blijkt niet dat zij de wapens hebben kunnen categoriseren op basis van de foto’s. De eigen waarneming van de rechtbank naar aanleiding van die foto’s, de termen ‘
kalash’, ‘AK’en
‘kala’,alsook de gehanteerde prijzen en genoemde risico’s, leiden voor de rechtbank tot de overtuiging dat het om vijf aanvalswapens gaat van categorie II in de zin van de wet Wapens en munitie. Verdachte heeft dus vijf aanvalsgeweren voorhanden gehad en overgedragen.
De verklaring van verdachte dat het om verroeste rommel zou gaan en dat de afnemer de wapens niet zou hebben meegenomen, volgt de rechtbank niet. Op de eerste plaats is die stellingname in tegenspraak met de hiervoor opgenomen en in Bijlage II aangehechte berichten. Daarnaast komt uit de verdere SkyECC-berichten niet naar voren dat het in de realiteit is gegaan, zoals verdachte heeft beweerd. Integendeel, het lijkt allemaal keurig op elkaar aan te sluiten, waarbij verdachte, tussenpersoon en afnemer tevreden zijn. Er worden iconen van hartjes, opgestoken duimen en ‘alles in orde’ gestuurd, waarbij men elkaar aanspreekt als bro, brother en saffi. Er dient voor € 16.000 te worden afgerekend bij het ophalen, € 2.000 per verkocht wapen moet worden betaald en € 2.000 voor alleen een transport naar Antwerpen. Dit alles is volgens verdachte met veel risico’s omgeven. Dergelijke hoge prijzen en risico’s leveren een contra-indicatie op dat er sprake zou zijn van roestige rommel, en wijzen er juist op dat sprake was van echte vuurwapens.
Het verweer van de verdediging wordt verworpen.
ConclusieHet onder feit 4 ten laste gelegde kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het handelen in strijd met het verbod van artikel 26, eerste lid en artikel 31, eerste lid van de wet Wapens en munitie, meermalen gepleegd.
4.3.5
Parketnummer 02/327061-22
4.3.5.1
De inleidende overwegingen met betrekking tot de Exclu-accounts
Uit het strafrechtelijk onderzoek Grand Canyon is naar voren gekomen dat door diverse personen gebruik is gemaakt van de berichtendienst Exclu. De verschillende verdachten in het onderzoek zijn door de politie als de gebruikers van de verschillende Exclu-accounts geïdentificeerd.
Identificatie gebruiker Exclu-account [accountnaam 10] met gebruikersnaam [gebruikersnaam 8]
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de bewijsmiddelen dat [verdachte] gebruik heeft gemaakt van het Exclu-account [accountnaam 10] met gebruikersnaam [gebruikersnaam 8] . Verdachte heeft in zijn derde verhoor toegegeven dat hij de gebruiker is van het Exclu-account [gebruikersnaam 8] . Hij heeft in dat verhoor ook bevestigd dat hij daar alleen gebruik van heeft gemaakt. Verdachte heeft daarmee het proces-verbaal van identificatie onderschreven, omdat de politie dit account ook aan verdachte heeft toebedeeld. Gelet op het proces-verbaal van identificatie en de verklaring van verdachte, bestaat er bij de rechtbank geen twijfel dat [verdachte] de gebruiker is geweest van het aan hem toegeschreven Exclu-account [gebruikersnaam 8] .
Identificatie van de andere gebruikers van de Exclu-accounts
Op basis van de processen-verbaal van identificatie van de Exclu-accounts -en de in Bijlage II aangehechte bewijsmiddelen- gaat de rechtbank er vanuit dat de andere Exclu-accounts toegeschreven kunnen worden aan de medeverdachten, zoals hierna aangegeven. De rechtbank heeft geen enkele reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de identificerende processen-verbaal te twijfelen. Hieruit volgt dat:
- CSN [accountnaam 11] met gebruikersnamen [gebruikersnaam 9] en [gebruikersnaam 10] :
[medeverdachte 1], geboren op [geboortedag 2] -1976 te [geboorteplaats 2] betreft;
- CSN [accountnaam 12] , [accountnaam 13] , [accountnaam 14] , [accountnaam 15] , [accountnaam 16] , [accountnaam 17] , [accountnaam 18] met gebruikersnamen [gebruikersnaam 11] , [gebruikersnaam 12] , [gebruikersnaam 13] , [gebruikersnaam 14] , [gebruikersnaam 15] , [gebruikersnaam 16] en [gebruikersnaam 17] :
[medeverdachte 2], geboren op [geboortedag 3] 1977 te [geboorteplaats 3] betreft;
- CSN [accountnaam 19] met gebruikersnaam [gebruikersnaam 18] :
[medeverdachte 3], geboren op [geboortedag 4] -1976 te [geboorteplaats 4] betreft;
- CSN [accountnaam 20] met gebruikersnaam [gebruikersnaam 19] :
[medeverdachte 4], geboren op [geboortedag 5] -1973 te [geboorteplaats 5] betreft;
- CSN [accountnaam 21] , [accountnaam 22] met gebruikersnamen [gebruikersnaam 20] en [gebruikersnaam 21] :
[medeverdachte 5], geboren op [geboortedag 6] 1974 te [geboorteplaats 6] betreft.
In het vervolg zal de rechtbank indien chatgesprekken worden aangehaald, volstaan met het vermelden van de naam van de persoon die aan een bepaald account is gekoppeld.
4.3.5.2 Het onder feit 1 ten laste gelegde
Feiten en omstandigheden
De eerste chatgesprekken tussen [medeverdachte 5] en verdachte vinden plaats op 16 november 2022. Op die dag heeft [medeverdachte 5] aan verdachte gevraagd of hij al heeft gekeken bij het adres van een zogeheten ‘tussenhalte’. Verdachte geeft aan dat hij dit een dag later zal doen en [medeverdachte 5] dan ook direct in kennis zal stellen. Verdachte heeft op 17 november 2022 tegenover [medeverdachte 5] bevestigd dat hij naar de tussenloods gaat en naar
‘die plek van buite’. Het gaat hier kennelijk om twee locaties die later in het gesprek door verdachte worden aangeduid als de hoofdplek en de tussenplek. Op diezelfde dag geeft [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 2] door dat verdachte, door hen aangeduid als
‘ [naam 3] ’, zich heeft beziggehouden met het bezichtigen van de tussenloods en
‘buiten bij die plek’.Een dag later, op 18 november 2022, heeft verdachte bij [medeverdachte 1] aangeven dat hij nog niets weet, maar dat het zeker zal doorgaan. Het probleem is
‘hun krijge die tussne [naam 4] nie te pakks’, aldus de verdachte. Terwijl verdachte met [medeverdachte 1] in contact heeft gestaan, heeft verdachte opnieuw [medeverdachte 5] op de hoogte gebracht. Verdachte geeft aan dat ze vandaag zullen kijken, omdat ze aan de gang willen en alles nog moet worden ingericht. [medeverdachte 5] heeft op 19 november 2022 (met de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 3] ) aan [medeverdachte 2] gevraagd of
‘ [naam 3] ’moet worden opgenomen in de groepschat, die wordt aangemaakt.
Op 5 december 2022 heeft verdachte contact met [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] wil de sleutel van verdachte ontvangen en heeft die vandaag nodig omdat het belangrijk is. Er wordt onmiddellijk een afspraak gemaakt. [medeverdachte 1] geeft dit vervolgens door aan [medeverdachte 5] . Op 12 december 2022 heeft [medeverdachte 2] naar verdachte gestuurd:
‘Die shark verhaal kost me 194k’. Verdachte vraagt wanneer er wordt begonnen en is verbaasd dat de tussenplek nog niet beschikbaar is. Verdachte onderkent in het gesprek het belang van de tussenlocatie en zegt tegen [medeverdachte 2] :
‘moet tusse plek hebbe’.Uit de berichten van 21 december 2022 blijkt dat verdachte op de hoogte is van de wijze waarop [medeverdachte 5] locaties tracht te regelen. Hij huurt dat via internet wat volgens verdachte gevaarlijk is, omdat je daar zo voor gepakt kan worden. Verdachte wordt die dag door [medeverdachte 2] ingelicht dat hij zelf een losplek heeft geregeld, hetgeen volgens verdachte dan ook beter is.
Op 3 januari 2023 blijkt uit de berichten tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] dat er ‘donderdag’ stoffen worden geleverd en zij de productie kunnen starten. Op 31 januari 2023 wordt het in werking zijnde drugslab aan [adres 1] in Overasselt ontmanteld.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat hetgeen zij heeft overwogen over het bewijsminimum en over de duiding van de inhoud van de chatberichten, in paragraaf 4.3.3, hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd en zij is van oordeel dat hieraan ten aanzien van dit feit is voldaan.
Volgens de rechtbank komt uit de inhoud van Exclu-chatgesprekken duidelijk naar voren dat er naar locaties is gezocht voor criminele doeleinden en dat verdachte daarbij betrokken is geweest. Een legale bestemming sluit de rechtbank uit gelet op de context van alle berichten, de gebruikte bewoordingen en het versluierde taalgebruik, maar ook omdat er geen andere, legale zaken, worden besproken. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan de verklaring van verdachte, voor zover hij heeft aangegeven dat de gesprekken legale zaken betroffen die niet drugsgerelateerd zouden zijn. Verdachte heeft in zijn verhoor, na confrontatie met de Exclu-chatberichten, geen nadere verklaring afgelegd hoe deze berichten dan wel geduid zouden moeten worden. Dit had echter wel op zijn weg gelegen, omdat hij aan de gesprekken heeft deelgenomen. Het enkel benoemen van een mogelijkheid, zoals verdachte dat nu heeft gedaan, vormt een onvoldoende onderbouwing om de gesprekken anders te interpreteren.
Uit het berichtenverkeer tussen de verschillende betrokken personen in onderlinge samenhang bezien, komt ook naar voren dat de zoektocht naar locaties verband hield met het later aangetroffen drugslaboratorium in Overasselt. Er wordt gesproken over een hoofdlocatie die afgelegen ligt en over een tussenlocatie. De locatie waar het drugslab uiteindelijk is aangetroffen betreft naar het oordeel van de rechtbank de in de gesprekken genoemde hoofdlocatie, vanwege de afgelegen locatie en het feit dat daar de MDMA werd geproduceerd. Het is een feit van algemene bekendheid dat meerdere locaties worden gebruikt bij de productie van en de handel in synthetische drugs. De productie, het voorraadbeheer en de verkoop vinden zelden plaats op één en dezelfde locatie. Het is dus een veel gebruikte modus operandi om meerdere locaties te benutten, ook om het risico te verkleinen dat bij een ontdekking alles in beslag wordt genomen. Er is bewust gezocht naar een afgelegen locatie om te produceren, hetgeen de loods aan [adres 1] in Overasselt als hoofdlocatie zo geschikt heeft gemaakt. De tussenlocatie is een
‘must have’voor verdachte, zo blijkt wel uit het gesprek van 12 december 2022.
De rechtbank gaat er vanuit dat verdachte wetenschap heeft van de criminele bestemming. Dit blijkt uit het feit dat hij het heeft afgeraden om locaties via het openbare internet te huren, aangezien je op die manier zo door de politie kan worden opgepakt. Dit onderstreept nog maar eens het malafide karakter en de behoedzaamheid waarmee is opgetreden, zodat de kans op vroegtijdige ontdekking zo klein mogelijk is gebleven. Daarnaast speelt mee dat verdachte nauw contact heeft onderhouden en heeft samengewerkt met personen, die er allen van worden verdacht dat zij betrokken zijn bij de opbouw en financiering van dit drugslab en die later ook bij het productieproces nauw betrokken zijn gebleven. Dat verdachte meer dan een buitenstaander is, blijkt ook uit het gegeven dat hij erop aandringt dat er gestart moet worden, temeer nu alles nog moet worden ingericht. Daarnaast draagt hij draagt kennis van het feit dat derden willen beginnen, dat de opbouw tijd kost en dat het geheel [medeverdachte 2] al 194.000 euro heeft gekost.
Medeplegen
Wellicht ten overvloede, maar de rechtbank constateert dat verdachte een wezenlijk en essentiële bijdrage heeft geleverd van voldoende gewicht aan de voorbereiding en/of bevordering van het produceren van synthetische drugs. Hij heeft de benodigde ruimtes gezocht, bezichtigd en sleutels in beheer gehouden. Daarnaast heeft hij de medeverdachten op de hoogte gehouden van de stand van zaken en is overleg gepleegd over de handelswijze.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte schuldig is aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen, vanaf 16 november 2022 tot en met 21 december 2022, ten behoeve van het lab voor synthetische drugs in Overasselt. Het onder feit 1 ten laste gelegde is daarmee wettig en overtuigend bewezen.
4.3.5.3
Het onder feit 2 en onder feit 3 ten laste gelegde
Feiten en omstandighedenDe politie is op 3 februari 2023 in een loods aan [adres 2] in Hilvarenbeek binnengetreden. In de loods worden dertien jerrycans met 325 liter DEPAPD en achttien dozen met 450 kilo PMK-glycidezuur aangetroffen. Volgens het NFI kan DEPAPD worden gebruikt voor het vervaardigen van Benzylmethylketon, een grondstof voor amfetamine en methamfetamine. PMK-glycidezuur kan worden gebruikt voor het vervaardigen van Piperonylmethylketon, een grondstof voor MDMA. Daarnaast is er ook nog 8 liter methanol in de loods opgeslagen, hetgeen als oplosmiddel geschikt is voor de vervaardiging van MDMA.
In deze loods worden op die dag ook zeven bigshoppers ontdekt met daarin 276.694 pillen met een totaalgewicht van 119,24 kilogram. Het gaat om oranje en blauwe pillen met als opdruk ‘ [opdruk 1] ’ en ‘ [opdruk 2] ’. De pillen zijn, zowel indicatief als definitief, positief getest op aanwezigheid van MDMA.
De Exclu-gesprekken
In het dossier is een veelheid aan Exclu-berichten opgenomen waar verdachte, onder de [gebruikersnaam 8] , aan heeft deelgenomen. Deze gesprekken beginnen op 10 september 2022. De rechtbank zal in samenvattende vorm -niet uitputtend bedoeld- een aantal elementen aanhalen die uit die gesprekken naar voren komen.
Uit de berichten blijkt onder meer dat verdachte meermalen spreekt over hoeveelheden ‘M’
(de rechtbank begrijpt: MDMA)die door hem worden aangeboden. Het valt ook op dat door verdachte vaak wordt aangegeven dat dit bij de [straat]
(de rechtbank begrijpt: de [straat] in Tilburg) kan worden opgehaald. Verdachte heeft hoeveelheden MDMA gewogen, ingepakt, klaar gezet of geeft daar opdracht toe. Hij bepaalt of de verdovende middelen in dozen, dan wel in (sport)tassen moeten worden weggedragen. Hij geeft locaties en tijdstippen aan en maakt prijsafspraken voor de overdacht met verschillende afnemers. Hij neemt het geld in ontvangst en is bij de overdracht vaak zelf fysiek aanwezig.
Uit de berichten blijkt verder dat verdachte op de hoogte is van de grootte van de voorraad, tot hoe laat hij toegang heeft tot die voorraad en wanneer de voorraad weer wordt aangevuld of juist leeg moet zijn. Op 7 december 2022 heeft verdachte een gesprek gevoerd met een zekere [naam 5] die een bestelling wil ophalen. Door een observatieteam wordt vervolgens waargenomen dat verdachte en [medeverdachte 6] naar een loods rijden aan [adres 2] in Hilvarenbeek. Uit de gesprekken tussen verdachte en de niet-geïdentificeerde [naam 5] blijkt dat verdachte zich heeft vergist in de hoeveelheid die hij mee moest nemen, waarna wordt waargenomen dat hij en [medeverdachte 6] weer terug het terrein op zijn gegaan. Verdachte heeft het in de gesprekken over ‘even 2 bij pajke’, ‘stash’ en ‘bolle’, waarmee hoogstwaarschijnlijk hetgeen te weinig is meegenomen, voormelde voorraad en [medeverdachte 6] worden bedoeld.
De gesprekken zijn niet beperkt gebleven tot alleen de handel en voorraad in MDMA. Verdachte geeft [medeverdachte 2] zijn mening over de toevoeging van cream poeder en A(-olie), zijnde grondstoffen voor MDMA. Verdachte toont zich bekend met de inkoopprijzen van grondstoffen en verricht aanbetalingen. Hij staat op 23 november 2022 in contact met anderen over het ophalen van een pallet met achttien dozen poeder uit Zeist, die naar de stashlocatie moeten. De chauffeur moet zich melden voordat de stashlocatie wordt aangedaan. De foto’s uit de groepschat van deze dichtgetapte dozen komen qua vorm, kleur en hoeveelheid overeen met de door de politie aangetroffen dozen DEPAPD en PMK op 3 februari 2023. Voorts heeft verdachte op 21 december 2022 een groepsgesprek waar iemand vraagt om
‘samples’en een
‘handje [opdruk 1] ’en een
‘handje [opdruk 2] ’. Dit zijn de merken MDMA-pillen die op 3 februari 2023 in de loods ontdekt zijn. Verder heeft verdachte nog te verstaan gegeven dat hij heeft betaald voor
‘tikke’, waarmee het tabletteren van pillen (MDMA) wordt bedoeld.
De verklaring van verdachteDe verdachte heeft bevestigd dat de berichten drugsgerelateerde zaken betroffen, maar dat hij enkel daarin als doorgeefluik heeft gefungeerd. Hij is een tussenpersoon geweest die alleen berichten heeft doorgezonden, zonder exact te weten wat er is overgedragen. De communicatie hierover zou via een ander medium/kanaal dan Exclu zijn verlopen.
De rechtbank volgt dit niet. De rechtbank stelt voorop dat de verklaring van verdachte pas in een laat stadium is afgelegd, nadat hij de beschikking heeft gekregen over het volledige onderzoeksdossier, en dat hij daarop zijn proceshouding heeft kunnen afstemmen. De verklaring van verdachte is bovendien weinig concreet, omdat hij op veel vragen heeft geantwoord dat hij het zich niet meer kan herinneren. Daar komt bij dat de marginale rol die verdachte zichzelf toekent geenszins volgt uit het berichtenverkeer. Integendeel, hieruit volgt dat verdachte weet van de hoed en de rand met betrekking tot de handel én dat hij een essentiële en bepalende rol daarin heeft gehad. Ook volgt hieruit dat verdachte actief betrokken is bij het voorraadbeheer en de verstrekking aan afnemers. Verdachte heeft een initiërende rol vervuld bij het tot stand komen van alle afspraken en voerde daar de regie over. Daarnaast heeft hij meer feitelijke werkzaamheden verricht.
Hetgeen hiervoor is overwogen geldt evenzeer voor de voorbereidingshandelingen. Verdachte heeft ook hierin een voortrekkersrol vervuld. Zo voert hij inhoudelijke gesprekken over de benodigde grondstoffen. Verdachte beschikt over de kennis van aankoopprijzen van grondstoffen. Hij heeft een organisatorische en toezichthoudende rol vervuld bij de wijze waarop de dozen DEPAPD en PMK vanuit Zeist naar de stashlocatie zijn gegaan. Ook is hij klaarblijkelijk betrokken bij (betalingen van) het tabletteren van de pillen.
De verklaring van verdachte is, gelet op het hiervoor overwogene, niet aannemelijk geworden en zal dan ook worden gepasseerd.
Pleegperiode
De rechtbank ziet geen aanleiding om een kortere pleegperiode bewezen te verklaren, zoals door de verdediging en officieren van justitie is voorgesteld. Uit het enkele feit dat de Exclu-berichten dateren tot en met 30 januari 2023, kan niet de gevolgtrekking worden verbonden dat de handel en voorbereidingshandelingen eerder gestaakt zijn. Volgens het Openbaar Ministerie heeft er op de actiedag op 3 februari 2023 geen levering meer plaatsgevonden, maar dit kan niet worden uitgesloten, temeer nu alle dozen DEPAPD, PMK, methanol en bigshoppers met pillen MDMA nog op die dag voorradig zijn geweest. Naar het oordeel van de rechtbank wordt de mogelijkheid tot het plegen van de delicten beëindigd op het moment dat de politie de loods aan [adres 2] in Hilvarenbeek is binnengegaan en voormelde spullen in beslag heeft genomen en dat is op
3 februari 2023. De bewezenverklaarde gedragingen hebben in ieder geval binnen de periode zoals die is tenlastegelegd plaatsgevonden.
Het verweer van de verdediging op dit punt kan evenmin slagen.
Conclusie over feit 2
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tezamen en in vereniging handelen in MDMA-pillen in de periode van 10 september 2022 tot en met 3 februari 2023. Daarnaast heeft verdachte, in dezelfde periode, als medepleger voorbereidingshandelingen verricht met het oog op de productie van en handel in verdovende middelen.
Conclusie over feit 3
De rechtbank is op basis van de feiten en omstandigheden van oordeel dat verdachte wist dat er XTC pillen aanwezig waren in de loods aan [adres 2] in Hilvarenbeek. Hij heeft immers in meerdere gesprekken over ‘M’ gepraat dat voor MDMA staat, waarbij hij ook de (kleur)opdrukken van [opdruk 2] en [gebruikersnaam 12] heeft vermeld. Hij kan hier zelfs samples van verstrekken. Dit komt exact overeen met wat in de loods is aangetroffen door de politie op 3 februari 2023. Hij is door een observatieteam ook eenmalig bij de loods gezien. Tevens is de rechtbank van oordeel dat deze pillen zich ook in zijn machtssfeer bevonden. In de verschillende gesprekken geeft verdachte aan wat er voorradig is, beslist hij hoeveel daarvan wordt verkocht, wanneer dit moet plaatsvinden en wie toegang heeft tot de voorraad.
Het feit dat [medeverdachte 6] over de sleutelbos heeft beschikt en er biologische sporen zijn aangetroffen waaruit diens DNA-profiel kan worden afgeleid, doet daar niet aan af, nu niet valt in te zien in hoeverre dat de betrokkenheid van verdachte uitsluit. Het is eerder een extra aanwijzing dat verdachte een nauwe en bewuste samenwerking met [medeverdachte 6] is aangegaan op dit punt, hetgeen ook uit de Exclu-berichten duidelijk naar voren is gekomen.
Het feit onder 3 ten laste gelegde is daarmee ook wettig en overtuigend bewezenverklaard. Verdachte is schuldig aan het medeplegen van het voorhanden hebben van 276.694 XTC- pillen oftewel 119,24 kilogram.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
Inzake parketnummer 02/093338-23:
feit 1:
in de periode van 3 november 2020 tot en met 5 november 2020 te Tilburg en/of Breda, en/of in het Verenigd Koninkrijk en/of in Ierland tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (mede zoals bedoeld in artikel 1 lid 5 Opiumwet) 6 kilogram/blokken cocaïne en 5 kilogram/blokken heroïne, zijnde cocaïne en heroïne middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 2:
op 14 november 2020 te Tilburg en/of Breda, en/of in België en/of Boulogne-Sur-Mer en/of in het Verenigd Koninkrijk tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (mede zoals bedoeld in artikel 1 lid 5 Opiumwet) 11 kilogram/blokken cocaine en 2 kilogram/blokken heroïne, zijnde cocaïne en heroïne middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 3:
in de periode van 2 juli 2020 tot en met 1 januari 2021 te Tilburg en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk meermalen heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, telkens hoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 4:A.
in de periode van 29 juli 2020 tot en met 8 november 2020 te Tilburg, en/of te Antwerpen, tezamen en in vereniging met anderen,
* vijf wapens van categorie III van de Wet wapens en munitie (te weten vijf pistolen merk CZ, type P-10 S.)
voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen
EN
B.
in de periode van 2 juli 2020 tot en met 25 augustus 2020 te Tilburg en/of te Antwerpen, tezamen en in vereniging met anderen,
* vijf wapens van categorie II van de Wet wapens en munitie (te weten 5 aanvalsgeweren)
voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen.
Inzake parketnummer 02/327061-22:
feit 1:
in de periode van 16 november 2022 tot en met 21 december 2022 te Overasselt, gemeente Heumen en te Tilburg en Zwijndrecht en te Ewijk, gemeente Beuningen en Wijchen en Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch en Groesbeek, gemeente Berg en Dal en 's-Hertogenbosch, tezamen en in vereniging met anderen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren hoeveelheden MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
voor te bereiden en te bevorderen
-
zich en anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van die delicten,
immers, hebben hij, verdachte en zijn mededaders in voornoemde periode/in voornoemde pleegplaatsen
* in het kader van voornoemde activiteiten met elkaar contacten gelegd/onderhouden en/of afspraken gemaakt en/of
* (telefonisch en/of via chatberichten) contacten onderhouden en informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt over het regelen en/of huren en/of bezoeken van een of meer (potentiële/geschikte) productielocaties en/of tussenloodsen / opslaglocaties (ten behoeve van de productie en/of opslag van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs en/of grondstoffen en/of materialen voor de productie van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs) en/of
* gezocht naar potentiële/geschikte productielocaties en/of opslaglocaties (ten behoeve van de productie en/of opslag van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs en/of grondstoffen en/of materialen voor de productie van synthetische
drugs en precursoren voor synthetische drugs) en/of
* sleutel van een potentiële/geschikte productielocatie/opslaglocatie geregeld en/of afgegeven en/of
* een of meer (potentiële) productieplaatsen en/of tussenloodsen/opslaglocaties (ten behoeve van de opslag van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs en/of grondstoffen en/of materialen voor de productie van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs) bezocht en/of gehuurd,
EN
* een of meerdere (PGP) telefoon(s) (met de (afgeschermde) applicatie Exclu) (met chatberichten en/of foto’s en/of instructies en/of aanwijzingen over potentiële/geschikte productielocatie(s) en/of opslaglocatie(s))
voorhanden gehad, waarvan verdachte en/ zijn mededaders wisten, dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten;
feit 2:
in de periode van 10 september 2022 tot en met 3 februari 2023 te Tilburg en Hilvarenbeek, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk meermalen heeft verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, grote hoeveelheden MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op lijst I bij de Opiumwet
EN
in de periode van 10 september 2022 tot en met 3 februari 2023 te Tilburg en Hilvarenbeek, tezamen en in vereniging met anderen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van grote hoeveelheden MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
voor te bereiden en te bevorderen
- anderen heeft getracht te bewegen om die feiten te plegen, te doen plegen en mede te plegen en uit te lokken en om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe gelegenheid en middelen en inlichtingen te verschaffen, en
- zich en anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen en
- voorwerpen en vervoermiddelen en stoffen en gelden voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en zijn mededaders wisten dat zij bestemd waren tot het plegen van die delicten,
immers, hebben hij, verdachte en zijn mededaders in voornoemde periode /in voornoemde pleegplaatsen
* ruimtes/opslaglocaties gehuurd en tot hun beschikking gehad ten behoeve van de opslag van (grote hoeveelheden) synthetische drugs en chemicaliën en grondstoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs en precursoren (voor synthetische drugs) en
* in het kader van voornoemde activiteiten met elkaar contact gelegd/onderhouden en afspraken gemaakt en
* telefonisch en via chatberichten contacten onderhouden en informatie uitgewisseld en afspraken gemaakt over de aankoop en verkoop van grote hoeveelheden synthetische drugs en chemicaliën en grondstoffen en precursoren voor de productie van synthetische drugs en
* betalingen gedaan en ontvangen in verband met de aankoop en verkoop van (grote hoeveelheden) synthetische drugs en chemicaliën en grondstoffen ten behoeve van de productie van synthetische drugs en precursoren (voor synthetische drugs)
EN
* meerdere (PGP) telefoons (met de (afgeschermde) applicatie Exclu) (met chatberichten en foto’s en instructies en aanwijzingen en prijzen over / ten aanzien van de aankoop en verkoop van (grote hoeveelheden) synthetische drugs en chemicaliën en grondstoffen voor de productie van synthetische drugs en precursoren voor synthetische drugs) en
* transportmiddelen (voor het vervoer van (grote hoeveelheden) synthetische drugs en chemicaliën/grondstoffen welke bestemd zijn voor de productie van synthetische drugs en precursoren voor synthetische drugs) en
* grote/aanzienlijke hoeveelheden chemicaliën en grondstoffen en precursoren bestemd voor de productie/vervaardiging van synthetische drugs en
* 450 kg PMK ethylester en 325 liter DEPAPD en een hoeveelheid methanol
voorhanden gehad, waarvan verdachte en zijn mededaders wisten dat dat bestemd waren tot het plegen van die feiten;
feit 3:
op 3 februari 2023 te Hilvarenbeek, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 276.694 / 119,24 KG (XTC) pillen, zijnde MDMA een middel vermeld op lijst I bij de Opiumwet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van veertien jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft verbleven.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd, waarbij aandacht is gevraagd voor het feit dat verdachte als first offender moet worden beschouwd, het tijdsverloop (waaronder ook de duur van het voorarrest), de deels bekennende verklaring van verdachte, de ondergeschikte rol die hij heeft vervuld en voorbeeldjurisprudentie van straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich, tezamen en in vereniging met anderen, gedurende een periode in 2020 beziggehouden met de uitvoer en de handel in cocaïne en heroïne. Daarnaast heeft verdachte destijds verschillende wapens voorhanden gehad en overgedragen. Voorts heeft verdachte in 2022 gehandeld in MDMA en voorbereidingshandelingen verricht met het oog op de productie en handel van verdovende middelen. Tot slot is bewezen dat verdachte 276.694 XTC-pillen (119,24 kilogram) in bezit heeft gehad.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van synthetische drugs schadelijk is voor de volksgezondheid. De grootschalige productie, handel in en consumptie van harddrugs (of voorbereiding daarvan) veroorzaken regelmatig overlast of genereren andere vormen van criminaliteit. Dergelijke misdrijven hebben dan ook een ontwrichtend effect op de samenleving als geheel. Verdachte heeft met zijn handelen hieraan een wezenlijke bijdrage geleverd. Het internationale drugscircuit kenmerkt zich door geweldsexplosies, afvaldumpingen met milieuschade tot gevolg en vermogensmisdrijven gepleegd door armlastige verslaafden. Op die manier worden ook nietsvermoedende en onschuldige burgers geconfronteerd met allerlei nare gevolgen, terwijl verdachten zich er doorgaans niks gelegen aan laten liggen om hun crimineel handelen voort te zetten. Kennelijk heeft verdachte zich om al deze gevolgen niet bekommerd en zich enkel laten leiden door eigen belang, in de vorm van financieel gewin. Dit neemt de rechtbank verdachte kwalijk.
Verdachte is niet verschenen ter zitting, ondanks de in de schorsingsvoorwaarden opgenomen verplichting daartoe en heeft zodoende geen verantwoording afgelegd voor zijn daden. De verklaring van verdachte bij de politie is summier en lijkt erop te zijn gericht om zijn eigen aandeel te marginaliseren. De rechtbank heeft onvoldoende inzicht verkregen in de beweegredenen van verdachte die hebben geleid tot deze strafbare feiten. Deze proceshouding weegt in het nadeel van verdachte mee.
Gelet op de aard en ernst van deze feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Enerzijds dient dit als vergelding voor de ontwrichting van de samenleving waar verdachte indirect aan heeft bijgedragen. Anderzijds heeft het opleggen van vrijheidsstraffen tot doel om anderen ervan te weerhouden zich met de georganiseerde drugscriminaliteit in te laten. Bij de bepaling van de duur heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die plegen te worden opgelegd in soortgelijke zaken en rekening gehouden met de rechterlijke oriëntatiepunten voor straftoemeting. De rechtbank heeft kennis genomen van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte, waaruit volgt dat hij niet eerder is veroordeeld voor Opiumwet delicten.
De rechtbank overweegt voorts dat de bewezenverklaarde misdrijven stuk voor stuk vormen van ondermijnende criminaliteit zijn. Het geldelijk gewin en de winstaspiraties die gepaard gaan met deze strafbare feiten zijn enorm en doorgaans de belangrijkste drijfveer om hieraan deel te nemen. Deze elementen vormen voor de rechtbank aanleiding om, naast een gevangenisstraf, ook een geldboete op te leggen.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat aan verdachte dient te worden opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast dient aan verdachte een geldboete te worden opgelegd voor een bedrag van € 50.000,- subsidiair 285 dagen hechtenis. Deze straf is lager dan door de officieren van justitie gevorderd, hetgeen is gelegen in het feit dat deze straf de ernst van de feiten voldoende tot uitdrukking brengt.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.Het beslag

7.1
De verbeurdverklaring
De rechtbank zal het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp verbeurd verklaren (de Google Pixel telefoon). In onderhavig geval zijn de strafbaar bewezenverklaarde feiten gepleegd door middel van versleutelde berichtgeving via berichtendiensten SkyECC en Exclu. De Google Pixel telefoon is een geschikt communicatiemiddel om aan een encrypted netwerk deel te nemen. Daarom zal dit telefoontoestel dan ook worden aangemerkt als een voorwerp met betrekking tot welk het strafbare feit mogelijk is begaan en een voorwerp dat tot het begaan van het misdrijf bestemd kan zijn, zodat het telefoontoestel vatbaar is voor verbeurdverklaring.
7.2
De teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten van het hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerp aan verdachte (de iPhone telefoon), aangezien dit voorwerp niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag is genomen.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 23, 24c, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet, alsook de artikelen 26, 31 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

Inzake parketnummer 02/093338-23:

feit 1:
het medeplegen van het handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2:
het medeplegen van het handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 3:
het medeplegen van het handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 4:
het medeplegen van het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
EN
het medeplegen van het handelen in strijd met artikel 31, eerste lid van de Wet wapens en munitie, strafbaar gesteld bij artikel 55, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
Inzake parketnummer 02/327061-22:
feit 1:
- het medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden en bevorderen, door:
* zich en een ander gelegenheid, middelen, inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen,
* voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 2:
- het medeplegen van het handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
EN
- het medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden en bevorderen, door:
* een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen of uit te lokken,
* een ander trachten te bewegen daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen, inlichtingen te verschaffen,
* zich en een ander gelegenheid, middelen, inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen,
* voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 3:
het medeplegen van het handelen in strijd met een in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van acht jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
betaling van een geldboete van € 50.000 (vijftigduizend euro);
- beveelt dat bij niet betaling van de geldboete,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
285 dagen;
Beslag
- verklaart verbeurd het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:

* de Google Pixel telefoon met [kenmerk 1] ;

- gelast de teruggave aan verdachte van het inbeslaggenomen voorwerp, te weten:

* de iPhone met [kenmerk 2] .

Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.H. Goossens, voorzitter, mr. M.A.E. Dekker en
mr. E.G.F. Vliegenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. P.A.C. Admiraal, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 28 november 2024.

10.Bijlage I

De tenlastelegging
Parketnummer 02/093338-23:
feit 1 (export 6 kg cocaine / 5 kg heroïne)
hij in of omstreeks de periode van 3 november 2020 tot en met 5 november 2020 te Tilburg en/of Breda, althans in Nederland en/of in het Verenigd Koninkrijk en/of in Ierland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
A) buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (mede zoals bedoeld in artikel 1 lid 5 Opiumwet), en/of
B) heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig
heeft gehad
(ongeveer) 6 kilogram/blokken cocaïne en/of 5 kilogram/blokken heroïne, althans in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een of meer middel(en) vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
feit 2 (export 11 kilogram cocaine en/of 2 kilogram heroïne)
hij op of omstreeks 14 november 2020 te Tilburg en/of Breda, althans in Nederland en/of in België en/of te Boulogne-Sur-Mer, althans in Frankrijk en/of in het Verenigd Koninkrijk
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
A) buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (mede zoals bedoeld in artikel 1 lid 5 Opiumwet), en/of
B) heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig
heeft gehad
(ongeveer) 11 kilogram/blokken cocaine en/of 2 kilogram/blokken heroïne, althans in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een of meer middel(en) vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
feit 3 (handel in harddrugs/cocaïne)
hij in of omstreeks de periode van 2 juli 2020 tot en met 1 januari 2021 te Tilburg en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk meermalen heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, althans aanwezig heeft gehad (telkens) een of meer ((zeer) grote) hoeveelhe(id)en cocaïne, althans in elk geval (telkens) een of meer ((zeer) grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval (telkens) een of meer ((zeer) grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een of meer middel(en) vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
feit 4 (handel/bezit/overdragen van (vuur)wapens)
A.
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2020 tot en met 8 november 2020 te Tilburg, althans in Nederland en/of te Antwerpen, althans in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
* vijf, althans een of meer wapens van categorie III van de Wet wapens en munitie (te weten vijf pistolen merk CZ, type P-10 S.) en/of
* tien, althans een of meer wapens van categorie III van de Wet wapens en munitie (te weten 10 pistolen merk Glock)
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen
EN
B.
hij in of omstreeks de periode van 2 juli 2020 tot en met 25 augustus 2020 te Tilburg, althans in Nederland en/of te Antwerpen, althans in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
* acht, althans een of meer wapens van categorie II van de Wet wapens en munitie (te weten 8 aanvalsgeweren (merk Zastava) en/of
* vijf, althans een of meer wapens van categorie II van de Wet wapens en munitie (te weten 5 aanvalsgeweren)
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen.
parketnummer 02/327061-22:
feit 1:
hij in of omstreeks de periode van 16 november 2022 tot en met 21 december 2022 te Overasselt, gemeente Heumen en/of te Tilburg en/of Zwijndrecht en/of te Ewijk, gemeente Beuningen en/of te Wijchen en/of te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch en/of te Groesbeek, gemeente Berg en Dal en/of te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer hoeveelhe(i)d(en) MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een of
meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende (telkens) een of meer middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
voor te bereiden en/of te bevorderen
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
-
zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en),
immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) in voornoemde periode / op voornoemd tijdstip(pen) in voornoemde pleegplaats(en)
* in het kader van voornoemde activiteit(en) met elkaar contact(en) gelegd/onderhouden en/of (een) afspra(a)k(en) gemaakt en/of
* (telefonisch en/of via chatberichten) contacten onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt over de productie van synthetische drugs en/of precursoren (voor synthetische drugs) en/of de aankoop en/of de opslag en/of het vervoer van grondstoffen en/of materialen ten behoeve van de productie van synthetische drugs en/of precursoren (voor synthetische drugs) en/of
* (telefonisch en/of via chatberichten) contacten onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt over het regelen en/of huren en/of bezoeken van een of meer (potentiële/geschikte) productielocatie(s) en/of tussenloods(en) / opslaglocatie(s) (ten behoeve van de productie en/of opslag van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs en/of grondstoffen en/of materialen voor de productie van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs) en/of
* gezocht naar (een) potentiële/geschikte productielocatie(s) en/of opslaglocatie(s) (ten behoeve van de productie en/of opslag van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs en/of grondstoffen en/of materialen voor de productie van synthetische
drugs en/of precursoren voor synthetische drugs) en/of
* een of meer sleutel(s) van (een) potentiële/geschikte productielocatie(s)/opslaglocatie(s) geregeld en/of afgegeven en/of
* een of meer (potentiële) productieplaats(en) en/of tussenloods(en)/opslaglocatie(s) (ten behoeve van de opslag van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs en/of grondstoffen en/of materialen voor de productie van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs) bezocht en/of gehuurd, althans laten bezoeken en/of huren en/of
EN/OF
* een of meerdere (PGP) telefoon(s) (met de (afgeschermde) applicatie Exclu) (met chatberichten en/of foto’s en/of instructies en/of aanwijzingen over potentiële/geschikte productielocatie(s) en/of opslaglocatie(s))
voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)
(
medeplegen voorbereidingshandelingen ten behoeve van de productie van synthetische drugs aan [adres 1] te Overasselt, dossier Charlie)
feit 2:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 10 september 2022 tot en met 3 februari 2023 te Tilburg en/of Hilvarenbeek en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk meermalen heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk meermalen aanwezig heeft gehad (telkens) een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) (een) middel(en) vermeld op lijst I bij de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval (telkens) een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een of meer middel(en) vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(handel in harddrugs, dossier Bravo)
EN
hij in of omstreeks de periode van 10 september 2022 tot en met 3 februari 2023 te Tilburg en/of Hilvarenbeek en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het (telkens) opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, in elk geval een of
meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende (telkens) een of meer middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
voor te bereiden en/of te bevorderen
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen, en/of
- zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd was/waren tot het plegen van het/die delict(en),
immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s) in voornoemde periode / op voornoemd(e) tijdstip(pen) in voornoemde pleegplaats(en)
* een of meer ruimte(s)/opslaglocatie(s) gehuurd en/of laten huren en/of tot zijn/hun beschikking gehad ten behoeve van de opslag van (grote hoeveelheden) synthetische drugs en/of chemicaliën en/of grondstoffen bestemd voor de productie van synthetische drugs en/of precursoren (voor synthetische drugs) en/of
* in het kader van voornoemde activiteit(en) met elkaar contact gelegd/onderhouden en/of (een) afspra(a)k(en) gemaakt en/of
* telefonisch en/of via chatberichten contacten onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt over de aankoop en/of verkoop van (grote hoeveelheden) synthetische drugs en/of chemicaliën en/of grondstoffen en/of precursoren voor de productie van synthetische drugs en/of
* een of meer betaling(en) gedaan en/of ontvangen in verband met de aankoop en/of verkoop van (grote hoeveelheden) synthetische drugs en/of chemicaliën en/of grondstoffen ten behoeve van de productie van synthetische drugs en/of precursoren (voor synthetische drugs)
EN/OF
* een of meerdere (PGP) telefoon(s) (met de (afgeschermde) applicatie Exclu) (met chatberichten en/of foto’s en/of instructies en/of aanwijzingen en/of prijzen over / ten aanzien van de aankoop en/of verkoop van (grote hoeveelheden) synthetische drugs en/of chemicaliën en/of grondstoffen voor de productie van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs) en/of
* een of meer auto’s en/of bestelauto’s/busje(s)/vrachtwagen(s), althans transportmiddel(en) (voor het vervoer van (grote hoeveelheden) synthetische drugs en/of chemicaliën/grondstoffen welke bestemd zijn voor de productie van synthetische drugs en/of precursoren voor synthetische drugs) en/of
* (grote/aanzienlijke) hoeveelheden chemicaliën en/of grondstoffen en/of precursoren bestemd voor de productie/vervaardiging van synthetische drugs en/of
* 450 kg PMK ethylester en/of 325 liter DEPAPD en/of een hoeveelheid methanol, althans een of meer hoeveelhe(i)d(en) (bevattende) PMK ethylester en/of DEPAPD en/of methanol, in elk geval een (forse) hoeveelheid preprecursoren en/of precursoren
voorhanden gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)
(voorbereidingshandelingen ex artikel 10a Opiumwet, dossier Bravo)
feit 3:
hij op of omstreeks 3 februari 2023 te Hilvarenbeek, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 276.694 / 119,24 KG (XTC) pillen, althans zeven bigshoppers/tassen met (XTC) pillen, in elk geval een of meer (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine, zijnde MDMA en/of tenamfetamine (MDA) en/of N-ethyl-MDA (MDEA) en/of metamfetamine en/of amfetamine (telkens) (een) middel(en) vermeld op lijst I bij de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
in elk geval (telkens) een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een of meer middel(en) vermeld op lijst I bij de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(aangetroffen aan [adres 2] te Hilvarenbeek op 3 februari 2023)