Op 13 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak betreft een rekestprocedure waarin de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De kinderrechter heeft de ouders, de moeder en de vader, als belanghebbenden aangemerkt, waarbij de moeder wordt bijgestaan door mr. F. Pool en de vader door mr. R.V. Paniagua. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarigen, die in een pleeggezin en een gezinshuis verblijven, veel hebben meegemaakt, waaronder huiselijk geweld en verwaarlozing. De ouders hebben positieve stappen gezet, maar er is nog geen eindperspectief mogelijk. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van beide minderjarigen verlengd tot 17 mei 2025, met de noodzaak voor de ouders om te werken aan hun opvoedvaardigheden en de band met hun kinderen te herstellen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep.